Heeft u vragen? U kunt ons ook bellen op tel: 0318-695315

Combineren van onder- en bovengrondse infrastructuur met bomen
Deze tekst is gepubliceerd op 10-12-12

Het Spui, Den Haag

Projectinformatie
Opdrachtgever: Gemeente Den Haag
Ontwerp/engineering: Ingenieursbureau Den Haag
Boomsoort: Tilia cordata ‘Greenspire’ (kleinbladige linde); plantmaat 20-25 tot 30-35 cm
Uitgangssituatie
Het Spui is een stedelijke hoofdas binnen Den Haag en maakt deel uit van de zogenoemde ‘Hartlijn’. In gemeentelijk beleid is aangegeven dat de ruimtelijke kwaliteit en de bomenstructuur hier van groot belang is. De aanleg van een tramtunnel onder het Spui vormde de aanleiding om volledig nieuwe boomstandplaatsen in te richten.
De onder- en bovengrondse ruimte is zeer beperkt. Vanwege diverse leidingtracés voor riool, tramleidingen en openbarenutsvoorzieningen is weinig doorwortelbare ruimte beschikbaar. Door het volledig verharde oppervlak is er geen ruimte voor open plant- spiegels. Bovengronds waren problemen te verwachten tussen de takken en de aanwezige bovenleidingen van de tram en de verlichting.
Opgave
  • Herinrichting Spui, aanleg tramtunnel
  • Aanplant van 1e grootte bomen (120 lindes), goede groei
  • Buitenruimte van hoge kwaliteit, duurzame inrichting
  • Ruimtelijke scheiding tussen infrastructuur en bomen, voorkomen van knelpunten
Keuzes ontwerpen techniek
Het project is tussen 2000 en 2002 in drie fases gerealiseerd, waarbij verschillende constructies zijn toegepast.
Fase 1:
  • 2e maaiveld onder trambaan door prefab betonplaat (dikte 40 cm) op palen, strook gevuldmet Haags bomenzand 5%.
Fase 2:
  • 2e maaiveld onder de perrons, door betonnen deksel op betonnen palen; zijwaartse begrenzing door damwanden, gevuld met Haags bomenzand 5%.
Fase 3:
  • 2e maaiveld in een ondergrondse plantstrook door middel van watershells, afdekking door in het werk gestorte betonplaat (dikte 15 cm) voor verkeersklasse 60, ingevuld met drie lagen van 30 cm Haags bomenzand 5%, mengsel 8% en mengsel 12%, waarin natuurlijke gronden en extra compost zijn toegepast.
Algemeen
  • Beluchting via boomspiegels (uitsparingen in betonplaat) en boomroosters.
  • Watervoorziening via boomspiegels en roosters; op langere termijn zullen bomen qua watervoorziening op grondwater leunen (Gemiddelde laagste grondwaterstand (GLG) op 130 cm onder maaiveldniveau).
  • Wortelvolume per boom: 40-50 m3 bij betonplaat en 30 m3 bij watershellconstructie.
Conclusies enaandachtspunten
  • Door de aanwezigheid van de bovenleidingen en de verlichtingsmasten is in de eerste jaren een intensief snoeiprogramma noodzakelijk. Bovendien is jaarlijkse snoei aan detrambaanzijde noodzakelijk.
  • Infratechnische knelpunten met bomen opgelost door overleg in de planfase en het realiseren van een fysieke scheiding.
  • Beide constructies zijn volledig vrijdragend. De constructie met de betonplaat (eerste fase) kon gerealiseerd worden omdat de tram tijdelijk uit bedrijf was genomen. Bij de watershells (volgende fases) moest het tramverkeer onbelemmerd doorgang vinden. Omdat er ondergronds minder ruimte beschikbaar was, is gezocht naar een constructie die minder ruimte inneemt. Het verschil zit in de dikte van de betonplaat (15 cm bij de watershells, dus circa 25 cm extra invulruimte).
[ link ]

Fase 1: met de trambaan op een betonplaat, gefundeerd op heipalen

[ link ]

Fase 3: plantstrook met watershellconstructie

Realisatie fase 3: het stellen van de pvc-kolommen tussen de damwanden. Grondsubstraat (organisch stofgehalte 8-10%) tussen de kolommen gestort.

Tijdens de werkzaamheden aan de groeiplaatsen konden de trams blijven rijden

Lentebeeld in het eerste jaar na de aanleg

Eindbeeld juli 2003. De linden staan goed in blad en laten een sterke groei zien

Watershellcassettes op kolommen. Voldoende lucht tussen 2e maaiveld en onderkant watershells.

Op de watershells wordt een betonplaat gestort met een dikte van circa 15 cm. Daarna is de betonplaat bestraat met elementverharding.