Heeft u vragen? U kunt ons ook bellen op tel: 0318-695315

CROW-CUR Rapport 213:2022 Handboek Hout in de grond-, weg- en waterbouw
Deze tekst is gepubliceerd op 25-10-21

Damwanden en beschoeiingen

Damwanden
Damwanden van hout worden al honderden jaren gebruikt om ons land te beschermen tegen het water. We komen ze tegen in de vorm van kademuren en oeverbescherming. Door zijn specifieke eigenschappen is hout een zeer geschikt materiaal voor damwanden. Er zijn tal van houtsoorten, afkomstig uit duurzaam beheerde bossen, die aangemerkt zijn als geschikt voor toepassing in damwand (zie bijlage A).
Houten damwanden bestaan uit geprofileerde delen die een waterdichte grond- en waterkering vormen en door middel van een tong en groef met elkaar zijn verbonden. Afhankelijk van de toepassing worden de delen voorzien van een gording om de krachten van de achterliggende talud op te vangen. In het belang van de levensduur wordt een dekplank, ofwel deksloof toegepast die de kopse kanten van de damwandelen beschermen. Er zijn geen specifieke richtlijnen voor damwanden. De afmeting en opbouw van de damwand is afhankelijk van de toepassing, rekening houdende met onder meer gevolgklasse, geotechnische en houttechnische eigenschappen en belastingen zoals de sterkteklasse van houtsoorten. De dikte varieert van 30 tot 100 mm en een lengte tot ca 6 meter. Meest gangbaar zijn damwanden van 50 mm dik en 5 meter lang.
[ link ]

Figuur 2.11 Damwand profiel (Bron: Centrum Hout, 2018)

Houten damwanden worden in de praktijk, na hun eerste gebruik, veelal opnieuw gebruikt in dezelfde toepassing. Dat kan door de damwand omgekeerd te plaatsen, in te korten en opnieuw te gebruiken, of er andere damwandplanken mee op te langen. Er zijn drie typen damwanden te onderscheiden:
  • onverankerd
  • verankerd
  • combi-damwandplanken
Onverankerd en verankerd
Gebruikelijk worden damwanden onverankerd toegepast, waarbij de constructie de gronddruk keert. Bij zeer grote kerende hoogte en bijbehorende grote gronddruk, wordt de damwand met behulp van zogenaamde ankerstaven en platen verankerd (figuur 2.12).
[ link ]

Figuur 2.12 Verankerde damwandconstructie (Bron: Centrum Hout, 2018)

Combi-damwanden
Gebruikelijk bestaan damwand planken uit één houtsoort, met duurzaamheidsklasse 1 of 2. Daarnaast is er ook een product dat twee houtsoorten combineert. Het zwaarbelaste deel op de waterlijn kan bestaan uit een duurzame houtsoort (klasse 1 of 2), of uit gemodificeerd hout dat geschikt is in grondcontact. Het deel onder de waterlijn kan uitgevoerd worden in een niet-duurzame houtsoort, bijvoorbeeld een naaldhoutsoort met duurzaamheidsklasse 4 of 5. Nieuwe ontwikkeling is dat het bovenste deel van de combi-damwandplanken is gemaakt van secundair loofhout (duurzaamheidsklasse 1 of 2) afkomstig van oude damwanden. Deze delen worden nadat ze zijn ‘’geoogst’’ uit het oude werk, schoongemaakt, geschaafd, gekort en opnieuw door middel van een vingerlas op het naaldhout gelijmd en vervolgens van een damwandprofiel worden voorzien (figuur 2.11).
[ link ]

Figuur 2.13 Combidamwand met gerecycled Azobé (Bron: Benecke aannemingsmij Zaandam)

Beschoeiingen
Schoeiingen zijn evenals damwanden grond- en waterkerende voorzieningen, maar worden toegepast in situaties met een lage gronddruk. Beschoeiingen bestaan over het algemeen uit horizontaal gestapelde houten delen, die doormiddel van verticaal ingebrachte palen worden verankerd. Ter bescherming wordt op de palen een deksloof, ofwel dekplank aangebracht.
We maken bij beschoeiing onderscheid tussen:
  • opgeklampte schotten
  • combi-schotten
  • bijzondere beschoeiingen (o.a. vlechtmatten)
Opgeklampte schotten
Dit zijn kant en klare elementen bestaande uit meestal 6 gestapelde planken (kleedhout)aan de achterzijde bijeengehouden door verticale planken (klampen). Aan de achterzijde is een zandwerend doek aangebracht ter bescherming van het hout én om lekkage als gevolg van plantengroei te voorkomen. De schotten worden ter plaatse als kering aangebracht en met palen die worden ingedreven en verbonden met een schroef en boutverbinding.
Combi-schatten
Opgeklampte schotten kunnen bestaan uit één enkele houtsoort, maar er bestaan ook ‘’combischotten’’, waarbij een duurzame en een minder ‘duurzame ‘houtsoort (meestal naaldhout) worden gecombineerd. Op de waterlijn wordt dan een houtsoort met duurzaamheidsklasse 1-2 gekozen. Omdat onder water geen aantasting door schimmels plaatsvindt, kan hier een houtsoort met een lagere natuurlijke duurzaamheid (klasse 3-4) worden toegepast.
[ link ]

Figuur 2.14. Links: opgeklampte schotten met deksloof (Foreco); Rechts: combi-schot: combinatie van houtsoort met duurzaamheidsklasse 1-2 op de waterlijn en naaldhout duuzaamheidsklasse 4-5 onder water met aan de achterzijde grondwerend doek (Bron: Nibe).

Bijzondere beschoeiingen
Bij nog geringere gronddruk kan een horizontaal en verticaal (vlecht)werk van dunne latten worden toegepast dat verankerd wordt met palen. Het gebruik van deze dunne latten is een nuttige toepassing van resthout met kleinere afmetingen, die als restproducten van zaagwerk voor grote houtconstructies vrijkomen. Voorbeeld hiervan is ‘’Type Zaanstad’’ (zie figuur 2.15). Voorwaarde voor het toepassen van een beschoeiing van dit type is een stabiel waterpeil, altijd en continu stabiel. Er worden namelijk naaldhouten palen toegepast met een flinke lengte welke op de waterlijn worden afgezaagd. De klampen van de schotten worden niet aan de landzijde van de schotten gemonteerd maar aan de waterzijde en worden doorgaans iets dikker uitgevoerd dan normaal daar de klamp de functie van paal boven waterpeil overneemt.
[ link ]

Figuur 2.15. Oeverbeschoeiing ‘’Zaanstad’’ (GWWHoutimport)