Sonderingen
Per locatie werden twee statische sonderingen uitgevoerd tot een diepte van 6 m beneden maaiveld met behulp van de mechanische-kleefmantelconus. Eén van de in totaal twaalf sonderingen werd doorgezet tot een diepte van 20 m beneden maaiveld. Deze sondering, die wat betreft de bovenste 6 m representatief is voor de opbouw van de conusweerstanden in het zandpakket, is weergegeven in figuur 7.21.
[ link ]
Uit de sonderingen is in de eerste plaats de conusweerstand op een diepte van 0,6 m afgeleid. Deze diepte wordt door Grondmechanica Delft voor de ∅ 36 mm-conus aangehouden als maatstaf ter bepaling van de aanloophelling van de sondering ofwel de gradiënt van de conusweerstand; de gradiënt van de conusweerstand Gc is een maat voor de verdichtingsgraad. In de tweede plaats werd over diverse trajecten tussen 0,5 m en 5,0 m beneden maaiveld de gemiddelde conusweerstand bepaald. Alle sondeergegevens zijn samengevat in de tabel van figuur 7.22.Figuur 7.21 Voorbeeld van het verloop van de conusweerstand in de bovenste 10 m van het proefvak
[ link ]
Figuur 7.22 Resultaten van de sonderingen