Teerhoudend asfaltgranulaat

Uit de inventarisatie blijkt dat teerhoudend asfaltgranulaat (TAG) in wegfunderingen wordt gebonden met cement of met cement en bitumenemulsie; er werden geen projecten gemeld waarbij alleen bitumenemulsie als bindmiddel is gebruikt.

In de Richtlijn zijn drie ‘standaard isolatie-elementen’ beschreven voor de randafwerking van GETAG (zie 2.3). Deze randafwerkingen zijn de standaardtoepassingen die zonder nader onderzoek door een deskundig bedrijf mogen worden toegepast. Naast de standaardtoepassingen voor de randafwerking worden in de praktijk ook niet-standaard randafwerkingen toegepast. De verschillende randafwerkingen die tijdens de inventarisatie zijn aangetroffen, zijn opgenomen in tabel 3.

Uit tabel 3 blijkt dat van de geïnventariseerde werken totaal 36% geïsoleerd is met een standaardtoepassing volgens de Richtlijn. Bij de overige werken met GETAG is een niet-standaardtoepassing gebruikt of is in het geheel geen randisolatie toegepast. Laatstgenoemde werken zijn te verdelen in werken die werden uitgevoerd voordat de Richtlijn is gepubliceerd of vastgesteld en werken waarbij naast cement ook bitumen-emulsie als bindmiddel is toegepast. Volgens de Richtlijn dient TAG koud te worden gebonden met cement en/of bitumen. De huidige wetgeving schrijft voor dat naast het koud binden van het teerhoudende asfaltgranulaat ook IBC-maatregelen moeten worden toegepast. De al dan niet optredende uitloging van PAK wordt hierbij niet in beschouwing genomen. Hierdoor moeten TAGRAC, TAGREM en TAGREC geïsoleerd worden met een asfalt- of een cementbetonverharding en een randafdichting.

Uit nadere analyse van de gegevens blijkt dat van de projecten die ná de vaststelling van de Richtlijn zijn voorbereid en uitgevoerd, het percentage met een standaardconstructie nauwelijks hoger is dan 36 procent.