Voorkomen van schade aan infrastructurele voorzieningen
Bij de onderstaande werkzaamheden aan bomen moeten maatregelen worden getroffen om schade aan de nabijgelegen infrastructurele voorzieningen te voorkomen. De uitvoering van de maatregelen moet worden afgestemd op de lokale situatie.
Bij alle onderstaande werkzaamheden die in de bodem plaatsvinden moeten de voorbereidende maatregelen 1, 2 en 3 worden uitgevoerd zoals genoemd in paragraaf 3.1.
Snoei (§ 5.1.1)
- Inventariseer alle voorzieningen binnen de reikwijdte van het materieel of de vallende takken.
- Voorkom dat materieel of vallende takken lichtmasten of andere bovengrondse voorzieningen beschadigen.
Verplanten (§ 5.1.2) of rooien wortelkluit
- Zie Standaard RAW Bepalingen 2010 [1].
- Steek de wortels of wortelkluit zodanig af dat deze de nabijgelegen kabels en leidingen niet ‘meenemen’ bij het lostrekken of de wegconstructie beschadigen.
(Graaf)werkzaamheden ten behoeve van groei- plaatsverbetering
- Zie Standaard RAW Bepalingen 2010 [1].
- Steek eventuele wortels of wortelkluit zodanig af dat deze de nabijgelegen kabels en leidingen niet ‘meenemen’ bij het lostrekken of de wegconstructie beschadigen.
Plaatsen van verticale wortelwering of -geleiding (§ 5.3.1)
- Snijd kunststof wortelwerend doek, plaat of folie, zorgvuldig rond de ondergrondse infrastructuur.
- Zo aanbrengen dat alle verticale en bovenliggende aansluitingen en overgangen zodanig worden afgesloten dat er geen wortels door kunnen groeien.
Pneumatisch losmaken (‘ploffen’) (§ 5.4.2)
- Bepaal in overleg met de weg- en netbeheerder of deze techniek zonder kans op beschadigingen kan worden toegepast.
- Pas deze techniek – na voldoende vooronderzoek – deskundig toe.
- Mogelijke schade is afhankelijk van het doel en de injectietechniek. Het is mogelijk gaten te spuiten met water en deze op te vullen met substraat. Dit levert minder schade op dan boren.