Verdichtingsaanbevelingen voor Nederlandse zanden
De GTR 1992-aanbevelingen voor verdichting van Nederlandse zanden ten behoeve van aanvulling en ophoging zijn af te lezen in de tabel van figuur 3.48a en ten behoeve van zandbed in de tabel van figuur 3.48b.
[ link ]
Figuur 3.48a+b Verdichtingsaanbevelingen voor de lichte en de zware wals bij aanvulling/ophoging en zandbed volgens GTR 1992
De aanbevolen laagdikte e in m die is verdicht met N walsovergangen met een snelheid v in km/h leidt tot de vereiste verdichtingsgraden als beschreven in de vorige paragraaf.
Bij toepassing van zwaardere walsen, zoals de wals met code V5 volgens GTR 1992 kan voor beide situaties (aanvulling/ophoging en zandbed) een keuze worden gemaakt tussen enerzijds verdichting van een relatief dunne laag met weinig walsovergangen en een hoge walssnelheid en anderzijds een relatief dikke laag met meer walsovergangen en een lagere walssnelheid.
Ten behoeve van toepassing in aanvulling of ophoging wordt aanbevolen de vochtongevoelige zanden met de codes B1 en D1 met middelmatige verdichtingsintensiteit te verwerken; bij de vochtgevoelige zanden met code B2 hangt de benodigde verdichtingsintensiteit af van de vochttoestand en de weersomstandigheden; zie de tabel van de figuren 3.41ben 3.48a.
Ten behoeve van toepassing in het zandbed, waar hogere eisen worden gesteld aan de verdichtings- graad, worden door GTR 1992 relatief kleine laagdikten toegestaan die zeer intensief worden verdicht. Vochtgevoelige zanden met code B2 laten zich met behulp van de wals V1 onvoldoende verdichten. Met behulp van de zwaardere V5-wals wordt de vereiste verdichtingsgraad wel gehaald; zie de tabel van figuur 3.48b.
In de verdichtingsaanbevelingen van GTR 1992 is eveneens voor elke combinatie van laagdikte, aantal walsovergangen en walssnelheid de verdichtingscapaciteit aangegeven. Deze kan worden gedefinieerd als het volume dat per tijdseenheid, per eenheid van walsbreedte wordt verdicht; in formulevorm:
waarbij:
Q | = | volume verdichte grond in m 3 |
L | = | walsbreedte in m |
S | = | oppervlakte verdichte grond in m 2 |
v | = | walssnelheid in m/s |
e | = | (verdichte) laagdikte in m |
N | = | aantal walsovergangen. |
De uit de tabellen van figuur 3.48a+b af te leiden benodigde capaciteit ten behoeve van een adequate verdichting van aanvulling en ophoging c.q. zandbed is in de tabel van figuur 3.49 aangegeven voor de relevante combinaties van zandsoort en walstype.
[ link ]
Figuur 3.49 Theoretische verdichtingscapaciteit voor de lichte en de zware wals bij aan vulling/ophoging en zandbed