Constructies sluisdeuren
Vrijwel alle houten sluisdeuren zijn opgebouwd uit stijl- en regelwerk. Een ander woord voor een stijl is een har. Zo spreekt men van voorhar waar de deuren tegen elkaar sluiten en van achterhar waar de slagstijl op het sluishoofd aansluit.
Aan de hoogwaterzijde is de deur bekleed met planken. Dit heet het kleedhout, dat veelal diagonaal is aangebracht. In het midden van het kleedhout zit een schrankschoor van hout om het doorzakken van de deur te voorkomen. Schrankschoren worden ook wel in combinatie met trekstangen van staal gebruikt. De naden tussen de beplanking zijn gevuld met werk (uitgeplozen touw van een natuurlijke vezel, meestal hennep) en pek of teer dat gewonnen is uit harshoudende bomen zoals de grove den (grenenhout). Voor herstel van oudere deuren wordt dat nog steeds op deze wijze uitgevoerd, maar dan wel met moderne milieuvriendelijke materialen.
Een houten deur beschikt over twee scharnierpunten bij de achterhar. Aan de onderzijde bevindt zich de taats en aan de bovenzijde de hals(beugel). De hals is feitelijk de achterhar die iets doorloopt. De taats is een op de sluishoofdvloer gemonteerde pen van staal of kunststof. Onder in de achterhar is een kom opgenomen, de taatskom. Normaliter bevindt het centrum van de taats zich net buiten het centrum van de achterhar om te zorgen voor voldoende vrijloop als de deur beweegt.
Voor het nivelleren van de waterstand zijn omloopriolen in de sluishoofden opgenomen, of schuiven of tolkleppen in deuren. De schuiven bestaan veelal uit opgeklampte schotten die met een tandheugel in een sponning op en neer worden bewogen.
Figuur 231. In zeer goede staat verkerende azobé deuren
Figuur 232. Vergaand aangetaste eiken sluisdeur
- Let op lekkage tussen de voorharren of bij een achterhar. In de praktijk is een (forse) lekkage alleen bij een watertekort voor het bovenpand nadelig. Wel is het zo dat het stromende water een vochtig en zuurstofrijk milieu creëert, wat versnelde degradatie door met name schimmels kan veroorzaken.[ link ]
Figuur 233. Lekkage voorharren
[ link ]Figuur 234. Lekkage achterhar
[ link ]Figuur 235. Diverse lekkages
[ link ]Figuur 236. Vochtig milieu en vervuiling
[ link ]Figuur 237. Lekkage tussen kleedplanken
[ link ]Figuur 238. Langdurige lekkage met houtrot
- Zowel op houten, als op stalen deuren zijn houten aanslagen voor de afdichting gemonteerd. Inspecteer deze op mechanische schades als splijt en breuk, op slijtage en op loszitten. Voer de inspectie uit als de deuren open staan.
- In een slecht geventileerde omgeving als naden tussen kleedhout, enigszins openstaande verbindingen en andere slecht aansluitende onderdelen, kan een continue vochtig en zuurstofrijk milieu ontstaan. Dit veroorzaakt versnelde degradatie door met name schimmels.[ link ]
Figuur 239. Aangetast kleedhout
[ link ]Figuur 240. Aangetaste achterhar-regelverbinding
[ link ]Figuur 241. Vervuiling op tussenregel
- Om inwatering te voorkomen, zijn de bovenzijden van de voor- en achterhar vaak afgedekt met een stalen muts. Bij het ontbreken van een muts veroorzaakt inwatering een vochtig milieu met versnelde degradatie tot gevolg.[ link ]
Figuur 242. Ontbreken muts op de hals
- De zone rondom de waterlijn is door vochtige zuurstofrijke milieus gevoelig voor aantasting. Hou rekening met wisselende waterstanden door getij, rivierwaterstanden of zomer/winterpeilen. Voor de sterkte van de constructie is houtrot van voor- of achterhar van groter belang dan houtrot van de dekplanken. Zeker aan de lage zijde van een sluis bij een verval van enkele meters, kan een aantasting van een har ernstige constructieve gevolgen hebben.[ link ]
Figuur 243. Aangetaste achterhar
[ link ]Figuur 244. Aangetaste voorhar en kleedhout
- Op houten sluisdeuren zitten diverse stalen onderdelen. Beschrijf de aangetroffen corrosie op deze stalen onderdelen. De praktijk leert dat deze onderdelen vrijwel altijd overgedimensioneerd zijn. [ link ]
Figuur 245. Corrosie trekstang
- Let op het doorhangen van een deur. Het niet goed functioneren van een trekstang of schrankschoor kan de oorzaak zijn van een doorhangende deur. In principe zijn deuren waterpas gesteld. Meet het doorhangen eenvoudig met een waterpas op de bovenregel. Hou er rekening mee dat een doorhangende deur ruimte en spanning op de verbindingen veroorzaakt. [ link ]
Figuur 246. Hoogteverschil voorharren
[ link ]Figuur 247. Hoogteverschil voorharren
- Om enigszins een goede inschatting te kunnen maken van de resterende levensduur van een houten sluisdeur, is het zaak het bouwjaar van de deur te weten. In de meeste gevallen is deze op de bovenregel aangebracht.[ link ]
Figuur 248. Aangebracht jaartal
- Een zwarte conservering kan teerhoudend zijn. Dit is eenvoudig vast te stellen door een laagje af te krabben en aan de schilfers te ruiken. Indien de conservering teerhoudend is, stel dan de aard vast door met een doekje met aceton of thinner op het oppervlak te poetsen. Als de conserveringslaag oplost, is de conservering op koolteerbasis, anders is het teerepoxy. Kennis hiervan is belangrijk bij de keuze van het systeem voor herstel.
Specifiekere analyses van het conserveringsysteem kunnen in het laboratoria worden uitgevoerd (bijvoorbeeld chromatografie of FTIR met referentiedatabase). Enkele flinke schilfers van de conservering is al voldoende.[ link ]Figuur 249. Grotendeels onthechte teerhoudende conservering