Bijlage V Praktische tips voor de vlootschouw
Op basis van praktische ervaringen van diverse wegbeheerders kunnen de volgende praktische tips worden gegeven voor de uitvoering van de vlootschouw en Toolbox-bijeenkomst:
- Maak een intekenlijst met datum, tijd, naam, functie, aanwezigheid van een SDW certificaat met CROW Keurmerk en paraaf.
- Draag er zorg voor dat de (steunpunt)coördinator een centrale rol speelt tijdens de vlootschouw en aanspreekpunt is voor alle betrokkenen.
- Draag er zorg voor dat een technicus (van machineleverancier) aanwezig is voor technische ondersteuning.
- Neem in de gebouwen en op het terrein algemeen geldende regels in acht, onder meer wat betreft het dragen van veiligheidskleding, hoe te handelen bij calamiteiten, handsfree bellen, (niet) roken en afspraken m.b.t. het reinigen van het materieel, het laden van strooi- en dooimiddelen en het leegdraaien. Daarnaast specifiek aandacht besteden op het terrein aan de rijsnelheid, rijrichting,afstand strooier tot achterwand en afstand tussen opgestelde machines/materieel, looppaden en opbouwbelijning.
- Laat de (steunpunt)coördinator in een korte inleiding duidelijk aangeven wat de bedoeling is van de vlootschouw en de Toolbox-bijeenkomst (zie bijlage VI).
- Laat de (steunpunt)coördinator de (eventueel veranderde) routekaarten, voorzien van routenaam en strooiernummer, uitreiken aan de chauffeurs.
- Zorg ervoor dat eventuele onduidelijkheden in de route direct met de (steunpunt)coördinator worden besproken; indien nodig kan worden besloten de route te rijden.
- Zorg ervoor dat de aanwezige machineleverancier de bediening van de wintermachines doorneemt met de aanwezige medewerkers/chauffeurs (in groepsverband of individueel).
- Van belang is toe te zien op de voorschriftenvan de dinplaten en dat deze correct worden nageleefd. Met name de volgende punten daarbij zijn: juiste categorisering,montagehoogte, dikte van de Dinplaat, hoofdstroomafsluiten en afdekking veiligheidswaarschuwingssystemen.
- Zorg ervoor dat de chauffeur aan de hand van de uitgereikte routekaart, die is voorzien van routenaam en strooiernummer, zijn bedieningsunit op een vaste plaats kan afhalen en deze vervolgens kan aansluiten in zijn vrachtwagencabine.
- Zorg dat benodigde gereedschappen aanwezig zijn (bijvoorbeeld een sleutel voor het borgen van een naafaandrijving en een sleutel of ratel voor het borgen van een sneeuwploeg).
- Let erop dat bij het op- en afzetten van de strooier slechts één ‘laadhulp’ aanwijzingen aan de chauffeur geeft (commando’s van verschillende personen kunnen tot verwarring en ongevallen leiden).
- Zie erop toe dat de machine-instructies worden gevolgd. Zorg er tevens voor dat deze bedieningsinstructies fysiek ook in het voertuig aanwezig zijn.
- Maak bij het op- en afzetten door middel van Hamberg- of RORO-systemen eerst de veiligheidsketting of -band vast alvorens de borgingen te verwijderen.
- Zet de strooimachine vast op de wettelijk voorgeschreven wijze.
- Sluit alle benodigde hydrauliek en elektra aan en controleer de verbindingen op onregelmatigheden.
- Controleer de werking van de strooier, verlichting en alle functies van de bediening.
- Controleer de hoogte van de strooiplaat.
- Controleer bij wielaangedreven strooiers de juiste hoogte van het aandrijfwiel en de juiste werking ervan.
- Controleer bij (elektrische) motoraangedreven strooiers de werking van de accu en het brandstofniveau.
- Zorg ervoor dat bij natzoutstrooiers bij voorkeur de vloeistoffenafgetankt klaarstaan.
- Zorg bij de vlootschouw en Toolbox, zeker als er grote hoeveelheden mensen en materieel aanwezig zijn, voor een goede verdeling van de activiteiten over de dag, bijvoorbeeld door verschillende aanvangstijden te hanteren.
- Controleer of men bekend is met het reinigen van het materieel, welke voorschriften gelden hier en op welke manier moet de reiniging plaatsvinden bij strooiers, sproeiers, ploegen en rolbezems/borstels.
- Meld onregelmatigheden aan wintermachines bij de aanwezige technici (van de machineleverancier) en (steunpunt)coördinator.
- Laat sneeuwploegen voorbouwen om te controleren of de ploeg en het voertuig op elkaar zijn afgestemd.
- Stel de sneeuwploeg af op een juiste hoogte en stand.
- Zie erop toe dat de laadschopmachinist de belading afstemt op de desbetreffende machine en ‘knoeizout’ op de bak vermijdt.
- Zorg ervoor dat de (elektrische) tractie in orde is (werkende verlichting, schone ruiten, voldoende koelvloeistof en ruitenwisservloeistof, voldaan aan wettelijke voorschriften zoals APK, enzovoort).
- Controleren strooimanagementsysteem op juiste werking en aanmelding/input.
- Bespreken veilige kleding en voorschriften.
- Bespreken aspecten van het weer en de daarbij horende risico's voor mensen alsook machines.
- Bespreken arbeidstijden en wijzen op het belang van dit te bewaken.
- Laat de (steunpunt)coördinator een evaluatie van de vlootschouw opstellen met eventueel bijbehorende actiepunten.
[ link ]
Kijken is doen