Constructies bruggen
Figuur 155. Plank over sloot
Figuur 156. Fiets-voetgangersbrug
Figuur 157. Verkeersbrug lokale weg
Figuur 158. Houten paaljuk onder grotere verkeersbrug
De landhoofden van houten bruggen zijn over het algemeen eenvoudig uitgevoerd. De relatief grote houten bruggen hebben grotere betonnen landhoofden, maar veelal bestaan de landhoofden uit een betonnen of houten dwarsbalk. Houten balken zijn meestal uitgevoerd in een sterke en duurzame houtsoort (bijvoorbeeld azobé).
Tussensteunpunten zijn veelal uitgevoerd als paaljuk waarbij twee of meer (schoor)palen zijn verbonden met dwarsliggers, schoren en of koppelbalken. Zie figuur 161.
Figuur 159. Paaljuk waarbij schoorpalen verbonden zijn met een koppelbalk
Liggers, zowel in dwars als in langsrichting, bestaan uit een enkele balk of zijn samengesteld uit een aantal kleinere balken. In het verleden werd vooral azobé toegepast, maar het aantal duurzame loofhoutsoorten in deze toepassing is toegenomen. Ook worden verduurzaamde en niet-verduurzaamde (vaak geoptimaliseerde) naaldhouten liggers gebruikt.
Figuur 160. Stalendwarsligger op houten palen, ongewone combinatie
Figuur 161. Kunststof dek op houten liggers
Houten brugdekken zijn veelal geprofileerd uitgevoerd tegen gladheid. Over de planken zijn een slijtlaag, antislipprofielen, of (in speciaal daarvoor gemaakte voegen) een slijtstrip aangebracht. Let bij een inspectie goed op aantasting onder deze profielen. In veel gevallen zijn de dekplanken direct vastgebout op de langsliggers. Op stalen liggers zijn brugdekplanken vaak vastgezet met klemmen. Let er bij kruisdradige houtsoorten op dat de dikte van de kwartierse dekdelen meerdere kruisdraadbanden kan bevatten.
De opbouw en variatie in houten leuningen is groot. Er worden diverse houtsoorten toegepast, in verschillende ontwerpen. Met name hier geldt dat de detaillering sterk van invloed is op de levensduur van de constructie omdat de onderdelen doorgaans relatief licht zijn uitgevoerd ten opzichte van de dragende delen. Zie ook CUR-publicatie 213 ‘Hout in de gww-sector’.
- Als voor de grondkering onder het landhoofd een houten damwand of beschoeiing is gebruikt, zijn ook de aandachtspunten uit hoofdstuk 10 ‘Constructies houten damwand, oeverbeschoeiingen en stuwen’ van toepassing.
- De grondkering bij de aansluiting van het landhoofd is een aandachtspunt. Veelal is de kering te fragiel of summier uitgevoerd. Na verloop van tijd faalt de grondkering en treden er verzakkingen op.
- Besteed extra aandacht aan de hoeken als een damwand als grondkering is toegepast. Deze staan vaak open, waardoor grond weglekt.
- Breng ook de achter-/onderzijde in beeld als een houten balk als landhoofd is toegepast. Steek desnoods wat grond weg om eventuele aantasting van de houten balk aan de onder- of achterzijde te bekijken.
- Als de fundering van landhoofden of tussenpijlers bestaat uit basralocus palen/pijlers, zijn tevens de aandachtspunten uit paragraaf 1.7.2 ‘Veel toegepaste houtsoorten na 1940’ van toepassing.
- Bepaal van funderingspalen de schoorstand (geef de richting aan op inspectietekening) en de oorspronkelijke en huidige doorsnede van de paal. Verdeel de paal hiervoor in zones als onder water, rond de waterlijn, boven water. Maak van alle palen foto’s; zowel overzichten als details. Schat de gemiddelde dikteafname bij aantasting. Noteer ook de hoogte van de waterlijn en eventuele hoogtes van verbindingen van schoren of koppelbalken. Bepaal de aard van de verbinding tussen de paalkop en de liggers.
- Als een juk is samengesteld uit palen met een enkele dwarsligger (zie figuur 165), is geen verhoogde aantasting van de paalkop aannemelijk indien de dwarsligger minimaal de gelijke dikte heeft als de paal. Is het juk uitgevoerd met een dubbele dwarsligger (zie figuur 165), hou dan rekening met verhoogde aantasting aan de paalkopen aan de dwarsliggers ter plaatse van mogelijke inwatering.
- In sommige gevallen zijn palen rond de waterlijn gerepareerd of preventief behandeld met een epoxybescherming. Indien deze bescherm-/reparatielaag meer dan 5 jaar geleden is aangebracht, is het aan te raden een controle uit te voeren op de aanwezigheid van aangetast hout achter de bescherm-/reparatielaag. Bepaald de mate van aantasting in het hout op de overgang naar de reparatie, zowel naast als onder de reparatie. Dit is eenvoudig uit te voeren door circa 3 centimeter boven de waterlijn de epoxy te doorboren en vervolgens met een dichtheidsprofiel het achterliggende hout te controleren (zie paragraaf 3.3 ‘Bepalen dichtheidsprofiel’). In de figuren 166 en 167 zijn rond de waterlijn gerepareerde palen opgenomen.[ link ]
Figuur 164. Brug met rond de waterlijn gerepareerde palen
[ link ]Figuur 165. Rond de waterlijn gerepareerde palen
- Beoordeel de toestand en de verbindingen met de palen indien schoren of koppelbalken zijn aangebracht. Als schoren of koppelbalken zich gedeeltelijk in het water of net daarboven bevinden, is versnelde aantasting ten opzichte van hoger gelegen onderdelen te verwachten. In figuur 168 is een vergaand aangetaste schoor en paal te zien waarbij de verbinding is verdwenen.[ link ]
Figuur 166. Aangetaste verbinding schoor en paal
[ link ]Figuur 167. Gespleten paal-koppelbalkverbinding
[ link ]Figuur 168. Gespleten funderingspaal
[ link ]Figuur 169. Forse materiaalafname palen rond de waterlij
[ link ]Figuur 170. Vergaand aangetaste paal boven de waterlijn
[ link ]Figuur 171. Aangetaste paal met klampen (r)
[ link ]Figuur 172. Houten brug met aangetaste palen; 3 van 5 palen zijn opgeklampt (aanbrengen van een klamp die de goede delen koppelt)
[ link ]Figuur 173. Palen even oud, (l) niet aangetast (r) 30% van de doorsnede aangetast/vrijwel nieuwe paal
- Bepaal de toestand van de langs- en dwarsliggers. Noteer (de locatie van) schades als breuk, torsie, houtrot, zichtbare schimmels, scheuren, kieren.[ link ]
Figuur 174. Forse sterkteafname midden in het veld
[ link ]Figuur 175. Breuk/bezwijken dwarsligger
- Controleer altijd de aantasting van koppen van liggers, en hou er in het advies rekening mee wanneer ze niet tegen directe inwatering beschut zijn.[ link ]
Figuur 176. Vergaande aantasting kop dwarsligger
[ link ]Figuur 177. Vergaande aantasting kop dwarsligger
[ link ]Figuur 178. Vergaande aantasting kop dwarsligger
[ link ]Figuur 179. Beginnende aantasting naaldhouten kop dwarsligger
- Verwacht aantasting van liggers vooral bij contactpunten. Hier kan zich vocht ophopen, wat door de slechte ventilatie ook lang vochtig blijft. Denk hierbij vooral aan aansluitingen tussen de dekplanken en de langsligger, en de leuningstijlen die op langsliggers zijn gemonteerd. Zie voor voorbeelden van juiste uitvoering CUR-publicatie 213 ‘Hout in de gww-sector’.[ link ]
Figuur 180. Aantasting onder dekplank bij leuningstijl
[ link ]Figuur 181. Aantasting onder dekplank bij leuningstijl
[ link ]Figuur 182. Eiken paal met rot door vochtophoping bij liggers
[ link ]Figuur 183. Beginnende aantasting bij leuningstijl
[ link ]Figuur 184. Verplaatste leuningstijl (nu wel met afstandhouders)
[ link ]Figuur 185. Zichtbare aantasting op locaties met het meeste vocht
- Bij grondcontact met houten liggers is het risico op aantasting groter en vervuiling en begroeiing verhogen dit risico.[ link ]
Figuur 186. Grond en vervuiling bij kop langsligger
[ link ]Figuur 187. Begroeiing zorgt voor vochtig milieu met zwammen tot gevolg
- Onder het dek heerst meestal een vochtig milieu en zonder voldoende ventilatie kan dit leiden tot aantasting. Beoordeel of de balklagen voldoende ventileren.[ link ]
Figuur 188. Slechte ventilatie met aantasting tot gevolg
[ link ]Figuur 189. Forse aantasting langsligger
- Breng ter bescherming van de bovenzijde van liggers tegen vocht, tussen de dekplanken en de langsliggers een kunststoflaag of loodslab aan.[ link ]
Figuur 190. Loodslab ter bescherming bovenzijde langsligger
- Let bij samengestelde liggers en bij liggers uit gelamineerd en gevingerlast hout op delaminatie en onderlinge aansluiting van de gebruikte balken. Naden duiden op onthechting van de lijmlagen. Onthechting kan van serieuze invloed zijn op constructieve sterkte van de brug.
- Samengestelde liggers uitgevoerd in zwaardere loofhout balken zijn veelal gekoppeld door draadeinden. Het is voor de constructieve sterkte van belang dat de verbinding in goede staat is.[ link ]
Figuur 191. Samengestelde hardhouten ligger
[ link ]Figuur 192. Werking en onthechting lijmlagen
[ link ]Figuur 193. Samengestelde hoofdligger tevens leuning
[ link ]Figuur 194. Samengestelde naaldhouten langsligger
- Net als bij liggers, is aan de onderzijde van dekplanken ventilatie belangrijk om een langdurig vochtig milieu, en daarmee de kans op aantasting door schimmels, te voorkomen.[ link ]
Figuur 195. Aantasting door schimmels aan de onderzijde van de dekplanken
[ link ]Figuur 196. Aantasting door schimmels aan de onderzijde van de dekplanken
- Vervuiling en grondcontact zorgen voor een langdurig vochtig milieu met daardoor een verhoogd risico op aantasting. Voorkom deze daarom zo veel mogelijk. Ook een beschadiging, hoewel minder voorkomend, kan lokaal versnelde aantasting veroorzaken.[ link ]
Figuur 197. Vervuiling/begroeiing
[ link ]Figuur 198. Vervuiling/begroeiing en vergaande aantasting
[ link ]Figuur 199. Vervuiling/begroeiing
[ link ]Figuur 200. Vervuiling/begroeiing lokaal met aantasting
- De koppen van dekplanken zijn net als bij liggers gevoelig voor aantasting. Bij naaldhouten dekplanken die met het hart naar beneden zijn gemonteerd, is de kans op schotelen (hol), met daardoor langdurig hoge vochtgehaltes, aanwezig. Dit geldt vooral bij gladde dekplanken. Oorzaak is het blijven staan van water bij het kromtrekken van de planken.[ link ]
Figuur 201. Vergaande aantasting van de koppen
[ link ]Figuur 202. Vergaande aantasting van de koppen
[ link ]Figuur 203. Aantasting van de koppen
[ link ]Figuur 204. Aantasting van de koppen
[ link ]Figuur 205. Vervorming van dekdelen
[ link ]Figuur 206. Vervorming van dekdelen
- Beoordeel de toestand van epoxy slijtstrippen als deze in de dekplanken zijn toegepast. Let vooral op aanwezigheid en loszitten. Het geheel omsluiten van hout door epoxy kan leiden tot verstikking en daarmee aantasting van het hout.[ link ]
Figuur 207. Slijtstrips in goede staat
[ link ]Figuur 208. Slijtstrips compleet verdwenen
[ link ]Figuur 209. Slijtstrips in slechte staat
- Afstandhouders en klemmen zorgen voor de beste ventilatie tussen dek en langsliggers. Pas klemmen met name bij stalen langsliggers toe. Beoordeel de mate van corrosie van de klemmen en afstandhouders.[ link ]
Figuur 210. Klemmen voor dekplanken
- Op dekken worden regelmatig slijtlagen aangebracht. Beoordeel de (ont)hechting. Hou er rekening mee dat slijtlagen ook wel eens in een stadium worden aangebracht waarin het dek al enigszins is gedegradeerd. Beoordeel onder de slijtlaag de aanwezigheid van aantasting, want het is een risicovolle plaats voor aantasting.[ link ]
Figuur 211. Onthechting, vervuiling, houtrot
[ link ]Figuur 212. Nieuwe slijtlaag over oude dekdelen
[ link ]Figuur 213. Slijtlaag met damwandplanken0
[ link ]Figuur 214. Verouderde slijtlaag
- Leuningen zijn in relatie tot de overige delen van houten bruggen vaak slank uitgevoerd en daarmee is een schade van relatief grote invloed. Bepaal de toestand van de leuningregels en -stijlen. Noteer (de locatie van) schades als breuk, torsie, houtrot, zichtbare schimmels, scheuren en kieren in het inspectierapport.[ link ]
Figuur 215. Gescheurde leuning
- Beoordeel of de leuning afwatert. Zo niet, dan bestaat de kans op inwatering van het oppervlak met versnelde aantasting tot gevolg. Dat zelfde geldt voor een niet-blinde verbinding.[ link ]
Figuur 216. Afwaterende leuning
[ link ]Figuur 217. Vlakke leuning met eerste aantasting
[ link ]Figuur 218. Vlakke leuning met vergaande houtrot
[ link ]Figuur 219. Leuning met blinde verbinding; leuning liever eenzijdig afschuinen of met lichte ronding: door weersinvloeden ontstaan op het hoogste punt scheurtjes waardoor de leuning in kan wateren
[ link ]Figuur 220. Leuningregel met lichte bolling
- Net als bij liggers en dekplanken, zijn verbindingen, de koppen van leuningregels en de onderzijde van leuningstijlen (en eventueel onbeschermde bovenzijde) gevoelig voor inwatering, waarmee het risico op aantasting toeneemt. [ link ]
Figuur 221. Aangetaste kop leuning
[ link ]Figuur 222. Aangetaste kop leuning
[ link ]Figuur 223. Aangetaste aansluitingen kopshout in leuning
[ link ]Figuur 224. Aangetaste kop leuning
[ link ]Figuur 225. Wateropvang
[ link ]Figuur 226. Kops hout watert in als het niet is afgedekt
- Controleer de leuning op aantasting op plaatsen waar langdurige hoge vochtbelasting kan voorkomen (inwatering kops hout, naden, scheuren, capillairen).[ link ]
Figuur 227. Schimmel in spinthout aan onderzijde leuning
- Aansluitingen tussen leuningstijlen en –regels zijn gevoelig indien hier geen maatregelen voor ventilatie zijn opgenomen.[ link ]
Figuur 228. Ernstige houtrot in leuningregel en –stijl door ontbreken ventilerende verbinging
- Een glad oppervlak aan de bovenzijde van de leuning is belangrijk zodat gebruikers zich niet verwonden. Let op spinters.
- Bij de onderzijde van leuningstijlen is het kops hout gevoelig voor aantasting. Beoordeel ook de aansluiting op de rest van de constructie. Let hierbij op voldoende ventilatie.[ link ]
Figuur 229. Ventilerende verbinding
[ link ]Figuur 230. Zeer ernstig aangetaste leuningstijl