Heeft u vragen? U kunt ons ook bellen op tel: 0318-695315

CROW-CUR Aanbeveling 59:2023 Vervaardigen, verwerken en beproeven van schuimbeton
Deze tekst is gepubliceerd op 05-10-23

Buigtreksterkte

Methode van onderzoek
De buigtreksterkte is bepaald aan proefstukken met afmetingen 150 x 150 x 700 mm3, die als balkjes zijn gestort of gezaagd. De afmetingen wijken ten hoogste 6 % af van de aangegeven waarden.
De proefstukken zijn in een vierpuntsbuigproefopstelling (zie figuur 1) getest, waarbij geldt:
  1. De horizontale afstand tussen de opleggingen en de lijnlasten en de beide lijnlasten onderling is (200 ± 1) mm (zie figuur 2).
  2. Bij de opleggingen en de lijnlasten is een staalplaatje van 5 x 25 x 150 mm3 op het schuimbetonoppervlak gelegd. Dit om de geconcentreerde belastingen te spreiden.
  3. De oplegreacties en de lijnlasten zijn via vrij beweegbare stalen rollen op deze plaatjes aangebracht.
  4. Het proefstuk is haaks op de stortrichting belast.
  5. De vlakken waarop de lijnlasten en de oplegreacties aangrijpen, zijn planparallel en vlak.
  6. De belasting is gelijkmatig opgevoerd.
  7. De duur van de proef (het bereiken van de bezwijkbelasting) is ten minste 30 s en ten hoogste 60 s.
  8. De som van de twee lijnlasten is de totale belasting. De maximale belasting bij het bezwijken is bepaald met een onnauwkeurigheid van ten hoogste 10 N of 1 %, waarbij de grootste waarde maatgevend is.
[ link ]

Figuur 1. Proefopstelling van de vierpuntsbuigproef

[ link ]

Figuur 2. Belastingssituatie van het proefstuk

Aantal bepalingen
De buigtreksterkte is ten minste driemaal bepaald. De individuele bepalingen zijn daarbij uit afzonderlijke monsters afkomstig. Als niets anders is overeengekomen, zijn de proefstukken op het moment van de proef 28 dagen oud.
Verwerking van resultaten
De buigtreksterkte is berekend uit:
f u = 3 F u a b h 2
waarin:
f
u
is de buigtreksterkte, in N/mm
2
;
F
u
is de maximale belasting op de gehele balk bij bezwijken, in N;
a is de afstand tussen de opleggingen en de lijnlasten en tussen de beide lijnlasten onderling in mm (gelijk aan 200);
b is de breedte van het proefstuk ter plaatse van het breukvlak, in mm;
h is de hoogte van het proefstuk ter plaatse van het breukvlak, in mm.
De buigtreksterkte is berekend als het rekenkundig gemiddelde van alle metingen, tot op 0,01 N/mm2 nauwkeurig.
Keuringscriterium
Het gemiddelde van de bepaalde buigtreksterkte voldoet aan de vereiste buigtreksterkte. Geen enkele meting mag lager zijn dan 85 % van de vereiste buigtreksterkte.