Zoutoplosser

In Nederland zijn verschillende zoutoplossers verkrijgbaar. Er zijn volautomatische systemen, die oplossingen maken zodra er ruimte is in de opslagtank. Er zijn ook systemen waarbij een hoeveelheid pekel wordt gemaakt uit vaste hoeveelheden zout en water. De vier basisonderdelen van een zoutoplosser zijn (zie figuur hierna):

• de regelunit voor de watertoevoer (1);
• de oplosbak waarin het zout wordt gestort (2);
• een aantal pompen voor het transport van de oplossing naar de opslagtank en voor het vullen van de tanks op de strooiers (3);
• de opslagtank voor de pekel (4).

Een zoutoplosser moet ook werken bij temperaturen onder het vriespunt. De watertoevoer moet daarom voldoende geïsoleerd zijn.

Zoutoplossers zijn verkrijgbaar in verschillende grootten. De zoutopslag van de oplossers varieert van ongeveer 1 tot 35 ton. De kleinere varianten kunnen gevuld worden met een shovel. De grotere varianten worden geladen door een silowagen. De hoeveelheid zoutoplossing (20%) die wordt geproduceerd, varieert van 1500 tot 6000 liter/uur.