Heeft u vragen? U kunt ons ook bellen op tel: 0318-695315

Lichte ophoogmaterialen in de wegenbouw
Deze tekst is gepubliceerd op 14-10-13

Woord vooraf

In grote delen van Nederland bestaat de ondergrond uit weinig draagkrachtige lagen. Bij de aanleg en reconstructie van wegen en terreinen op dit soort ondergrond zijn speciale maatregelen nodig om te kunnen voldoen aan de eisen ten aanzien van hoogteligging en restzetting. Door de ondergrond voor te belasten met een ophoging van zand kan veelal aan de eisen worden voldaan. Deze manier van werken vraagt echter om een lange bouwtijd. Deze tijd is in de huidige maatschappij steeds minder beschikbaar. Bouwprojecten vragen om korte doorlooptijden, zodat de weg eerder beschikbaar is voor weggebruikers, er minder hinder is tijdens de bouw en er minder renteverlies optreedt. Door gebruik te maken van lichte ophoogmaterialen kan die kortere bouwtijd worden bereikt.
Deze publicatie geeft wegbeheerders, ontwerpers en aannemers praktische informatie over verschillende in Nederland beschikbare lichte ophoogmaterialen. Een groot gedeelte van deze publicatie gaat in op het uitvoeren van een geotechnisch en wegbouwkundig ontwerp waarin lichte ophoogmaterialen zijn toegepast. Dit gedeelte van de publicatie is voornamelijk van belang voor de ontwerpers. Voordat het echter tot zo’n ontwerp komt, moet de wegbeheerder overtuigd zijn van de mogelijkheden en voordelen van lichte ophoogmaterialen. De eerste hoofdstukken van deze publicatie gaan hier op in.
CROW wil met deze publicatie een bijdrage leveren aan de maatschappelijk vragen ten aanzien van beschikbaarheid, verkeershinder, vermindering van onderhoudskosten, et cetera. Naar de mening van de werkgroep is dat met deze publicatie mogelijk. Wij wensen alle gebruikers van deze publicatie veel succes toe bij het toepassen van de aangereikte kennis en adviezen.
De publicatie is tot stand gekomen door de enthousiaste inzet van de werkgroepleden. Ik wil hen danken voor hun inbreng. Ook wil ik Rijkswaterstaat Dienst Verkeer en Scheepvaart, het Fonds Collectief Onderzoek, Stybenex, de Stichting Schuimbeton Nederland en de Nederlandse Vereniging van Leveranciers van Bouwgrondstoffen danken voor financiële bijdragen om de uitvoering van dit project mogelijk te maken.
CROW
dr.ir. I.W. Koster, directeur​
Bij het verschijnen van deze publicatie was de werkgroep ‘Lichte ophoogmaterialen’ als volgt samengesteld:
- ir. M.J. Eijbersen, CROW (voorzitter)
- ing. E. Baars, Gemeentewerken Rotterdam
- ir. J.H. Beukema, Rijkswaterstaat Dienst Verkeer en Scheepvaart
- ing. A. Blanken, KOAC•NPC
- ing. F.G. van Dijk, Van Dijk Maasland BV
- ing. G. Geertjes, DEVO Bouwstoffen, namens Nederlandse Vereniging van Leveranciers van
Bouw grondstoffen

- C.G. Nederstigt, Faber Celbeton BV, namens Stichting Schuimbeton Nederland
- ing. B.U.J.M. van Roosmalen MBA, Stybenex
- ing. R. Rozing, Arcadis Nederland
- ir. M.J. de Ruiter, DuraVermeer Infrastructuur BV
- ir. A.A.M. Venmans, Deltares
- ing. J. Verschuure, Provincie Zuid-Holland
- ing. E.E. Vos-Heikens, Gemeente Bodegraven-Reeuwijk
Corresponderende leden:
- ing. E.A. Kwast, Kwast Consult
- M.G. van Nieuwpoort, Oosterbeek EPS Producten
- ir. ing. J. Tepper, TMC/AFLOAT
Vanuit CROW is de werkgroep begeleid door ir. M.J. Eijbersen. De publicatie werd samengesteld door ing. A. Blanken en dr. ir. C.A.P.M. van Gurp, beiden werkzaam bij KOAC•NPC. Deze uitgave werd mede mogelijk gemaakt door financiële ondersteuning van Rijkswaterstaat Dienst Verkeer en Scheepvaart, het Fonds Collectief Onderzoek, Stichting Schuimbeton Nederland, Stybenex en de Nederlandse Vereniging van Leveranciers van Bouwgrondstoffen.