Spint
Een boom groeit in dikte, waardoor het hart het eerst gevormde hout is en het hout aan de buitenkant (net onder de bast) het laatst gevormde. Bij veel boomsoorten verliest het hout na verloop van tijd zijn fysiologische functie (watertransport, opslagvoedingstoffen/water, wondreactie). Dit proces heet ‘verkerning’ en tijdens dit proces wordt de open houtstructuur dichtgezet (dichten van de verbindingen (membranen) tussen de cellen), wat soms gepaard gaat met de afzetting van inhoudstoffen. Het kernhout is minder gevoelig voor houtaantasting, zeker als de inhoudstoffen een fungicide- of insecticide-werking hebben.
Spint is het niet-verkernde hout. Het heeft geen of weinig weerstand tegen houtaantasters wordt daarom in de gww-sector niet gebruikt (behalve in funderingen). De overgang tussen spint en kernhout is in veel gevallen scherp en goed herkenbaar door het kleurverschil van het licht gekleurde spint (wittig, gelig, grijzig) met het verkleurde kernhout.
In sommige houtsoorten, zoals azobé, zit er tussen het spint en het kernhout een intermediaire zone die een minder hoge weerstand heeft tegen houtaantasters dan het kernhout maar duidelijk meer dan het spint.
Er zijn ook houtsoorten die de houtstructuur dichtzetten zonder de afzetting van inhoudstoffen. Bij deze houtsoorten, zoals vuren, is er geen kleuronderscheid tussen het spint en kernhout, maar in vochtige omstandigheden is er wel een verschil in vochtgehalte. Ook de weerstand tegen microbiologische aantasters van dit niet-zichtbare kernhout is hoger dan dat van het spint.
Er zijn ook houtsoorten waarbij soms een rand spinthout in het kernhout zit. Dit heet een maanring en komt bijvoorbeeld bij eiken voor. De maanring heeft de eigenschappen van het spint en ontstaat door een beschadiging tijdens de groei van de boom.
[ link ]
Figuur 11. Douglas met spint aan de rechterkant
[ link ]
Figuur 12. Grenen met spint linkerkant en wan aan de korte kanten
[ link ]
Figuur 13. Azobé met overgangs- en kernhout
[ link ]
Figuur 14. Basralocus met spint aan de buitenzijde en scheuren vanuit het midden naar de buitenkant
[ link ]
Figuur 15. Lariks met smalle spintrand