Heeft u vragen? U kunt ons ook bellen op tel: 0318-695315

Verticale drainage
Deze tekst is gepubliceerd op 04-12-13

Grondonderzoek

Het grondonderzoek heeft bestaan uit een boring en een aantal elektrische sonderingen met kleefmantel. Aan de hand hiervan is een globaal grondprofiel vastgesteld (figuur 41). Ter plaatse van de locatie waar later de bouwput is gegraven, zijn onder het maaiveld (NAP - 2.90 à 3.40 m) de volgende lagenpakketten aangetroffen:
  • een 2.00 à 2.75 m dik pakket zeer slecht waterdoorlatende en sterk samen te drukken lagen veen en klei.
  • een slecht waterdoorlatende en matig samendrukbare zandige kleilaag ter dikte van 3.00 à 3.75 m
  • een pakket zandlagen afgewisseld met dunne klei- en veenlaagjes.
Het open waterpeil in de polder variëert van NAP - 3.35 tot 4.50 m; het waterpeil in het kanaal aan de andere zijde van het tracé bedroeg ca NAP - 1.50 m.
[ link ]

Figuur 41. Situatie van de grondgesteldheid