Overige mechanische eigenschappen
Hardheid, slijtvastheid, slipweerstand en buigbaarheid zijn mechanische eigenschappen die niet gebruikt worden bij sterkteberekening, maar wel van belang kunnen zijn voor de functie van een houtconstructie. Denk hierbij aan beloopbare dekken of de weerstand tegen mechanische beschadiging.
De hardheid geeft een indruk van de weerstand die een houtsoort heeft tegen mechanische beschadigingen. Er zijn twee manieren om hardheid uit te drukken. De Janka-hardheid [N] geeft de kracht aan die nodig is om een kogel (Ø 11,28 mm) tot de helft in het hout te drukken. De Brinell-hardheid [N/mm²] wordt berekend uit de diameter van het kuiltje dat ontstaat wanneer een kogel (Ø 10 mm) met een kracht van 1 kN in het hout is gedrukt. Brinell en Janka zijn moeilijk naar elkaar om te rekenen.
De slijtvastheid van een oppervlak is lastig objectief te bepalen. De ‘Taber-waarde’ geeft de slijtvastheid van een oppervlak aan. Dit getal is de hoeveelheid omwentelingen van een paneeltje die nodig zijn voordat een wieltje met een schuurpapieroppervlak door de toplaag is geschuurd.
Normen om de slipweerstand voor voetgangersgebieden te bepalen zijn de CEN/TS 16165, NEN 7909 en NPR-CEN/TS 15676. Hout in onafgewerkte vorm is van nature een stroef materiaal door het poreuze oppervlak en krimp en zwelling in het oppervlak. Buiten, onder langdurig vochtige situaties waarbij hout lang nat blijft, kunnen mos-, algen- en bacteriegroei het houtoppervlak spiegelglad maken.
Het buigen van hout kan van belang zijn bij het uitvoeren van gekromde constructies.