Prestatie-eisen
De functie-eisen voor de fundering zijn over het algemeen nog redelijk abstract en daardoor nauwelijks op te nemen als prestatie-eisen in een prestatiebestek. Prestatie-eisen moeten worden gezien als eisen die SMART zijn. De letters van SMART staan voor:
- Specifiek (is de eis eenduidig);
- Meetbaar (is de eis meetbaar en hoe moet de meting worden uitgevoerd);
- Aanvaardbaar (is de eis acceptabel genoeg voor de doelgroep, opdrachtgever, et cetera);
- Realistisch (is de eisstelling haalbaar of is deze onredelijk en nauwelijks te halen);
- Tijdgebonden; (wanneer moet aan de eis worden voldaan, bij oplevering, bij einde contract, et cetera).
De functie-eis ‘blijvend vlak’ wordt een prestatie-eis als in een contract bijvoorbeeld wordt vastgelegd dat geen oneffenheden van meer dan een gespecificeerde meetbare waarde mogen optreden. Hierbij wordt tevens vastgelegd hoe er wordt gemeten, hoe vaak en wanneer er wordt gemeten, wat de prestaties in de tijd zijn en wat de afkeurcriteria (falen van de prestatie) zijn, evenals aan welke minimumprestatie-eis nog moet worden voldaan bij einde contractduur.
In RAW-bestekken worden veelal alleen eisen gesteld bij oplevering of een korte periode daarna. Bij contracten waarbij ook onderhoud (Maintenance in DBM- en DBFM-contracten) is geregeld, wordt soms ook nog vastgelegd hoe en hoe snel falende prestaties moeten worden opgeheven (reparaties, onderhoud, et cetera) en aan welke eisen de onderhoudsmaatregel en het resultaat van de maatregel moet voldoen.
Prestatie-eisen zijn overigens niet gekoppeld aan een bepaald niveau van eisen, maar kunnen in principe op elk niveau worden gespecificeerd. In de praktijk blijkt dat prestatie-eisen veelal op niveau 3, 4 en 5 worden gebruikt. Bij oplossingsvrij specificeren bestaat de behoefte om op een zo hoog mogelijk abstractieniveau eisen te stellen. Bij deze vorm van specificeren is op voorhand namelijk niet bekend hoe de constructieve oplossing eruit gaat zien en welke materialen de opdrachtnemer zal gebruiken.