Heeft u vragen? U kunt ons ook bellen op tel: 0318-695315

Nucleair meten - nu ook op zand en AVI-bodemas
Deze tekst is gepubliceerd op 26-02-14

Inrichting van het onderzoek op zand

Er zijn twee soorten zand geselecteerd: leemzand en plaatzand. Met deze zanden zijn proefstukken gemaakt met gewenste verdichtingsgraden van 95 en 100 procent. Dit is gerealiseerd door de daarvoor benodigde hoeveelheid zand in een metalen cilinder (diameter 1,00 m en inwendige hoogte 0,35 m) door trillen te verdichten. Het verdichte zand in de cilinder vormt het ‘proefstuk’. De gemiddelde dichtheid hiervan is als de ‘ware’ dichtheid aangenomen. De dichtheid van het proefstuk is vervolgens bepaald met de steekring en de nucleaire methode. De afwijking van deze gemeten dichtheid ten opzichte van de ware dichtheid maakt het mogelijk een uitspraak te doen over de mogelijke systematische afwijking.
Er zijn aan het proefstuk metingen met een nucleair meetinstrument en steekringen uitgevoerd. Figuur 6 toont waar in het horizontale vlak de meetpunten zijn gesitueerd. In het verticale vlak zijn met het nucleaire instrument metingen gedaan met de bron op 10, 20 en 30 cm onder het oppervlak van het proefstuk. Op elke diepte zijn dus acht nucleaire metingen gedaan. De nucleaire metingen aangeduid met Mn, Mo, Mw en Mz zijn uitgevoerd met de nucleaire sonde in het midden van het proefstuk, waarbij het apparaat telkens 90° (om de sonde) is gedraaid. Voor de meettijd is één minuut aangehouden. De steekringmetingen zijn alleen op 20 cm diepte uitgevoerd in de meetpunten Mn, Mo, Mw en Mz. Er zijn twee typen steekring gebruikt volgens de maatvoering in de Standaard RAW Bepalingen 2000 (figuur 7). De steekring volgens figuur F(4,4)1 is toegepast voor de metingen Mz en Mw. De steekring volgens figuur F(4,4)2 is toegepast voor de metingen Mn en Mo.
[ link ]

Figuur 6. Verdeling van de meetpunten in het horizontale vla

[ link ]

Figuur 7. Steekringen volgens de Standaard 2005
Opmerking: de hoek van 45° in F(4.4)2 staat onjuist aangegeven in de Standaard 2005. Dit moet 80° zijn.

Tabel 1 geeft de opzet van metingen weer. In tabel 2 is aangeven welke varianten zijn meegenomen in het onderzoek. Elke variant is in duplo onderzocht.
Tabel 1 Meetpunten en type meting
tr : meting nucleair
srt : meting steekring
Mn t/m Mz : meetpositite midden
N t/m Z : meetpositie windroos
Meetpunt
Diepte
[cm]
Mn Mo Mw Mz N O W Z
10 tr tr tr tr tr tr tr tr
20 tr+str 2 tr+str 2 tr+str 1 t+srt 1 tr tr tr tr
30 tr tr tr tr tr tr tr tr
Tabel 2 Overzicht onderzochte varianten
Variant Aantal metingen
Materiaal Vocht
[%]
Verd. gr
[%]
Steekring
nr. 1
Steekring
nr. 2
Nucleair
Leemzand

mpd = 1933 kg/m
3

w
opt
= 10,0%
7 95 2 2 24
7 100 2 2 24
10 95 2 2 24
10 100 2 2 24
Plaatzand

mpd = 1709 kg/m
3

w
opt
= 14,6%
11 95 2 2 24
11 100 2 2 24
14 95 2 2 24
14 100 2 2 24
[ link ]

Nucleaire meting op een in het laboratorium vervaardigd proefstuk