Partijkeuring
Funderingsmaterialen die niet zijn voorzien van een erkende kwaliteitsverklaring kunnen worden getoetst door middel van een partijkeuring. Een partijkeuring in het kader van het Besluit bodemkwaliteit mag alleen worden uitgevoerd door hiervoor erkende instanties. Dit geldt zowel voor de monsterneming als voor het laboratoriumonderzoek (zie figuur 6.1).
[ link ]
Figuur 6.1. Monsterneming van funderingsmateriaal
Voor de monsterneming is een aantal protocollen van kracht. Deze zijn te vinden op de website van de Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer (SIKB): www.sikb.nl. Voor de monsterneming moet de monsternemer erkend zijn volgens:
- grond, erkenning volgens BRL SIKB 1000, protocol 1001;
- niet-vormgegeven bouwstoffen, erkenning volgens BRL SIKB 1000, protocol 1002;
- vormgegeven bouwstoffen, erkenning volgens BRL SIKB 1000, protocol 1003.
- samenstellingsonderzoek grond;
- samenstellingsonderzoek bodem;
- uitloogonderzoek met de kolomproef;
- uitloogonderzoek met de diffusieproef.
- grond, AP04-SG;
- niet-vormgegeven bouwstoffen, AP04-SB en AP04-U1;
- vormgegeven bouwstoffen, AP04-SB, AP04-U1, AP04-U2 en AP04-U3.
Alle erkenningen, zowel van de monsternemers als van de laboratoria, zijn te vinden op de website van Rijkswaterstaat:
www.rwsleefomgeving.nl/onderwerpen/ bodem-ondergrond/erkenningen.
www.rwsleefomgeving.nl/onderwerpen/ bodem-ondergrond/erkenningen.
Partijkeuringen die niet door erkende instanties of personen zijn verricht, zijn niet geldig als bewijsmiddel in het kader van het Besluit bodemkwaliteit. Een partijkeuring van een bouwstof mag een partij van een ongelimiteerde omvang betreffen. Voor een partijkeuring aan grond geldt dat de grootte van de partij maximaal 10.000 ton bedraagt, met uitzondering van niet-reinigbare te storten grond en partijkeuring op asbest (maximaal 2.000 ton). Een partij die op basis van visuele waarneming bestaat uit verschillende deelpartijen van duidelijk verschillende samenstelling, mag niet als één partij worden gekeurd. Vanuit een gekeurde partij bouwstof mogen wel deelpartijen worden toegepast. Degene die de opdracht geeft om de partij op te splitsen in deelpartijen is verantwoordelijk voor de kwaliteit van de deelpartijen. De herkomst van een deelpartij moet voor de toepasser en daarmee voor het bevoegd gezag traceerbaar zijn via de afleverbon naar de gekeurde partij bouwstof. Op de afleveringsbon moet worden aangegeven wie de splitsing heeft uitgevoerd en wanneer. Ook moet degene die de splitsing uitvoert, in zijn administratie helder aangeven welke partij is gesplitst, wanneer dit plaatsvond en waar de deelpartijen naartoe zijn gegaan.