Beheerregister
De beheerders houden in een register de onderhoudsstaat van de constructies bij. Afhankelijk van factoren als functie, het type constructie en onderhoudsvereisten worden aspecten opgenomen in het beheerregister. De beheerder bepaalt het decompositieniveau en dat varieert tussen de verschillende beheerders. Voor de waterkeringen maakt STOWA in 2019 een handreiking voor beheerregisters.
Oeverconstructies zijn lengte-elementen waarvoor een opdeling in gelijkmatige eenheden voor een oeverconstructies wordt aangehouden. Op basis van gelijkmatige eenheden kan vervolgens ook, aan de hand van de beschikbare informatie en in meerdere mate op basis van risico’s, worden gerapporteerd. Een gedegen gevuld beheerregister is zogezegd het fundament voor een optimaal beheer van het te beheren areaal aan constructies.
Elementen zoals oeverconstructies worden zo mogelijk geografisch gekoppeld in een GIS (Geografisch Informatie Systeem). Op basis van deze koppeling wordt het voor de beheerder mogelijk om locatiegericht op de hoogte te zijn van de onderhoudstoestand van het areaal. Om uitwisseling van data mogelijk te maken, wordt in Nederland de informatie conform een standaardmodel opgeslagen. Het IMWA-model (NEN3610) is de basis voor een standaardisering van de geografische opslag van gegevens voor watersector. Een dergelijk model is er ook voor ruimtelijke ordening (IMRO) kabels en Leidingen (IMKL) en Top10NL.
Met de komst van de BGT (Basisregistratie Grootschalige Topografie), IMBOR (Informatie Model Beheer Openbare Ruimte van CROW) en op Europees niveau INSPIRE (Infrastructure for Spatial information in Europe) en de koppeling met NEN3610 (IMWA en IM Meten) worden op den duur alle artefacten in het landschap, onder- en bovengronds, bekend en kan de beheerstatus daaraan worden gekoppeld.
Naast deze opgeslagen basisinformatie wordt er voor watergangen en oevers informatie opgeslagen. De basisgegevens voor het beheerregister is de legger. Het beheerregister is geografisch (in de database) gekoppeld aan de legger. Informatie die voor een beheerregister relevant is:
- kadastrale informatie;
- onderhoud;
- constructie;
- ondergrond (grondopbouw informatie (dinoloket);
- functies;
- niet-functionele objecten
Ad 1) Kadastrale informatie
Het kadaster verzorgt de vastlegging van de grenzen van eigendommen (grond). Voor situaties waar de eigendomsgrens nodig is om te bepalen wie de onderhoudsplichtige is of waar eventueel een oeverconstructie wordt geplaatst, kan het verstandig zijn om een grensreconstructie te laten uitvoeren door het kadaster. Het weten van de exacte locatie van de eigendomsgrens kan in de toekomst onduidelijkheden over de onderhoudsverplichting voorkomen.
Het kadaster verzorgt de vastlegging van de grenzen van eigendommen (grond). Voor situaties waar de eigendomsgrens nodig is om te bepalen wie de onderhoudsplichtige is of waar eventueel een oeverconstructie wordt geplaatst, kan het verstandig zijn om een grensreconstructie te laten uitvoeren door het kadaster. Het weten van de exacte locatie van de eigendomsgrens kan in de toekomst onduidelijkheden over de onderhoudsverplichting voorkomen.
Ad 2) Onderhoud
Het vastleggen van de onderhoudsplicht is bij waterschappen vastgelegd in de onderhoudslegger. Daar waar de onderhoudsplichtige niet is vastgelegd in de legger kan deze worden belegd in het beheerregister. Naast de onderhoudsplicht wordt het onderhoudsregime vastgelegd, en waar dat een toegevoegde waarde heeft, ook eventuele onderhoudsingrepen. Daarbij valt te denken herstelwerkzaamheden zoals lassen of vervangingen.
Het vastleggen van de onderhoudsplicht is bij waterschappen vastgelegd in de onderhoudslegger. Daar waar de onderhoudsplichtige niet is vastgelegd in de legger kan deze worden belegd in het beheerregister. Naast de onderhoudsplicht wordt het onderhoudsregime vastgelegd, en waar dat een toegevoegde waarde heeft, ook eventuele onderhoudsingrepen. Daarbij valt te denken herstelwerkzaamheden zoals lassen of vervangingen.
Ad 3) Constructie
Voor de constructie zelf zijn de volgende gegevens van belang om vast te leggen:
Voor de constructie zelf zijn de volgende gegevens van belang om vast te leggen:
- historie:
indien informatie van voorgaande oeverconstructie relevant zijn;
indien het een onderdeel vormt van een monument. - jaar van aanleg;
- norm classificatie van de oeverconstructie (SVG- storing voorspellende grootheid);
- berekeningen voor de constructie;
- onderdelen (vervangbaar) van de constructie (decompositie (NEN 2767)/tekeningen);
- onderhoudsgeschiedenis;
- inspectieresultaten (zie hoofdstuk 5 Inspectie).
Ad 4) Ondergrond
De ondergrond voor oeverconstructies is vaak zeer relevant. Niet alleen voor de stabiliteit maar ook voor erosiebestendigheid kan de ondergrond een cruciaal onderdeel zijn van de constructie. In veel situatie zijn er gegevens bekend in de landelijke databank ‘Dinoloket’ [43]. Als deze informatie in verband met sterkteberekeningen niet voldoende is, dan is het uitvoeren van extra grondonderzoek nodig. Het is dan verstandig om in ieder geval een goede koppeling te maken met de constructie zodat duidelijk is welke basisgegevens voor de constructie zijn gebruikt.
De ondergrond voor oeverconstructies is vaak zeer relevant. Niet alleen voor de stabiliteit maar ook voor erosiebestendigheid kan de ondergrond een cruciaal onderdeel zijn van de constructie. In veel situatie zijn er gegevens bekend in de landelijke databank ‘Dinoloket’ [43]. Als deze informatie in verband met sterkteberekeningen niet voldoende is, dan is het uitvoeren van extra grondonderzoek nodig. Het is dan verstandig om in ieder geval een goede koppeling te maken met de constructie zodat duidelijk is welke basisgegevens voor de constructie zijn gebruikt.
[ link ]
Figuur 3.2 Informatie ondergrond uit Dinoloket [43]
Ad 5) Functies
Oeverconstructie hebben overwegend een duidelijk primaire functie voor de beheerder. Daarnaast kunnen er nevenfuncties aan een oever zijn toegekend. Het vastleggen van dergelijke functie is relevant voor de ontwikkeling van risicogestuurd beheer en functiegericht ontwerpen. Daar waar oeverconstructie een of meer functies hebben, kunnen de eisen voor de constructie wijzigen. Ook de risico’s bij falen kunnen dan anders zijn. Door dergelijke aspecten goed te beleggen in een beheerregister, kan gemakkelijker worden geanticipeerd bij calamiteiten.
Voorbeelden van primaire functie van een oeverconstructie: waterkeren, grondkeren, erosiebescherming, kanaliseren, en doorstroming.
Voorbeelden van neven (secundaire) functies: recreatie, scheepvaart, en landinrichting.
In tabel 3.2 staan voorbeelden van functies die aan constructies worden toegekend.
Tabel 3.2 Functies voor onderdelen van oeverconstructies
Onderdeel oeverinrichting | Hoofdfunctie | Nevenfunctie(s) |
Beschoeiing | Erosiebescherming | Grondkering |
Damwand | Grondkering en faciliteren laden en lossen | Waterkering |
Kademuur | Grondkering | Waterkering, faciliteren laden en lossen, verkeer |
Bekleding | Erosiebescherming | Stabiliteit |
Waterbodembescherming | Erosiebescherming | |
Meerpaal (dukdalf) | Afmeerconstructie | Aanvaarbeveiliging |
Kribben en strekdammen | Stromingsgeleiding | |
Historische kunstwerken | Monument | |
Remming- en geleidewerk | Constructie dat schepen gelegenheid biedt te remmen wanneer deze een kunstwerk naderen (brug en dergelijke) | Schip gelegenheid geven om te wachten |
(Zachte) (natuur)oever | Waterkerende functie | Rekening houden met natuur en landschap en waterkwaliteit bevorderend |
Ad 6) Niet-functionele objecten
Naast de functionele elementen in een oeverconstructie zijn er ook niet-functionele elementen in de oevers aanwezig, waarvan het relevant kan zijn dat deze worden geïnventariseerd en vastgelegd in een beheerregister. De afweging die daarbij moet worden gemaakt, is of het object een belangrijke belemmering vormt in het onderhoud en beheer van de oeverconstructie, en of het een belangrijk risico vormt voor het falen van de constructie. In tabel 3.3 staat een overzicht van mogelijke objecten met aanleiding waarom deze zijn opgenomen in een beheerregister.
Naast de functionele elementen in een oeverconstructie zijn er ook niet-functionele elementen in de oevers aanwezig, waarvan het relevant kan zijn dat deze worden geïnventariseerd en vastgelegd in een beheerregister. De afweging die daarbij moet worden gemaakt, is of het object een belangrijke belemmering vormt in het onderhoud en beheer van de oeverconstructie, en of het een belangrijk risico vormt voor het falen van de constructie. In tabel 3.3 staat een overzicht van mogelijke objecten met aanleiding waarom deze zijn opgenomen in een beheerregister.
Tabel 3.3 Objecten in oeverconstructie
Objecten in oevers | Functie | Neveneffect |
Bomen | Natuur, cultuurhistorie | Bovenbelasting, schadeprofiel door windworp, verdringing constructies |
Tuinen (begroeiing) | Medegebruik terrein | Erosiebestendigheid oever niet beheerd, objecten/opstallen |
Beschoeiing (niet in beheer van vaarwegbeheerder) | Medegebruik terrein, vergroting nuttig oppervlak | Afwijking van referentieprofiel (verschilt per perceel/kavel) |
Bebouwing | Wonen/werken | Fundering in oeverconstructie (zettingsverschillen, holle ruimtes, aansluiting op oever vanwege erosiebestendigheid) |
Geleide-werken | Scheepvaart | Fundering in oeverconstructie |
Meerpalen | Scheepvaart | Fundering in oeverconstructie |
Steigers | Recreatie, scheepvaart | Belemmering onderhoud, mogelijke erosie waterbodem |
Bolders | Scheepvaart | Fundering in oeverconstructie |
Zinkers | Kabel/leiding | Beperking eisen baggeren/ankers |
Kabels en leidingen | Kabel/leiding | Onderhoud aan kabels en leidingen, voor waterkeringen speciale aandacht vergunningen, eisen aan zettingen, NEN 3650 (naast de KLIC-informatie) |
Kokers/uitstromen | Waterhuishouding | Erosiebescherming, aansluiting op oever |
Vaarwegmarkeringen | Scheepvaart | Fundering in oeverconstructie |
(Vaar)wegmeubilair | Verkeer | Hinder bij onderhoud oever (bijvoorbeeld maaien) |
Windturbines | Energie | Zie bebouwing en kabels en leidingen.Aanvullend rekening houden met opstelplaatsen en dynamische belasting |
Drainage | Waterhuishouding | Uitstroming op open water, verlaagd grondwater in achterliggend gebied, effect op stabiliteit oever |
Historische kunstwerken | Historische waarde | Mogelijk zwak punt in de oever |
Kunstwerk aansluitingen | Bruggen, steigers, vistrappen, enzovoort. | Erosie bij aansluitingen |
Uittredepunten | Overgang water en land (voor mens en dier) | Aandacht bij onderhoud (contracten) |