Zuur/logen

In nat hout varieert de zuurgraad per houtsoort, maar voor de meeste houtsoorten ligt deze bij een pH van 5, plus of min 1, dat is lichtzuur. Azijnzuur en looizuur zijn hierbij de voornaamste zure bestanddelen. Bij geacetyleerd hout kan het aandeel azijnzuur hoger zijn. Bij zure houtsoorten is de kans op corrosie van stalen bevestigingsmiddelen groot. Maar ook in de waterige omgeving van het hout kunnen door zuuruitloging metalen oppervlakten corroderen die hiermee in aanraking komen (bijvoorbeeld aantasting van lood en verkleuring van zink). Bij houtsoorten met veel looizuur kan in reactie met ijzer een blauwzwarte verkleuring ontstaan.

Wanneer hout in contact komt met een sterk zuur (bijvoorbeeld zwavelzuur) of een sterke base (bijvoorbeeld ammonia), dan wordt het aangetast en vervezelt het. De bufferende werking van hout kan zuren beter neutraliseren dan basen, waardoor hout minder gevoelig is voor sterke zuren dan voor sterke basen. Deze bufferende werking verschilt per houtsoort. De meeste naaldhoutsoorten hebben een betere weerstand tegen de inwerking van sterke zuren dan de meeste loofhoutsoorten. Bij houten constructies in zeewater (dekken) ontstaat soms plaatselijk sterke vervezeling door de inwerking van een sterk zuur en een sterke base. De oorzaak ligt in een elektrochemisch verschijnsel waarbij twee verschillende metalen (bijvoorbeeld ijzeren en koperen nagels, bouten of platen) in contact zijn met hout dat zeewater bevat.

Aandachtspunten inspectie

1. Bepaal de dikte van de verweerde laag.
2. Probeer een inschatting te maken van het verlies aan maatgevende doorsnede door de actuele en de nominale afmeting te vergelijken.
3. Beoordeel de mate van verwering ook bij de bevestigingspunten en beoordeel de staat van dit materiaal.
4. Bepaald de oorzaak van de belasting en achterhaal of deze in de toekomst nog te verwachten is.