Toepassing verticale drainage
Door het aanbrengen van verticale drainage hoeft het overspannen poriënwater niet uitsluitend verticaal door de slecht doorlatende lagen af te stromen naar de diepere en bovenliggende zandlaag, maar kan horizontaal afstromen naar de verticale drainage mits deze het toestromende water voldoende snel kan afvoeren. Voor een goede werking moet de drainafstand duidelijk kleiner zijn dan de dikte van de samendrukbare laag. Een grotere horizontale dan verticale doorlatendheid, zoals bij sterk gelaagde grondlagen en veel veengronden, heeft een positief effect op de werking.
Voor verdere informatie over de werking en het ontwerp wordt verwezen naar .
Bij toepassing van verticale drainage is het wel van belang dat gecontroleerd wordt bij het bevoegd gezag of kortsluiting van watervoerende lagen toegestaan is en of eisen zijn gesteld vanuit grondwaterbeheer. Als de stijghoogte in het watervoerende pakket hoger is dan de freatische grondwaterstand kan de werking van de drainage zelfs negatief worden beïnvloed. De drains worden dan bij voorkeur tot ca. 1 m boven de bovenkant van het watervoerende pakket aangebracht. Het is daarom altijd van belang om met voldoende zekerheid de dikte van het pakket samendrukbare lagen te bepalen. Zeker bij een grillige grondopbouw kan het nodig zijn om dan grondonderzoekspunten met een kleine onderlinge afstand uit te voeren.
Bij het toepassen van verticale drainage speelt de horizontale afstroming naast de verticale afstroming een belangrijke rol. Orde grootte van de verhouding tussen de horizontale doorlatendheid, kh en verticale doorlatendheid kv voor verschillende grondsoorten is gegeven in tabel 4.2.30.
In het algemeen wordt aangehouden dat het aanbrengen van verticale drainage (stripdrains) in driehoeksverband met een afstand van minder dan 0,8 m niet kostenefficiënt is. Bij een dichtere hart op hart afstand neemt de werking van de verticale drainage nauwelijks toe ten opzichte van de grootte van de extra investering. Andere opties zoals zand- of grindkolommen zijn ook mogelijk maar deze zijn in Nederland niet gangbaar. Aandachtspunt vormen stijve toplagen. Zo kunnen drains niet makkelijk worden geplaatst onder een bestaande spoorbaan of oude steunberm. In voorkomende gevallen moet worden voorgeboord, wat de uitvoering aanzienlijk vertraagd en de uitvoeringskosten verhoogd.