Selectie van geschikte houtsoorten met betrekking tot de duurzaamheid
Selectie van de geschikte houtsoort voor een constructie of een detail is het maken van de juiste keuze tussen de sterkteklasse, duurzaamheidsklasse en de gebruiksklasse. In een aantal normen staan deze klassen nader gedefinieerd. De sterkte klassen worden behandeld in paragraaf 3.2.6.
In Nederland en ook Europa kunnen houtsoorten op basis van resultaten uit duurzaamheidsbeproevingen, ingedeeld worden in duurzaamheidsklassen. Voor toepassing in de GWW is de klassenindeling (volgens NEN-EN 350) voor duurzaamheid in grondcontact de meest relevante. Van een groot aantal houtsoorten is de duurzaamheidsklasse onder gestandaardiseerde omstandigheden bepaald. In de testen wordt de gewichtsafname van proefstukken die gedurende een bepaalde periode aan schimmels worden blootgesteld gemeten. Daarmee kan de duurzaamheid van verschillende houtsoorten ten opzichte van elkaar vergeleken worden. Er zijn 5 klassen gedefinieerd van DC1 tot en met DC5. DC is de Engelse afkorting voor “durability class”, die in dit boek consequent gehanteerd zal worden. De Nederlandse omschrijving per klasse staan weergeven in tabel. In EN 350:2016 zijn van een groot aantal houtsoorten de duurzaamheidsklassen weergegeven.
Tabel 3.1 Indeling van hout in duurzaamheidsklassen volgens NEN-EN 350
Duurzaamheidsklasse (Durability class) | Omschrijving |
DC1 | zeer duurzaam |
DC2 | duurzaam |
DC3 | gematigd duurzaam |
DC4 | weinig duurzaam |
DC5 | niet duurzaam |
Op basis van zogenaamde gebruiksklassen (Engels Use Classes) worden de omgevingscondities waarin het hout wordt toegepast geclassificeerd in klassen UC1 tot en met UC5 (zie tabel 3.2.).
Tabel 3.2 Indeling van hout in gebruiksklassen volgens NEN-EN 335
Gebruiksklasse (Use class) | Omschrijving | Vochtgehalte hout 1) (indicatief) (%) |
UC1 | binnen, droog | Max 20 |
UC2 | binnen of buiten onderdak, soms nat | Soms >20 |
UC3.1 | buiten, nat korte periodes, geen vocht accumulatie | Regelmatig >20 |
UC3.2 | buiten, nat langere perioden, vocht accumulatie mogelijk | Regelmatig >20 |
UC4 | in grondcontact en/of met zoet water | Altijd >20 |
UC5 | in contact met zoutwater/zeewater | Altijd >20 |
Tenslotte worden in de nieuwe EN 460 die in de komende jaren zal verschijnen prestatieklassen geïntroduceerd waarbij rekening gehouden wordt met verschillende factoren die de duurzaamheid in de toepassing beïnvloeden. Belangrijke factoren zijn het klimaat aan dat het materiaal wordt blootgesteld, het ontwerp, en ook de consequenties m.b.t. schade die ontstaat als het materiaal bezwijkt.
In de huidige EN 460 uit 1994 wordt onderstaande tabel gegeven om de koppeling te maken tussen de gebruiksklassen en duurzaamheidsklassen van het hout. Deze tabel geeft een indicatie welke duurzaamheidsklassen voor welke gebruiksklasse geschikt kan zijn. Dit kan een hulpmiddel zijn bij de selectie van de houtsoort. Met de gekozen sterkteklasse (zie paragraaf 3.2.6) en duurzaamheidsklasse kan de keuze voor de houtsoort gemaakt worden.
Tabel 3.3 Koppeling tussen duurzaamheidsklasse en gebruiksklasse volgens EN 460;(1994)
[ link ] Duurzaam detailleren en toepassen van meer houtsoorten
Eén van de doelstellingen van duurzaam houtgebruik is het toepassen van meer en ook lokale hout(soorten) mogelijk te maken. Door duurzaam te detailleren worden de condities voor het hout in de toepassing veranderd. Het hout kan als het ware een gebruiksklasse opschuiven. Zo kan hout dat permanent (gebruiksklasse 4) of langere perioden (gebruiksklasse 3.2) nat is, door duurzaam te detailleren, opschuiven naar gebruiksklasse 3.1, waarin het hout slechts kortdurend nat is. Dit betekent dat het ook mogelijk zal zijn in deze veranderde situatie, houtsoorten uit een lagere duurzaamheidsklasse toe te passen. In hoofdstuk 4 worden veel ideeën en suggesties voor duurzaam detailleren behandeld aan hand van sprekende praktijkvoorbeelden.