Resultaten van het proefvakonderzoek
Een samenvatting van de verschillende proefvakken is in bijlage IV bij dit rapport opgenomen. In tabel 2 zijn de belangrijkste uitkomsten weergegeven. Beschouwing van deze tabel leidt tot de conclusie dat er vrijwel nooit een kalibratiefunctie is gevonden die voldoet aan de eis dat de correlatiecoëfficiënt > 0,7 is. De kalibratie van de CVC-methodiek levert derhalve een groot probleem op. Dit geldt voor zowel het Compactometer- als het Terrametermeetsysteem. Een betrouwbare kalibratiefunctie is echter voorwaarde voor het perspectief van de CVC-methodiek om te kunnen worden ingezet voor de opleveringscontrole. Uit de proefvakresultaten moet dan ook worden geconcludeerd dat voor de onderzochte materialen dit perspectief vooralsnog ontbreekt.
Voorts is gebleken (proefvak Caland 2) dat het vochtgehalte een cruciale rol speelt bij de CVC-waarde die wordt gemeten. Bij de proefvakken Caland 1 werd bij lange na niet de vereiste verdichtingsgraad gehaald, ondanks het feit dat gangbare verdichtingsmachines waren ingezet. Bij de proefvakken Caland 2 werd de vereiste verdichtinggraad wel bereikt, maar de CVC-waarde nam af bij verhoogd vochtgehalte.
Het proefvak Beneluxtunnel 1 heeft de bevestiging opgeleverd dat de CVC-meting de potentie heeft om locaties in het werk te detecteren waar de verdichting afwijkt. Dit biedt perspectief voor de inzet van de CVC-methodiek bij de kwaliteitsborging door de aannemer en mogelijk ook voor een goedkopere opleveringscontrole.
In het bijzonder de proefvakken in Veghel waren gericht op de toetsing van het ontwikkelde protocol voor de toepassing van de CVC-methodiek als opleveringscontrole. Dit toetsingsstadium werd echter niet bereikt doordat geen betrouwbare kalibratiefunctie werd gevonden.
Op basis van de bevindingen van het proefvakonderzoek lijkt de conclusie gerechtvaardigd dat de CVC- methodiek niet betrouwbaar werkt voor de opleveringscontrole van de materialen die in Nederland gangbaar worden toegepast in zandbed en ophoging. De aard van het materiaal is daar vermoedelijk in belangrijke mate debet aan. Anderzijds ligt ook zeer waarschijnlijk een verklaring voor het niet vinden van een betrouwbare kalibratiefunctie in het grote verschil tussen het meetvolume bij de CVC-meting en dat bij de conventionele meting met steekring- of grindmethode.
Tabel 2 Overzicht CVC-proefvakken
Proefvak | Doel | Bijzonderheden | Resultaat |
Caland 1 | Verkennend onderzoek op zand voor aardebaan met twee verschillende CVC-systemen, onder begeleiding van deskundigen van de fabrikanten. | Twee proefvakken via uitgraven en terugstorten, op een bestaande 12 m hoge ophoging. Vergelijking van de CVC-waarden met steekring, nucleaire dichtheidsmeting, handsondering, slagsondering, valgewichtmetingen, dynamische plaatbelastingproef en prima 100 metingen. | Geen onverdeeld succes. Alleen voor de correlatie tussen CVC-waarde en nucleair gemeten dichtheid werd een correlatie- coëfficiënt > 0,7 gevonden. Opmerkelijk was dat het gemiddelde CVC-signaal wel steeg met toenemend aantal walsovergangen, maar de dichtheid volgens de steekring niet. Er werd in de proefvakken niet voldaan aan de verdichtingseis volgens de RAW 2000. |
Caland 2 | Nagaan invloed vochtgehalte op de CVC-waarde bij zand in aardebaan. | Twee proefvakken met elk drie kleine proefvakjes met verschillende vochtgehalten. Vergelijking CVC-waarde met steekring en nucleaire dichtheidsmeting | Op deze proefvakken werd de vereiste verdichtingsgraad wel gehaald. Het CVC-meetsignaal bleek echter af te nemen met stijgend vochtgehalte. |
Beneluxtunnel 1 | Test ongekalibreerde CVC op zand in aardebaan (detecteren onvoldoend verdichte locaties) | Verdichten tot maximale CVC-waarde. Vergelijking met steekring, nucleaire dichtheidsmeting en handsondering. | De ranking van slechte en goede locaties in het werk bepaald met de CVC-wals, komen goed overeen met de ranking volgens de steekring en nucleaire dichtheidsmeting |
Beneluxtunnel 2 | Test gekalibreerde CVC op zand in aardebaan (nagaan of er een betrouwbare kalibratiefunctie wordt gevonden) | Op de locaties met de laagste CVC-waarden zijn steekring en nucleaire dichtheidsmetingen en handsonderingen gedaan. | Voor geen van de beide meetmethoden werd een relatie met de CVC-waarde gevonden die voldeed aan de eis dat de correlatiecoëfficiënt > 0,7 is. |
Veghel | Test gekalibreerde CVC op diverse ophoogmaterialen. | Onderzoek is gedaan aan AVI-bodemas, grof zand en fijn zand. De CVC-waarden zijn gecorreleerd met steekring, zandvervanging, grindvervanging en handsonderingen. | Slechts bij een van de drie proefvakken met fijn zand werd een betrouwbare kalibratiefunctie gevonden met correlatiecoëfficiënt |