Aan houtconstructies in de GWW worden net als bij constructies van staal en beton eisen gesteld aan de levensduur die ver boven de leeftijd van huidige constructies gaan. Er is echter wel ervaring opgedaan waarmee kan worden ingeschat welke ontwerplevensduur bereikt kan worden wanneer de huidige inzichten met betrekking tot houtsoortkeuze, detaillering en onderhoud worden toegepast. Daarbij is het zinvol te kijken naar constructies die onder zware omstandigheden worden toegepast, namelijk sluisdeuren en damwanden en bruggen.
Houten sluisdeuren worden al toegepast in Nederland sinds 1400. Demerara Groenhart wordt al meer dan honderd jaar toegepast en azobé sinds de jaren 1950. In het Woudagemaal in Lemmer zijn in 1917 sluisdeuren toegepast van Demerara Groenhart die 95 jaar dienst gedaan hebben. In de Ewijcksluis zijn in 1953 deuren van azobé toegepast die 59 jaar dienst hebben gedaan.
De ervaring met deze deuren was dat deze goed hebben gefunctioneerd en dat op de lucht-waterlijn, het punt is waarop onderdelen na al deze jaren blootstelling beperkt zijn aangetast. Vanwege de grote dimensies van de constructie-onderdelen gaf dit geen veiligheidsproblemen gedurende de levensduur. Dit geeft aan welke prestaties een houtsoort van duurzaamheidsklasse DC1 kan leveren.
[ link ] Figuur 3.18 Links : Demerara groenhart deur na 95 jaar in dienst; Midden: azobé deur in de Ewijcksluis na 59 jaar in dienst: Rechts: beperkte aantasting op de lucht-waterlijn in de Ewijcksluis.
Damwanden
Door bureau Westenberg (Westenberg 2019) is een studie uitgevoerd naar damwanden en beschoeiingen met toepassing van hout in duurzaamheidsklasse DC 1 en DC 2. Op basis van 50 onderzochte gevallen kwam men tot de conclusies dat de gemiddelde levensduur van deze constructies tussen de 30 en 40 jaar ligt. Houten damwanden zijn inmiddels ook opgenomen in berekeningssoftware zoals DSHEET, wat de berekening ervan voor constructeurs toegankelijker maakt en waarmee de toepassing vergroot wordt.
[ link ] Figuur 3.19 Links: Houten damwand azobé (Wijma Kampen); Rechts: Houten steiger met basralocus meerpalen in Rotterdam (foto:Port of Rotterdam)
Meerpalen en remmingswerken
Bij het toepassen van hout is het van belang vast te stellen of de palen in zoet of zout water worden toegepast. Bij toepassing in zout water kan paalworm voorkomen. De duurzaamheidsklassen die aan houtsoorten worden toegekend hebben betrekking op de weerstand tegen schimmels. De weerstand van een houtsoort tegen paalworm moet daarom specifiek vermeld worden. In rapporten van Rijkswaterstaat uit de jaren ’70 van de vorige eeuw wordt aanbevolen om bijvoorbeeld basralocus toe te passen in het deltagebied. In de Rotterdamse haven worden geen houten palen toegepast in zeewater, maar wel in de regio stad en Waalhaven waar het water op zijn hoogst brak te noemen valt. Daar worden basralocus palen al toegepast sinds eind 19e eeuw en waarschijnlijk al eerder, behalve vanwege de hoge duurzaamheid vooral vanwege de benodigde lengte van tenminste 19 meter. Azobé wordt vanaf eind jaren twintig van de vorige eeuw vooral gebruikt in remmingwerken.
Bij toepassing van houten palen en liggers in havens spelen 2 degradatiemechanismen een rol: de eerste door de biologische aantasting, vooral rond de waterlijn en ten tweede door mechanische belastingen door het contact met schepen en waterstroming. Ten gevolge van dit laatste mechanisme is de levensduur voor azobé wrijfhout circa 15 tot 20 jaar. Voor basralocus palen is de levensduur op drukke ligplaatsen circa 20 -25 jaar. Basralocus palen zonder degradatie als gevolg van slijtage door gebruik, hebben een levensduur van ongeveer 35 jaar. De degradatie vindt dan vooral plaats rond de waterlijn. Beneden de waterlijn zijn ze vaak nog onaangetast. Door de onaangetaste delen weer met elkaar te verbinden kunnen deze weer nieuw gebruikt worden (zie figuur 3.20).
[ link ] Figuur 3.20 Links: Koppelen van basralocus palen door middel van glasvezel koppelstaven en epoxy; Midden: Koppelen van basralocus palen in de mal tijdens het uitharden van de epoxy hars: Rechts: stalen verbindingsplaten (foto’s Port of Rotterdam)
Bruggen
Het gebruik van houten bruggen is in opkomst. Doordat tropisch hardhout tegenwoordig met een duurzaam geproduceerd certificaat te verkrijgen is, biedt dit mogelijkheden om de toepassing in bruggen te vergroten. Eén van de oudste brugconstructies in de GWW met een grote overspanning is de Langegatse brug in Zevenbergen die 36 jaar oud is (figuur 3.21).
[ link ] Figuur 3.21 Links: Langegatse brug Zevenbergen: Bouwjaar 1985. (foto Wijma Kampen; Rechts: Pieter Smitsbrug over Winschoterdiep en A7, vakwerkbruggen en aanloopbruggen van azobé, , bouwjaar :2020
Een recent voorbeeld is de Pieter Smitsbrug, met aparte delen, over het Winschoterdiep en de A7 en aanloopbruggen, waarvan de constructie is uitgevoerd in azobé. Deze brug is door Wijma Kampen opgeleverd met een ontwerplevensduur 80 jaar.
In hoofdstuk 4 komen deze voorbeelden terug als er ingezoomd wordt op de details. Dan kan verbinding gemaakt worden met constructies die lang functioneren en hoe de details eruit dienen zien. Vervolgens wordt hier in het hoofdstuk onderhoud weer verder op ingehaakt mbt het uitgevoerde onderhoud.