Heeft u vragen? U kunt ons ook bellen op tel: 0318-695315

Standaardsystematiek voor kostenramingen – SSK-2018
Deze tekst is gepubliceerd op 26-04-18

Risico’s

Bij het uitvoeren van activiteiten voor een asset kunnen ongewenste bijzondere gebeurtenissen (risico’s) optreden. Een risico wordt in de raming als volgt gewaardeerd/gekwantificeerd:
Risico = kans × gevolgkosten
waarbij:
kans = de kans dat de gebeurtenis zal optreden, uitgedrukt in een percentage.
gevolgkosten = het gevolg van de gebeurtenis als deze zich voordoet uitgedrukt in euro’s. Voor een probabilistische simulatie worden van de gevolgkosten de normale onzekerheden (spreiding) meegenomen.
In een deterministische raming wordt bijvoorbeeld het risico ‘onverwachte archeologische vondst’ met een kans van optreden 5% en gevolgkosten € 200.000 als volgt gekwantificeerd:
5% x € 200.000 = € 10.000

Sommige van de risico’s kunnen vooraf worden benoemd. Bij graafwerkzaamheden op een industrieterrein bestaat de kans dat er vervuilde grond wordt aangetroffen. Andere risico’s kunnen niet worden voorspeld, maar kunnen desondanks toch optreden. Om de benoembare risico’s van een asset in beeld te krijgen, vinden er periodiek risicosessies plaats. Hierbij zijn de relevante bij een asset betrokken medewerkers aanwezig, zoals de ontwerper, de kostendeskundige, de risicoanalist, de projectleider, de uitvoeringsspecialist, gebruikers, en (de vertegenwoordiger van) de opdrachtgever. Zij brengen de risico’s in kaart. Voor het opstellen van de risicoanalyse kan de [ link ] worden gebruikt. In deze methode is een uitgebreide beschrijving van de te hanteren werkwijze opgenomen.
Van risico’s met een kans van meer dan 50% wordt aangenomen dat ze ‘zeker’ zullen optreden. Dergelijke risico’s worden daarom als een ‘gewone áctiviteit in de raming opgenomen. Of de kans op het niet-optreden van deze risico’s als positieve bijzondere gebeurtenis (kans) wordt opgenomen in de raming, is afhankelijk van het beleid van de opdrachtgever. In theorie kunnen er meerdere risico’s met een kans van optreden van iets meer dan 50% worden benoemd. In dat geval zal de kostendeskundige samen met de opdrachtgever moeten bepalen of er ook positieve bijzondere gebeurtenissen (kansen) in de raming worden opgenomen.
Vaar niet blind op de verwachtingswaarde van een risico. De verwachtingswaarde van risico’s wordt uitgedrukt als kans maal gevolg. Bij assets worden doorgaans meerdere risico’s op deze manier opgeteld en ontstaat er een financiële buffer: (een deel van) de risicoreservering. Gebeurtenissen worden uit deze buffer betaald wanneer ze optreden. Ook de schade vermijdende maatregelen kunnen uit deze buffer worden betaald. Het is wel belangrijk om gebeurtenissen die de buffer uitputten of overtreffen wanneer ze op zouden treden, speciale aandacht te geven. Doorgaans zijn dit risico’s met een kleine kans van voorkomen, maar met ernstige gevolgen. Ter illustratie: 30% kans op een schade van € 10, is in verwachtingswaarde gelijk aan 1% kans op een schade van € 300, namelijk € 3. Wanneer de risicoreservering € 100 bedraagt, dan blijft in het eerste geval € 90 over, en is er in het tweede geval € 200 te weinig.

Het kan zijn dat bij het vaststellen van de raming er (nog) geen risicoanalyse is uitgevoerd. Daarnaast is het onmogelijk om alle risico’s te benoemen. Er wordt voor niet-benoemde risico’s een opslag (percentage) voor niet-benoemde risico’s (over de voorziene kosten) opgenomen in de risicoreservering. In dat geval wordt de hoogte van de opslag door de kostendeskundige vastgesteld op basis van onderzoeken en eerdere ervaringen.
De benoemde en niet-benoemde risico’s worden opgenomen in de kostengroep ‘risicoreservering’.
Voor risico’s die duidelijk toe te wijzen zijn aan een object wordt deze risicoreservering ondergebracht in de objectraming. Voor niet aan objecten toe te wijzen benoemde en niet-benoemde risico’s wordt de risicoreservering opgenomen in de ‘objectoverstijgende risicoreservering’. De niet-benoemde risico’s in de object overstijgende risicoreservering wordt met een procentuele opslag over de totale objectkosten bepaald. In overleg met de opdrachtgever kan de kostendeskundige alle benoemde risico’s in de ‘objectoverstijgende risicoreservering’ op te nemen. Het voordeel hiervan is dat alle risico’s daarmee bij elkaar staan en eenvoudig met het risicoregister zijn te vergelijken. Het nadeel is dat uit het managementoverzicht dan niet meer blijkt hoe de risicoverdeling over de objecten is verspreid.
Behalve in de kostengroep ‘risicoreservering’, waarin de resultaten van de risicoanalyse worden opgenomen, kunnen (soms onbewust) ook risicoreserveringen zijn opgenomen in de volgende kostenposten:
  1. In de ingevoerde scheve spreidingen (par. 4.2). De spreidingen zijn niet alleen gebaseerd op normale onzekerheden maar ook vaak, meestal onbewust, op risico’s. Extreem scheve spreidingen zijn daarvan het gevolg en zijn vaak aanleiding om dergelijke input te heroverwegen.
  2. In de post ‘winst & risico’ van de indirecte bouwkosten. Hierin wordt een bedrag ter dekking van algemene uitvoeringsrisico’s opgenomen, zoals slecht weer, inefficiënte inzet van productiemiddelen, en falen van onderaannemers en/of leveranciers. Expliciete risico’s die de opdrachtnemer moet dragen worden in de risicoreservering opgenomen en niet in de post ‘winst & risico’.
  3. In de post ‘verzekeringen’ in de overige bijkomende kosten. Er wordt een premie betaald aan verzekeringsmaatschappijen om bepaalde risico’s af te dekken. Deze staan in de polis omschreven.
  4. In de post ‘garanties’ in de indirecte bouwkosten’. Het gaat hier om een premie die de opdrachtnemer aan bijvoorbeeld banken betaalt als vergoeding voor het nemen van het risico dat de opdrachtnemer eventueel niet aan zijn verplichtingen kan voldoen.
  5. In diverse kostenposten waarin de kosten van beheersmaatregelen zijn opgenomen die de opdrachtgever en/of de opdrachtnemer zal treffen om risico’s te verkleinen. Voorbeelden hiervan zijn voorlichting om tegenwerking van de omgeving te voorkomen en het voorschrijven van nieuwe, ongebruikte damwanden om lekkages te voorkomen.
  6. In de reservering voor scopewijzigingen. Voor scopewijzigingen die het gevolg zijn van externe invloeden, zoals politieke beslissingen, kan de opdrachtgever een reservering opnemen in het budget.
Een risico kan gedurende de looptijd van een investering of tijdens de instandhouding optreden. In deSSK-2018 wordt standaard een risico gelijkmatig over de gehele looptijd van de investering of instandhoudingsperiode verdeeld. Er kan bij een risico ook worden aangegeven in welke periode deze kan optreden, waarbij het risico alleen over deze specifieke periode wordt verdeeld.
Risico’s in een probabilistische simulatie
Voor een probabilistische raming wordt gebruikgemaakt van een zogenoemde discrete verdeling.
Er worden dan twee mogelijke uitkomsten van een risico uitgezet in een kansdichtheidsfunctie:
  • Als het risico niet optreedt, zijn de gevolgkosten nul. De kans hierop is in dit voorbeeld 95%.
  • Als het risico wel optreedt, zijn de gevolgkosten de volledige € 200.000. De kans hierop is 5%. Indien gewenst kunnen de gevolgkosten met een spreiding in de raming worden opgenomen (par. 4.2).
[ link ]

De kans van optreden van een risico wordt in een probabilistische simulatie opgegeven met een zogeheten ‘discrete verdeling’. Voor bovenstaand voorbeeld betekent dit dat er bij 10.000 trekkingen er bij ongeveer 5% van de trekkingen (500 trekkingen) er € 200.000 en in de overige 9.500 trekkingen € 0 voor het risico in de totale kosten worden meegenomen.

Tijdens de verschillende bouwfases kunnen risico’s veranderen en aangepast worden. Als de risicoanalyse voortdurend wordt geactualiseerd, zullen er risico’s kunnen afvallen, kan de kans op en/of het gevolg van een risico veranderen, of kan een risico verschuiven naar de ‘voorziene kosten’. Ook kunnen zich nieuwe risico’s aandienen. Er zal een beslissing moeten worden genomen: de kosten van de beheersmaatregelen en de bijbehorende vermindering van de kans op en/of het gevolg van het risico moeten opwegen tegen de te maken kosten voor beheersmaatregelen. Dit vereist een goede afweging die past binnen de strategie van de organisatie. Een kostendeskundige zal zoveel mogelijk de beheersmaatregelen in de directe kosten benoemd opnemen en de restrisico’s in de risicoreservering opnemen.