Instabiliteit en slechte conditie van bomen
Beschrijving
Een ondergrondse groeiplaats van slechte kwaliteit kan twee soorten knelpunten veroorzaken:
- Instabiliteit van de boom, een verminderde conditie, ziekte, of afsterven van de boom;
- Overlast voor aangrenzende infrastructurele voorzieningen. De oplossingen hiervoor zijn beschreven in § 2.2.1 en § 2.2.3.
Als het mogelijk is compenseert een boom een slechte groeiplaats door wortelgroei naar plaatsen met gunstige omstandigheden. Als deze compensatiereactie onvoldoende is om de benodigde voeding, vocht en verankering te verkrijgen, heeft dit gevolgen voor de groei van de boom. Onvoldoende verankering leidt tot instabiliteit, met gevaarlijke situaties als scheefzakken of omvallen als gevolg.
Onvoldoende doorwortelbare ruimte met de benodigde voeding en vocht leidt tot een verminderde conditie met verschillende gevolgen.- Een verminderde conditie maakt bomen gevoeliger voor ziekten, plagen en aantastingen. Ziekte en aantasting kunnen tot gevaarlijke situaties leiden zoals takbreuk. Tegelijk kan dit ook overlast veroorzaken zoals overmatige vruchtval. Ook kan meer onderhoud nodig zijn.
- Een sterk verminderde conditie kan leiden tot vroegtijdig afsterven.
- Door groeistagnatie wordt het streefbeeld niet gehaald.
- Ziekte, aantasting, verminderde conditie en groeistagnatie doen afbreuk aan de beeldkwaliteit.
- Bomen met een slechte conditie nemen onder andere minder CO2, fijn stof en NO2 op. Hierdoor vermindert de bijdrage aan het stadsklimaat en de kwaliteit van de leefomgeving.
Deze gevolgen zijn in de meeste gevallen niet direct zichtbaar. Op de langere termijn treden ze zeker op, afhankelijk van de uitgangssituatie van de boom en de lokale omstandigheden.
Oorzaken
Meestal is een combinatie van factoren oorzaak van dit knelpunt. De groeiplaats is veelal een van de belangrijkste factoren. Afhankelijk van de streefgrootte, heeft een boom een aantal kubieke meters doorwortelbare ruimte van goede kwaliteit nodig voor vocht, voeding en verankering (bijlage I.1 en II.1).
Wanneer de groeiplaats dit niet biedt, zal de boom in eerste instantie een compensatiereactie geven. De van nature zeer grote groeikracht zorgt hiervoor. Afhankelijk van de beperking of schade, gaat het om reacties zoals extra wortelgroei in de lengte of diktegroei. Dit kan tot overlast leiden voor de aangrenzende infrastructurele voorzieningen. Als deze compensatie onvoldoende is, kan de stabiliteit en de conditie van de boom verminderen.
Mogelijke oplossingen
Aanvullende maatregelen (eventueel in combinatie) | Aandachtspunten | |
Bij gelijkblijvend profiel | ||
Aanwezige grond vervangen doorvoldoende m 3 teelgrond§ 5.4.1, bijlage I.1.1 | De wortels groeien voornamelijk inde teelgrond, maar het is mogelijkdat ze ook daarbuiten groeien | |
Verbetering van de zuurstofen watervoorziening § 5.4.2, 5.4.3, 5.4.4 en 5.4.5 | ||
Onder aangrenzende verhardingsubstraten of groeiplaatsconstructiestoepassen § 5.2 | ||
Boomvorm door snoei aanpassenaan beschikbare groeiplaats § 5.1.1 | Een kleinere kroon vraagt eenminder groot wortelstelsel | |
Boom aanpassen aan beschikbareruimte door soort te vervangen Bijlagen I.1.1, bijlage II.1.4 | Indien nodig een van de eerstedrie maatregelen als aanvulling | Soortkeuzeafstemmen op beschikbaredoorwortelbare ruimte |
Opties bij aanpassing profiel | ||
Bomenrij vervangen met terugplaatsingvan minder bomen | Indien nodig een van de eerstedrie maatregelen als aanvulling | Minder bomen resulteert in eengrotere groeiplaats per boom |
Verharding aanpassen | Uitbreiden van de onverhardeboomspiegel | In overleg met de wegbeheerder |
Vergroten groenstrook in combinatiemet een verbetering vande groeiplaats § 5.4 | ||
Kabels, leidingen of rioleringverleggen | Indien nodig een van de eerstedrie maatregelen als aanvulling | Hiervoor moet altijd een verzoek bijde kabel- en leidingbeheerder wordeningediend. Deze geeft informatieover mogelijkheden en kosten, ookin combinatie met een verbeteringvan de groeiplaats. § 5.4 |
Boom verplanten § 5.1.2 | ||
Volledige aanpassing van de locatieop basis van de ontwerpeisen per typevoorziening (bijlage I) en de aandachtspunten voor het combineren § 4.2 |
Voorbeelden van knelpunten
De zeer beperkte ondergrondse groeiplaats in de tussenstrook leidt tot een sterke stagnatie van de groei. Deze kastanjes zijn even oud als de exemplaren in het gazon (50 jaar)
De boom heeft onvoldoende ondergrondse groeiruimte
Uitbreiden van de onverharde boomspiegel
Groeiplaatsverbetering in combinatie met een dragende constructie