Definities op basis van semi-logaritmische lastzakkingsrelaties
Evenals vele andere natuurlijke processen verloopt de verticale vervorming of zakking van grond onder invloed van daarop uitgeoefende verticale spanning volgens een logaritmische wet. Terzaghi [1925] beschreef deze samendrukkingswet als eerste op grond van waarneming van de verandering van het poriëngetal van de grond onder invloed van belasting of ontlasting.
In de natuur worden dergelijke belastingveranderingen veroorzaakt door depositie en erosie van grondlagen die zich boven de beschouwde grondlaag bevinden. In figuur 3.18a, b en c is het proces van belasting door gronddepositie en daarop volgende ontlasting door erosie in beeld gebracht. Punt A in figuur 3.18a en in de grafiek van figuur 3.18b representeert daarbij de beginsituatie van een grondelementje dat zich op maaiveldniveau bevindt en geen spanning ondervindt; het poriëngetal bedraagt eo.
[ link ]
Figuur 3.18a, b en c Spanningsvervormingsrelaties bij natuurlijke depositie en erosie van grond
Na depositie van een zekere hoeveelheid grond ontstaat de situatie B: het grondelementje ondervindt een effectieve verticale spanning σv1′ en vervormt als gevolg daarvan totdat het poriëngetal ten bedrage van e1 is bereikt. Bij verdergaande depositie wordt de effectieve spanning verhoogd tot σv2′ (punt C), waarbij het poriëngetal e2 optreedt. Wanneer vervolgens door erosie zoveel grond verdwijnt dat het grondelementje wederom een spanning van σv1′ ondervindt, wordt de situatie van punt D bereikt met een poriëngetal e3; dit ligt tussen e2 en e1. Hoewel daarbij een zelfde effectieve spanning heerst als in situatie B, is het poriëngetal in situatie D kleiner dan dat in situatie B.
Bij hernieuwde belasting wordt tot aan de eerder bereikte effectieve spanning σv2′ de curve DC gevolgd, met dien verstande dat een zekere hysteresis optreedt. Bij hogere belastingen dan σv2′ wordt de oorspronkelijke curve ABC vervolgd; deze curve representeert het verloop van de vervorming of samendrukking onder invloed van nog niet eerder ondervonden belasting en wordt dan ook de maagdelijke-samendrukkingscurve (Engels: virgin compression line) genoemd. In deze situatie wordt de grond betiteld als normaal geconsolideerd (Engels: normally consolidated) of NC.
In de situaties op het traject tussen C en D, waar lagere effectieve spanningen voorkomen dan de grond eerder had, is de grond in overgeconsolideerde of gepreconsolideerde toestand (Engels: overconsolidated) of OC; de effectieve spanning in C wordt daarbij betiteld als de preconsolidatiespanning. Het quotiënt van de preconsolidatiespanning en de later ondervonden effectieve terreinspanning wordt de overconsolidatiegraad (Engels: overconsolidation ratio) of OCR genoemd. In situatie D heerst een overconsolidatiegraad ter grootte van:
Indien het bovenbeschreven verband tussen e en σv′ wordt weergegeven op halflogaritmische schaal, ontstaat een lineair verband tussen e en log σv′; zie figuur 3.18c.
De vervormingen - in casu de samendrukking, de terugvering of zwel of expansie, en de hernieuwde samendrukking - worden in de grondmechanica beschreven met behulp van de volgende materiaalconstanten:
- de samendrukkingsindex (Engels: compression index) Cc:
Deze wordt gerepresenteerd door de helling van de maagdelijke samendrukkingscurve, gemeten tussen twee willekeurige punten op de lijn ABC:Hierin staan ex1 respectievelijk ex2 voor het poriëngetal bij een spanningsniveau van σx1′ en het poriëngetal bij een hoger spanningsniveau van σx2′. - de expansie-index Ce (Engels: expansion index, swell index) of herbelastingsindex Cr (Engels: recompession index):
Deze wordt gerepresenteerd door de helling van de ontlastings- of herbelastingscurve, gemeten tussen twee willekeurige punten op de lijn CD of de lijn DC; eenvoudigheidshalve wordt de helling van de expansielijn CD vaak gelijkgesteld aan die van de herbelastingslijn DC, zodat geldt