Heeft u vragen? U kunt ons ook bellen op tel: 0318-695315

Schade voorkomen aan kabels en leidingen
Deze tekst is gepubliceerd op 28-10-16

Inleiding

Algemeen
In de Nederlandse bodem liggen vele kilometers aan kabels en leidingen. Het aantal blijft groeien, waardoor de kans op schade aan kabels en leidingen en het optreden van onveilige situaties tijdens het grondroeren toeneemt. Om schade en onveilige situaties te voorkomen, is het essentieel te weten waar de kabels en leidingen liggen en het grondroeren daarop af te stemmen.
De afgelopen jaren is veel energie gestoken in het voorkomen van graafschade. Dit heeft er onder meer voor gezorgd dat door de sector de informatie- en zorgvuldigheidsplicht nader zijn uitgewerkt in de CROW-richtlijnen Zorgvuldig graafproces ‘Graafschade voorkomen aan kabels en leidingen’ en ’Kabels en leidingen rond wateren en waterkeringen’. Deze richtlijnen hebben bijgedragen aan een grotere mate van zorgvuldigheid. Ondanks het bereikte resultaat zijn er nog genoeg mogelijkheden voor verbetering, want in 2015 registreerde het Kadaster circa 33.000 schades op circa 530.000 geregistreerde grondroeringen.
De focus ligt bij deze nieuwe richtlijn op het voorkomen van schade door grondroeren: het vroeg in kaart brengen van risico’s en het lokaliseren van kabels en leidingen al in de ontwerpfase. Samengebracht in één nieuwe richtlijn ‘Schade voorkomen aan kabels en leidingen, richtlijn zorgvuldig grondroeren van initiatief- tot gebruiksfase’, die op een eenvoudige en begrijpelijke wijze uitleg geeft over wat zorgvuldig grondroeren voor alle betrokken partijen betekent.
Wettelijke inbedding
De minister van Economische Zaken heeft een aanzet gegeven tot het samenstellen van een gemeenschappelijke richtlijn bij de totstandkoming van de Wet Informatie-uitwisseling ondergrondse netten (WION). In de wet zijn de verplichtingen en verantwoordelijkheden van de betrokken partijen vastgelegd. De informatieplicht voor de netbeheerders enerzijds en de zorgvuldigheidsplicht voor de grondroerder en diens opdrachtgever anderzijds. De invulling van het begrip zorgvuldigheid heeft de minister niet ingevuld, maar aan de bij de graafketen betrokken partijen overgelaten [2]. Dit omdat zorgvuldigheid per geval kan verschillen en derhalve niet in één begrip kan worden uitgelegd. De belangrijkste belanghebbenden – opdrachtgevers, netbeheerders, grondroerders, (lokale) overheden en wetgever – hebben de handen ineengeslagen om de beoogde spelregels nader in te vullen. Deze richtlijn is daarvan de uitwerking.
Reikwijdte
Het doel van de richtlijn is het voorkomen van schade aan kabels en leidingen die een rechtstreeks gevolg is van grondroeren. De richtlijn slaat hiermee een brug tussen de kaders van de wetgeving en de uitwerking van zorgvuldigheid in de praktijk. De reikwijdte van de richtlijn beperkt zicht niet tot het grondroeren zelf, maar omvat het gehele proces van een project, vanaf initiatief tot en met de gebruiksfase.
Leeswijzer
Het voorkomen van schade door grondroeren is een verantwoordelijkheid van de gehele keten. Dit valt of staat bij de wijze waarop de richtlijn wordt gebruikt. Een richtlijn kan worden gedefinieerd als: “aanwijzing voor te volgen gedrag” [w3]. De opzet van de richtlijn maakt de lezer bewust van ieders rol, verantwoordelijkheid en uit te voeren activiteiten zodat hij hier zelf naar kan handelen en de ander erop kan aanspreken. Daarnaast stimuleert de richtlijn om te leren van ervaringen door een evaluatie toe te voegen aan het proces.
De richtlijn is opgedeeld in twee delen: een procesdeel en een kennisdeel.
  • In het procesdeel wordt per projectfase beschreven wat er gedaan moet worden om schade door grondroeren te voorkomen. Rollen en verantwoordelijkheden staan centraal en als afronding worden per fase duidelijke resultaten aangegeven. Omdat het grondroeren en de daarvoor uit te voeren acties veelal onderdeel zijn van een groter project, is bij iedere fase een projectcontext aangegeven.
  • Het kennisdeel bevat de inhoudelijke uitwerking van onderwerpen die uit de procesbeschrijving volgen. De kennisthema’s zijn: contracten, beoordelen gebiedsinformatie, lokaliseren van kabels en leidingen, grondroeren nabij kabels en leidingen en afwijkende situatie.
De gebruikte termen in deze richtlijn sluiten zo veel mogelijk aan bij wat in de sector gebruikelijk is. In de begrippenlijst worden de termen verklaard.
Ter ondersteuning van de tekst in de richtlijn wordt gebruikgemaakt van voorbeelden. Deze voorbeelden zijn niet uitputtend.