Heeft u vragen? U kunt ons ook bellen op tel: 0318-695315

Handboek Inspectie hout
Deze tekst is gepubliceerd op 09-01-20

Microbiologische aantasting

Bij microbiologische aantasting gaat het om bacteriële en schimmelaantasting en is monstername erop gericht om het type, de omvang en de mogelijke uitbreiding in kaart te brengen. Vaak is microbiologische aantasting visueel goed te herkennen als bruinrot, witrot of softrot. Onderzoek aan monsters is vooral van belang bij funderingshout en wanneer er risico is op interne aantasting. Breng voor funderingsonderzoek de volgende zaken in kaart: houtsoort, spint- en juveniel houtaandeel, jaarringbreedte, gradiënt van vochtgehalte, gradiënt van dichtheid, type aantasting en verloop aantasting over de boorkernlengte. Door het inbouwen van diverse controle- en referentiestappen, leidt dit onderzoek tot betrouwbare uitspraken over oorzaak en uitbreiding van de aantasting en geeft het een indicatie van het druksterkteverloop over de boorkern. In waterverzadigd Europees hout kunnen de monsters worden genomen met een aanwasboor (minimale diameter 10 millimeter). Het is belangrijk hierbij de gehele diameter/doorsnede van het houten element te bekijken.
Neem in (aan)gedroogd hout of in tropisch loofhout de monsters met een proppenboor over een lengte van circa 40 millimeter. Langere proppen zijn vaak niet praktisch om te nemen. Maak een dichtheidsprofiel (zie paragraaf 3.3 ‘Bepalen dichtheidsprofiel’) voor de controle op interne rot.
[ link ]

Figuur 129. Boorkernen genomen met aanwasboor

[ link ]

Figuur 130. Anatomisch beeld van het dosse vlak van elzen met blauw schimmels erin

[ link ]

Figuur 131. Anatomisch beeld van het dosse vlak van grenen met softrot

[ link ]

Figuur 132. Anatomisch beeld van het kwartierse vlak van grenen met bacteriële aantasting

[ link ]

Figuur 133. Anatomische beeld van het kwartierse vlak van grenen met witrot

[ link ]

Figuur 134. Anatomisch beeld van het kwartierse vlak van grenen met bruinrot

De ervaring leert dat onder funderingsconstructies de mate van aantasting behoorlijk kan variëren. Deze variatie heeft te maken met de toegepaste houtsoort, het spintaandeel en de aanvoer van het hout. Soms is er een homogeen palen-bestand, maar worden verschillende houtsoorten in verschillende kwaliteit gevonden. De houtanalyse geeft inzicht over de variatie en de grootte van een representatieve steekproef.
Aandachtspunten inspectie funderingshout
  1. Neem houtmonsters met een aanwasboor met inwendige diameter van minimaal 10 millimeter.
  2. Gebruik een aanwasboor die voldoende scherp is om gladde monsters zonder rafels te nemen.
  3. Verzamel het gehele boormonster (dus ook de buitenkant die vaak zacht is en daarmee snel afbreekt).
  4. Gebruik buisjes met een net iets grotere diameter dan de boorkern zodat losse delen op volgorde blijven liggen, om de monsters in op te bergen en vul deze met water.
  5. Neem bij heipalen het boormonster ongeveer 10-15 centimeter onder de paalkop, maar bij de mogelijke aanwezigheid van hakkelbouten lager (minimaal 25 centimeter onder de paalkop) om te vermijden dat de boor erop afbreekt. Vermeld dat duidelijk in de rapportage.
  6. Boor het monster zuiver haaks door het hart van de paal. De minimale lengte is de helft van de paaldiameter.
  7. Er kunnen ook monsters worden genomen met een lucht- of hydraulische proppenboormachine. Voorkom hierbij verkleving van het zaagsel aan de tanden en let op dat de diameter maximaal 15 millimeter is.
  8. Sla het houtmonster gekoeld op.
  9. Door de geringe diameter van het boorgat, wordt de monstername als niet-destructief beschouwd. Bij diameters kleiner dan 80 millimeter en afhankelijk van de paalbelasting, kan de monstername echter wel effect hebben op de sterkte van de paal.
  10. De kosten voor inspectie waarbij monsters genomen kunnen worden, zijn relatief hoog. Neem daarom bij twijfel altijd een monster zodat men later niet terug moet.
  11. Bij het nemen van houtmonsters speelt de bereikbaarheid van de palen en de mogelijkheid tot boren een grote rol. Vaak is alleen de voorste palenrij bereikbaar en vormt de huidige staat van deze palen dus de basis voor de gemiddelde waarde. Kies, als het mogelijk is, ervoor om ook monsters te nemen uit de achterliggende palen onder de constructie.
[ link ]

Figuur 135. Aanwasboor

Aandachtspunten inspectie gedroogd hout
  1. Gebruik een proppenboor met 1 of 2 tanden.
  2. Neem een boor van circa 10-30 millimeter in diameter en met een lengte van circa 40 millimeter.
  3. Neem ook een monster van de buitenkant.
  4. Bewaar het monster in plastic gewikkeld en gekoeld.