Heeft u vragen? U kunt ons ook bellen op tel: 0318-695315

Handboek funderingsmaterialen in de wegenbouw
Deze tekst is gepubliceerd op 10-04-14

Bijlage I Terminologie, definities en afkortingen

I.1 Begrippen met verklaring
BindcapaciteitNeiging van een mineraal aggregaat om – eventueel met toevoeging van activatoren – te verkitten.
BindingVorm van cohesie, respectievelijk samenhang tussen korrels, veroorzaakt door componenten met bindcapaciteit in het materiaal.
BloemkoolPlaatselijke heffing van het wegoppervlak met eventueel radiale scheurvorming als gevolg van zwellende componenten in de fundering.
BreukrekKarakteristieke waarde van rek in een gebonden materiaal onder eenmalige bezwijkbelasting.
CapillairHaardunne buis of (in fijnkorrelige materiaal) poriekanaal
Capillaire opstijgingEigenschap van grondwater om in de poriën van fijnkorrelig materiaal op te stijgen tot boven het freatisch vlak.
Capillaire werking Vermogen van een materiaal om water aan te zuigen en vast te houden boven het freatisch vlak.
Capillaire zoneGebied boven de grondwaterspiegel waar de poriën ten gevolge van capillaire opstijging volledig gevuld zijn met water en de verzadigingsgraad 100 procent bedraagt.
Carbona(ta)tie Chemische reactie waarbij koolstofdioxide reageert met calciumhydroxide en daarbij het onoplosbare calciumcarbonaat vormt.
CBR-proefCalifornian Bearing Ratio; terrein- of laboratoriumproef waarbij een plunjer verplaatsingsgestuurd in het funderingsmateriaal wordt gedrukt en een spanningsvervormingsdiagram wordt geregistreerd, waaruit de CBR-waarde wordt afgeleid.
CBR-waardeIndexwaarde voor de draagkracht van korrelvormig materiaal, verkregen door het resultaat van de CBR-proef op dit materiaal te vergelijken met het standaardresultaat op gebroken rots.
Chemische stabiliteit Mate waarin een materiaal bestand is tegen de inwerking van chemische stoffen.
Clegg hammerType in-situ-impactbelastingsproef ter bepaling van de mechanische kwaliteit van de ondergrond in de vorm van een Clegg Impact Value.
Clegg Impact Value Indexparameter, gemeten met behulp van de Clegg hammer.
CMC-methodeMethode ter bepaling van de in-situdichtheid van korrelvormig materiaal waarbij een oplossing van CarboxyMethylCellulose (CMC) het volume van het gegraven gat vult.
CohesieSterkteparameter; maximale schuifspanning in een vlak waarlangs afschuiving in een korrelvormig materiaal optreedt zonder een normaalspanning op dat vlak uit te oefenen.
Constructief gedrag Gedrag van (een onderdeel van) een constructie onder belastingen.
Constructieve gedragseisenEisen die specificeren hoe de wegconstructie aan de functie-eisen kan voldoen (deze eisen hebben betrekking op het gedrag van de funderingslaag).
Continue VerdichtingsControleGeavanceerde wijze van controle van de bereikte verdichtingskwaliteit door registratie en simultane verwerking van het reboundsignaal van de trilling die door de wals wordt geproduceerd.
DichtheidMassa per eenheid van volume van korrelvormig materiaal, inclusief de poriën in en de holle ruimtes tussen de korrels; wordt ook aangeduid met volumieke massa. Men onderscheidt onder meer:
  • droge dichtheid;
  • natte dichtheid;
  • korreldichtheid;
  • specifieke dichtheid (soortelijke massa);
  • proctordichtheid.
Doorlatendheid Mate waarin een materiaal of constructielaag doorlatend is voor gas of water.
DraagkrachtVermogen van een verhardingslaag om een bijdrage te leveren aan de spreiding van spanningen ten gevolge van een wielbelasting zonder te leiden tot blijvende vervormingen in de onderliggende laag.
Drainagegedrag Mate waarin water kan worden afgevoerd door (een onderdeel van) een constructie.
Droge dichtheid Dichtheid van het bulkmateriaal exclusief het aanwezige water in de poriën.
DroogleggingAfstand tussen de bovenzijde van de verharding en de hoogteligging van de (schijn)grondwaterspiegel (inclusief eventuele opbolling) in de grondconstructie.
DruksterkteWeerstand tegen bezwijken en verlies van samenhang van gebonden materialen onder een drukbelasting.
Dwarscontractie-
coëfficiënt
Verhouding tussen de specifieke rekverandering loodrecht op en in de richting van een gegeven axiale spanningsverandering van een monster. Zie ook Poissongetal.
Dynamische plaatbelastingsproefSnelle in-situpulsbelastingsproef ter bepaling van de dynamische stijfheid van de verharding, funderingslaag of ondergrond met behulp van een valgewichtdeflectiemeter.
Elasticiteit Eigenschap waardoor een belast materiaal na ontlasting zijn oorspronkelijke vorm en volume weer aanneemt.
ElasticiteitsmodulusStijfheidsparameter; verhouding tussen spanning en in de richting van de spanning optredende vervorming, gemeten over een gedefinieerd spanningsof vervormingstraject; ook bekend als Young’s modulus.
Erosiebestendigheid Weerstand van een materiaal tegen de eroderende werking van stromend water, regendruppels of wind.
ErosiegevoeligheidGevoeligheid van een materiaal om te worden meegevoerd door wind, stromend water of regendruppels.
Freatisch vlak Niveau van het grondwater waar de hydrostatische spanning gelijk is aan de atmosferische druk.
FullercurveTheoretische korrelverdelingcurve die leidt tot de grootste dichtheid van een mineraal aggregaat, dat wil zeggen de dichtheid waarbij de kleine korrels de poriën tussen de grote optimaal vullen.
Functie-eisEisen die aan materialen en constructies wordt gesteld uit het oogpunt van hun gebruik.
Gebruikerseisen Eisen die een gebruiker stelt aan een weg en onderdelen daarvan.
HaakweerstandSterkteparameters; cohesie en de hoek van inwendige wrijving van een materiaal als bepalende eigenschappen voor de weerstand tegen afschuiving.
Hoek van inwendige wrijvingSterkteparameter; hoek waarvan de tangent overeenkomt met de verhouding tussen de maximale schuifspanning in een vlak waarlangs afschuiving van een cohesieloze korrelmassa optreedt en de op dat vlak uitgeoefende normaalspanning; wrijvingshoek.
Homogeniteit Mate waarin een korrelig materiaal overal in het werk dezelfde eigenschappen heeft.
HydratatiekrimpInterne volumeverandering van cementgebonden materiaal door reactie van ingemengd water en cement in de hydraatproducten, waardoor in cementsteen fijne poriën ontstaan; ook wel chemische of inwendige krimp genoemd.
Indirecte treksterkte Weerstand tegen bezwijken en verlies van samenhang van gebonden materialen onder een indirecte trekbelasting.
InterlockingHet in elkaar grijpen van met name de relatief hoekige en grovere korrels; samen met de weerstand tegen het over elkaar glijden van de korrels bepaalt dit verschijnsel de grootte van de hoek van inwendige wrijving. Ook bekend onder naam aggregate interlock.
Kalkpit Insluitsel van doodgebrande kalk in korrels die aanleiding kan geven tot plaatselijke volumevergroting met bloemkoolvorming tot gevolg.
KervenTechniek van aanbrengen van een regelmatig patroon van inkepingen direct na aanleg van gebonden funderingen om latere negatieve effecten van scheurgroei te beheersen.
KlankbodemBegripsaanduiding voor de combinatie van een relatief stijve en weinig vervormbare onderlaag van een te verdichten constructielaag en een goede opsluiting van het constructiemateriaal, waardoor de verdichtings- en trillingsenergie zo effectief mogelijk over het te verdichten materiaal wordt verspreid en niet wordt geabsorbeerd in de onderlaag.
KlinkVermindering van de dikte van een grondlaag ten gevolge van (onder meer) samendrukking onder eigen gewicht, uitdroging en/of naverdichting door trillingen.
KorreldichtheidMassa per eenheid van volume van de korrels, inclusief de poriën in de korrels en exclusief vloeistoffen in de open poriën.
KorrelsterkteWeerstand van korrelmateriaal tegen bezwijken en slijtage onder invloed van belastingen van het korrelskelet.
KorrelverdelingsdiagramVerdeling naar grootte van de korrels van een korrelmassa, uitgedrukt in massaprocenten door bepaalde zeefdiameters; zeefcurve.
Korrelvorm Geometrie van de korrels (rondheid, platheid, langwerpigheid, hoekigheid annex oppervlakteruwheid).
Krimp Volumeafname van een materiaal, bijvoorbeeld ten gevolge van daling van het vochtgehalte en/of de temperatuur.
KruipVolumeof vormverandering van een materiaal bij gelijkblijvende spanning.
Los Angeles Abrasion
Test
Laboratoriumproef ter bepaling van de korrelsterkte en afslijting van korrelmateriaal.
MilieubelastingMilieuhygiënische belasting van de omgeving door uitlogen van stoffen uit de constructie.
Milieuprofiel Aanduiding van de potentiële milieubelasting van een product.
Mohr-Coulomb-omhullendeOmhullende van een serie Mohrse cirkels, die de bezwijkspanningstoestanden van een bepaald materiaal voorstellen onder invloed van combinaties van normaal- en schuifspanningen.
Mohrse cirkelGrafische voorstelling van de spanningen die werken op willekeurige vlakken in een gegeven punt binnen de constructie.
Natte dichtheid Dichtheid van het bulkmateriaal inclusief aanwezig water in de poriën.
Ontmengings-
gevoeligheid
Mate waarin een loskorrelig materiaal gevoelig is voor het ontstaan van een minder homogene korrelverdeling tijdens transport en verwerking.
Ontspannen Techniek van aanbrengen van een onregelmatig patroon van kleine scheurtjes tijdens de verhardingsfase van gebonden funderingen om latere negatieve effecten van scheurgroei te beheersen.
OpdooiTijdens de dooi optredende verweking van grondlagen en funderingslagen, die ontstaat doordat het smeltwater niet kan afvloeien door dieper liggende, nog bevroren lagen; als gevolg hiervan treden onder invloed van verkeerslasten wateroverspanningen op.
OptimumvochtgehalteVochtgehalte dat volgens de proctorcurve behoort bij de maximumproctordichtheid.
OpvriezenOmhoog komen van de toplaag door volumetoename van een grond- of funderingslaag door bevriezing van het in die laag aanwezige water.
Permanente vervormingVervorming van een materiaal die na het verwijderen van de belasting aanwezig blijft. Deze deformatie is verantwoordelijk voor de spoorvormingsontwikkeling in wegconstructies.
Plastische krimpScheurvorming met spinnenwebachtige structuur aan het oppervlak van een cementgebonden laag als gevolg van sterke uitdroging aan het oppervlak.
PoissongetalFactor die beschrijft hoe een materiaal wat betreft vervorming reageert onder een druk- of trekbelasting.
PoriëngehaltePoriënvolume van een materiaal, uitgedrukt als percentage van het totale volume dat het materiaal inneemt. Ook aangeduid met holle ruimte.
Poriënwater Water in de open ruimtes tussen en eventueel ook in de korrels.
ProctorcurveGebogen lijn die het verband weergeeft tussen droge dichtheid en vochtgehalte van een monster waarop een bepaalde hoeveelheid verdichtingsenergie is uitgeoefend.
Proctordichtheid Maximumdrogedichtheid van korrelig materiaal die met behulp van de proctorproef wordt bepaald.
PuzzolaanPoedervormig toeslagmateriaal dat zich in combinatie met calciumhydroxide gedraagt als latent hydraulisch bindmiddel.
Resiliënt modulus Stijfheidsmodulus afhankelijk van de opgelegde spanning en steundruk.
SamenstellingMateriaalsoorten of chemisch-mineralogische componenten van het mineraalaggregaatmengsel uitgedrukt in hun relatieve aandeel.
SCB-proefSemi Circular Bending-test of ‘halve-maan’-proef. Proefopstelling waarmee de buigtreksterkte of de weerstand tegen scheurvorming van een materiaal kan worden bepaald. In de proef wordt gebruikgemaakt van half-cirkelvormige proefstukken.
Scheurgevoeligheid Weerstand tegen de doorgroei van scheuren van een materiaal.
Schuifspanning Spanning die evenwijdig aan een oppervlak wordt uitgeoefend.
Schuifsterkte Maximale weerstand tegen schuifspanningen en afschuiving.
SchuifweerstandWeerstand tegen bezwijken en verlies van samenhang van gebonden materialen onder een combinatie van druk-, trek- en schuifkrachten.
SpattenAan het wegoppervlak zichtbare opbolling overdwars als gevolg van het uitzetten van gebonden funderingen en het overschrijden van de druksterkte van funderingsmateriaal.
StabiliteitMate van vormbehoud van een constructie onder invloed van eigen gewicht en verkeersbelastingen.
Statische plaatbelastingsproefLangzame in-situproef ter bepaling van de stijfheids- en vervormingseigenschappen (stijfheidsmodulus en beddingsconstante) van de ondergrond of de verharding.
Sterkte Weerstand tegen opgelegde belasting en afschuiving.
Stijfheid(smodulus)Weerstand tegen vervorming; verhouding tussen belasting en elastische vervorming van een materiaal; elasticiteitsmodulus.
Stijfheidsmodulus van de ondergrondStijfheidsparameter; verband tussen de verticale spanning onder een belastingsplaat en de zakking van de ondergrond als functie van vorm en grootte van het belaste oppervlak; plaatbelastingsmodulus of ondergrondmodulus.
StroefheidWrijvingsweerstand tussen een voertuigband en het wegoppervlak.
Temperatuur-
gevoeligheid
Mate waarin een materiaal krimpt of uitzet bij verlaging of verhoging van temperatuur.
TemperatuurrekRek in een gebonden materiaal die optreedt ten gevolge van temperatuursveranderingen.
TextuurVorm, grootte en rangschikking van de oneffenheden op een oppervlak; microtextuur heeft betrekking op het oppervlak van de afzonderlijke korrels; macrotextuur op het oppervlak als geheel.
Treksterkte Maximale weerstand tegen bezwijken en verlies van samenhang van gebonden materialen onder een directe trekbelasting.
TriaxiaalproefProef ter bepaling van mechanische eigenschappen van korrelvormig materiaal, waarbij een cilindrisch materiaalmonster, omhuld door een membraan, wordt onderworpen aan een zijdelingse steundruk en daarna verplaatsingsgestuurd axiaal wordt belast.
UitdrogingskrimpVolumeverkleining van cementgebonden materialen als gevolg van het door uitdroging uittreden van niet-gebonden water; ook wel hygrische krimp genoemd.
Uithardingskrimp Combinatie van uitdrogingskrimp en verhardingskrimp.
UitleveringVolumevergroting die ontstaat bij het ontgraven van grond of een ander mineraal aggregaat; door de dichte schikking van de korrels is het poriënvolume van het ongeroerde materiaal altijd kleiner dan nadat datzelfde materiaal ontgraven is, met als gevolg dat het volume van het ontgraven materiaal los gestort en bij hergebruik met een lagere dichtheid altijd groter is dan de inhoud van de gegraven put.
UitlooggedragMate waarin onder invloed van water stoffen, respectievelijk chemische bestanddelen, vrijkomen en uitspoelen uit de materialen of de constructie.
Valgewicht-
deflectiemeting
In-situmeting waarmee de draagkracht van verhardingslagen kan worden bepaald; de door een vallende massa opgewekte pulsbelasting laat de constructie doorbuigen; deze doorbuiging wordt aan het oppervlak door sensoren op verschillende afstanden van het lastmidden gemeten.
VerdichtenRealisatie van een volumeverkleining dan wel een grotere dichtheid van een ongebonden materiaal door mechanische handelingen; samendrukkingsproces.
VerdichtbaarheidMate waarin de beoogde dichtheid van een materiaal kan worden gerealiseerd.
VerdichtingsgewilligheidGemak waarmee een korrelig materiaal zich laat verdichten; ook verward met de term verdichtbaarheid.
VerdichtingsgraadVerhouding tussen de in situ droge dichtheid (bulkdichtheid) en een gestandaardiseerde maximumproctordichtheid; mate van verdichting.
VerhardingskrimpVolumeverkleining van cementgebonden materiaal ten gevolge van afkoeling door de afnemende hydratiewarmte tijdens het verhardingsproces; ook wel temperatuurkrimp genoemd.
Verkitting Binding van korrels door kalk, cement, klei en dergelijke; hechting.
VermoeiingVerschijnsel waarbij een materiaal bezwijkt als gevolg van een groot aantal lastherhalingen elk kleiner dan de bezwijksterkte.
Verpapping Verfijning van een materiaal met meestal geringe korrelsterkte onder invloed van vocht en bouwverkeer, leidend tot verweking.
VerwekingVerlies aan samenhang in een grond- of korrelmassa ten gevolge van door bouwverkeer opgewekte poriënwateroverspanningen, die de korrelspanningen doen verminderen tot nul, zodat vervloeiing optreedt.
Verzadigingsgraad Verhouding van het volume van het poriënwater en het totale volume van de poriën.
VlakheidVerhardingskenmerk bestaande uit de schadevormen dwarsonvlakheid, langsonvlakheid en lokale oneffenheden.
Vocht Water in grond of mineraal aggregaat boven de grondwaterspiegel.
Vochtbestendigheid Weerstand van korrelmateriaal tegen bezwijken onder invloed van fysische inwerking van water in vloeibare of dampvorm.
Vochtgehalte Verhouding tussen de massa van het poriënwater in een korrelig materiaal en de massa van de droge stof van dat materiaal (in % m/m).
VochtgevoeligheidMate waarin mechanische eigenschappen, zoals stijfheid en wrijvingseigenschappen, van een loskorrelig materiaal wijzigen door de aanwezigheid van vocht of verandering van het vochtgehalte.
VolumebestendigheidWeerstand van een materiaal tegen zwel.
Volumevergroting Zie Zwel.
Volumieke massa Massa per eenheid van volume.
VormvastheidMate waarin (een onderdeel van) een constructie de gerealiseerde vorm en het gegeven volume behoudt onder invloed van krimp, zwel en (na)verdichting.
Vorstbestendigheid Mate waarin een materiaal bestand is tegen de gevolgen van bevriezing van water dat in de poriën aanwezig is.
VorstgevoeligheidEigenschap van een materiaal om bij bevriezing water uit de omgeving aan te trekken naar het vorstfront in het materiaal, met als het gevolg dat het volume en het vochtgehalte van het materiaal toenemen.
VorstheffingOmhoogkomen van een toplaag of grond door volumetoename van een onderliggende laag als gevolg van bevriezing van het daarin aanwezige water.
Waterdoorlatende bestratingBestrating waarbij de straatstenen doorlatend zijn voor oppervlaktewater en waarbij het water infiltreert in de fundering en daar tijdelijk wordt gebufferd en vertraagd wordt afgevoerd naar de ondergrond en nabijgelegen sloten.
WaterdoorlatendheidVerhouding tussen het verhang en de doorstroomsnelheid van water; drainagecapaciteit van volledig verzadigd materiaal.
Waterpasserende bestratingBestrating met ondoorlatende stenen waarbij oppervlaktewater via de voegen tussen de stenen infiltreert in de fundering en daar tijdelijk wordt gebufferd en vertraagd wordt afgevoerd naar de ondergrond en nabijgelegen sloten.
ZwelVolumevergroting van een materiaal veroorzaakt door toename van het vochtgehalte, hydratatie of chemische reactie, die mede afhankelijk is van de aard van het materiaal en de druk die op het materiaal wordt uitgeoefend. Denk bijvoorbeeld respectievelijk aan zwellende kleimineralen, hydratatie van kalkpitten en ettringietvorming.
I.2 Afkortingen met verklaring
AECAfvalenergiecentrale
AGRAC Asfaltgranulaat gebonden met cement (asfaltgranulaatcement)
AGREC Asfaltgranulaat gebonden met bitumenemulsie en cement
AGREM Asfaltgranulaatemulsie
AP04 XErkende partijkeuring conform Besluit bodemkwaliteit
AS 1000Erkende Nederladse monsternemingsmethode
AVI Afvalverbrandingsinstallatie
BESCON Nederlands ontwerprogramma voor betonstraatsteenverhardingen
BRAC Breekasfaltcement
BRL Nationale beoordelingsrichtlijn
BSA Bouw- en sloopafval
CARE Computer Aided Road Engineering
CASH Calciumaluminiumsilicaathydraat
CBR California Bearing Ratio
CE Conformité Européenne
CEM Cementcode
CIMpel Ontwerpprogramma Centrum voor Immobilisatie
CPR Construction Products Regulation
CROW Nationaal kennisplatform voor infrastructuur, verkeer, vervoer en openbare ruimte
CSH Calciumsilicaathydraat
CTB Cement-Treated Base
CVC Continue VerdichtingsControle
DBFM Design, Build, Finance and Maintain
DC Design and Construct
DCM Design, Construct and Maintain
DoP Declaration of Performance
DPB Dynamische plaatbelastingsproef
EC Electric conducitivy (elektrisch geleidingsvermogen)
ELO Elektrostaaloven
EMVI Economisch meest voordelinge inschrijving
EN Europese norm
EPD Eenpuntsproctordichtheid
Environmental Product Declaration
FEV Fabrikant-eigenverklaring
FI Flakiness Index (vlakheidsindex platte stukken)
FWD Falling Weight Deflectometer (valgewichtdeflectiemeter)
GPR Ground Penetrating Radar
gps Global Positioning System
gww Grond- weg- en waterbouw
IBC Isoleren, Beheersen, Controleren
ISO International Organization for Standardization
KMW Keuzemodel wegconstructies
KOMO Kwaliteitskeurmerk in de Nederlandse bouw
LA Los Angeles abrasion value
LCA Life cycle Costing Analysis
LD Linz-Donawitz staalprocedé
LIDAR Light detection and ranging
Laser imaging detection and ranging
L/S Liquid/solid (verhouding vloeistof en vaste stof)
LWD Light Weight Deflectometer
MKI Milieukostenindicator
MPD Maximumproctordichtheid
MRPI Milieurelevante productinformatie
NEN Nederlandse norm
NL-BSB Productkeurmerk
OIA Ontwerpinstrumentarium asfaltverhardingen
PKP Projectkwaliteitsplan
PMP Projectmanagementplan
RAMS Reliability, availability, maintainability, safety
RAMSSHEEP Reliability, availability, maintainability, safety, security, health, environment,economics, politics
RAW Rationalisatie en automatisering grond-, water- en wegenbouw
SCB Semi Circular Bending-test
Systeemgerichte Contractbeheersing
SBK Stichting Bouwkwaliteit
SE Systems Engineering
SIKB Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer
SKAO Stichting Klimaatvriendelijk Aanbesteden en Ondernemen
SMART Specifiek, meetbaar, aanvaardbaar, realistisch, tijdgebonden
SOA Specificaties Ontwerp Asfaltverhardingen
SPB Statische plaatbelastingsproef
UAV Uniforme Administratieve Voorwaarden (voor de uitvoering van werken)
UAVgc Uniforme Administratieve Voorwaarden voor geïntegreerde contractvormen
VENCON Nederlands ontwerprogramma voor wegverhardingen in cementbeton
zoab Zeer open asfaltbeton