Heeft u vragen? U kunt ons ook bellen op tel: 0318-695315

Halve stenen in de straat
Deze tekst is gepubliceerd op 12-10-15

II Arbeidskundige vergelijking

Het 8 meter brede proefvak is machinaal gevlijd met betonstraatstenen van ongeveer 211 x 105 x 80 mm. Het proefvak is in stroken van 0.84 meter van rechts naar links gevuld met lagen stenen. Iedere laag had een afmeting van 0.84 x 1.26 meter. De lagen stenen zijn door de fabrikant in pakketten van 10 lagen aangevoerd. De pakketten voor de eerste twee secties waren verpakt met krimpfolie en twee bindsels. De pakketten van sectie III en IV zijn aangevoerd zonder krimpfolie met drie bindsels en een folievel tussen een van de bovenste lagen. De pakketten stenen zijn door de fabrikant direct naast de vrachtwagen gelost in de nabijheid van de nieuwe bestrating. Met een kleine laadschop zijn de pakketten verder getransporteerd naar het bereik van de bestratingsmachine. Gedurende het productieproces zijn folie, bindsels en pallets verzameld voor retourzending aan de steenfabrikant.
Aan weerszijden van het proefvak is een goot gestraat in de vorm van een steens rollaag. Zoals bij bestratingen gebruikelijk is, is de rollaag gestraat met een bepaald verhang, opdat het regenwater snel naar de trottoirkolken wordt afgevoerd. Om de afvoer van het water nog verder te bevorderen is iedere steen naar de trottoirband gestraat. Ten behoeve van dit straatwerk zijn de stenen met een kruiwagen geopperd. De bisschopsmutsen voor de secties met het keperverband zijn eveneens met kruiwagens verplaatst van de pakketten naar de straatrand. Vanuit de kruiwagens zijn de bisschopsmutsen uitgelopen. Ten behoeve van het vlijen zijn de bisschopsmutsen recht op de trottoirbanden klaargezet.
Bij elleboogverband zijn er bij de acht meter brede straat (8,00 - 0,42): 1,26 = 6,02 lagen per strook nodig. Theoretisch blijft er een opening van 2 cm tussen de laatste stenen in de strook en de gootlaag. Praktisch bleek deze maat te variëren tussen 0 en 4 cm. Deze ruimte is op de gebruikelijke wijze met geknipte stenen gevuld. Bij het elleboogverband zonder halve stenen ontstaan er bij de eerste geplaatste laag van iedere strook twee gaten van een halve steengrootte tegen de gootlaag. Deze gaten zijn met halve stenen gevuld uit een door de fabrikant aangevoerde pallet met halve stenen. De bestratingsmachine is in staat om bij elleboogverband de zes lagen per strook vanuit één positie aan te brengen. De machine werd hiertoe in het midden van de straat opgesteld.
Bij keperverband vlijt de vlijer aan het begin van elke strook vier bisschopsmutsen. Door deze met een staalplaat af te dekken, ontbreken er vijf stenen in de eerste laag van iedere strook. De vijf stenen worden tijdens de vlucht gelost op de nieuwe bestrating, waar ze worden gebruikt voor het vullen van de gaten of de sluithoeken. Per strook kunnen ((8,00 - 0,42 - 0,06) √2 - 0,42): 1,26) = 8,11 lagen in iedere strook worden geplaatst. Dit betekent in de praktijk dat de bestratingsmachine acht lagen aanbrengt en dat de overblijvende sluithoeken van meer dan een halve laag worden gevuld met de hand. De bestratingsmachine kan maar maximaal zes lagen per strook plaatsen, waarvoor ze in eerste instantie aan de rechterkant van de straat wordt opgesteld voor de eerste zes lagen. Nadat een groot aantal stroken met lagen stenen is geplaatst, keert de machine terug om in een tweede arbeidsgang de ontbrekende twee lagen per strook aan te brengen.
Werkverdeling
Bij een goed georganiseerd productieproces is er een strakke werkverdeling tussen de ploegleden:
  • de baanmaker
    Geholpen door een van de straatmakers bepaalt de baanmaker de plaats en de hoogte van de hoogtestenen (wang- en kruinstenen). Onder zijn leiding wordt door derden de straatlaag van brekerzand aangebracht (zie figuur 31), waarna hij de straatlaag met een korte rij afwerkt. Gebruikelijk is dat hij aan het eind van de dag een hoeveelheid straatlaag gereed heeft, zodat de bestratingsmachine de volgende ochtend meteen kan beginnen met vlijen. De resterende tijd besteedt hij aan het zanden en trillen van de bestrating en het opruimen van het knipafval.
    [ link ]

    Figuur 31. Het brekerzand wordt aangebracht onder leiding van de baanmaker


  • de straatmakers
    De twee man opperen de bisschopsmutsen en stenen voor de goot. De stenen van de rollaag worden aan de draad gestart. Dit straatwerk dient gereed te zijn voordat de baanmaker de straatlaag afwerkt. Nadat beiden voldoende lengte aan beide zijden van de straat gereed hebben, maken zij de dag vol met het vele knipwerk aan de sluitnaad aan de linkerzijde van de straat. De tweede man assisteert de eerste man met het bedienen van de knipmachine.

  • de machinist van de bestratingsmachine
    Bij ongestoorde productie kan de machine in principe de volle tijd lagen stenen aanvoeren en plaatsen. Dit zal leiden tot meer dan 1000 m2 bestrating per dag. Een ongestoorde productiegang komt echter zelden voor. Hierop zal nog nader worden ingegaan.

  • de vlijer(s)
    De vlijer(s) pakken de laag stenen aan en trekken deze laag stenen tegen eerder gevlijde stenen. Bij bestratingsverbanden zonder halve stenen voert de bestratingsmachine regelmatig een extra laag stenen aan ten behoeve van het vullen van de gaten. Per laag stenen moeten door de twee vlijers vier gaten worden gevuld en één steen worden gedraaid. Meestal is het nodig de gaten in de bestrating met de te plaatsen steen iets te vergroten, voordat de steen kan worden geplaatst. De twee vlijers hebben nauwelijks tijd om overeind te komen, omdat na het plaatsen van de stenen de volgende laag stenen er al aan komt.
    Bij bestratingsverbanden met halve stenen vervalt het vullen van de gaten en hoeft alleen de aangevoerde laag stenen tegen het bestaande straatwerk te worden aangetrokken. Van dit aantrekken gaat een stotende werking uit op de reeds geplaatste lagen. De vlijer heeft nu voldoende tijd om overeind te komen en te wachten op de volgende laag stenen. Bij het vlijen van de twee desbetreffende secties in het proefvak heeft de vlijer de tijd opgevuld met het aanslaan van de laatst geplaatste laag stenen met behulp van een rubberen hamer met korte steel. Een belangrijke Arboverbetering is het gebruik van een hamer met een lange steel, zodat minder hoeft te worden gebukt. Door het gebruik van halve stenen is het diepe bukken van de vlijers volledig vervallen.

  • de machinist van de laadschop
    Met de laadschop worden de pakketten stenen van tasveld naar bestratingsmachine getransporteerd. De pakketten worden ontdaan van folie en bindsels. Folie en pallets worden verzameld voor retourzending aan de fabrikant. Indien noodzakelijk worden er verkeersborden en wegafzettingen geplaatst. Binnen de waargenomen ploeg functioneerde deze machinist als voorman wat in dit geval heel effectief bleek. Hij zorgde ervoor dat de bestratingsmachine en de vlijers zoveel mogelijk ongestoord hun productie konden maken.
Verplaatst betongewicht
Door mechanisch te vlijen wordt een belangrijk deel van het gewicht aan betonstraatstenen niet meer handmatig getransporteerd. Voor de vlijers betekent dit een gewichtsbesparing van 88 tot bijna 100% ten opzichte van het handmatig vlijen:
  • Sectie I, keperverband zonder halve stenen
      -De bisschopsmutsen aan de rechterzijde van de bestrating en koppelstenen worden met de hand gevlijd. Het gewicht hiervan is 12%, hetgeen leidt tot een besparing van 88% aan verplaatst betongewicht.

  • Sectie IV, keperverband met halve stenen
      -Met de hand worden alleen aan de rechterzijde van de straat de vier bisschopsmutsen per laag gevlijd. Ten opzichte van het handmatig vlijen een besparing van 98% verplaatst betongewicht.

  • Sectie II, elleboogverband zonder halve stenen
      -De vier koppelstenen per laag vormen ongeveer 10% van het te verplaatsen betongewicht wat ten opzichte van het handmatig vlijen tot een besparing leidt van 90% van het te verplaatsen betongewicht.

  • Sectie III, elleboogverband met halve stenen
      -Per strook plaatst de vlijer slechts twee halve stenen per laag. Een besparing van 100% aan verplaatst betongewicht ten opzichte van het handmatig vlijen.
De verplaatste betongewichten bij het vlijen van de grote sluitdriehoeken, de knipranden en de linker bisschopsmutsen zijn bij bovenstaande opstelling buiten beschouwing gelaten. De stenen en mutsen worden aangebracht door de twee extra straatmakers van de ploeg.
Productie-verstorende factoren
Dagelijks bestaat er kans dat de hierboven geschetste normale productiegang wordt verstoord. Deze verstoringen hebben allerlei oorzaken. De verstoringen beïnvloeden een goede vergelijking van de secties van het proefvak. Onderstaande storingen zijn tijdens de waarnemingsperiode opgetreden. Ze zijn overigens bij vergelijking van de vier secties van het proefvak geëlimineerd.
  • Bestratingsmachine
    De eerste twee secties van het proefvak zijn met een Schaeff HML 25 gemaakt; de twee laatste secties met de kleinere Schaeff HML 15. De HML 15 realiseerde een kortere cyclustijd dan de HML 25. Of dit cyclusverschil werd veroorzaakt door de machine of de andere machinist kon niet worden vastgesteld.

  • Lekke band laadschop
    Tijdens het aanbrengen van proefvak 2 kwam de laadschop met een lekke voorband te staan.. Deze met water gevulde band moest van elders worden aangevoerd. De band is door een specialist gewisseld. Het gevolg was een langdurige productiestilstand voor de bestratingsmachine. De pakketten stenen konden niet meer worden aangevoerd.

  • Wisselen vacuümplaat
    Elke steen wordt door middel van twee zuigmonden onder de vacuümplaat vastgehouden. Normaal ontbreken op de plaats van de acht halve stenen de acht zuigmonden. Bij de start van de derde sectie van het proefvak zijn de acht zuigmonden noodzakelijk voor het vastpakken van de acht halve stenen. De productiedag is begonnen met het wisselen van de vacuümplaat met de zuigmonden. Dit had tot gevolg dat de productie pas na het ochtendschaft op gang kwam (zie figuur 32).
    [ link ]

    Figuur 32. Het wisselen van de vacuümplaat bij toepassing van halve stenen


  • Bestekswijziging
    De bestekswijziging geeft een recht proefvak aan zonder bochten. Tijdens de uitvoering van de vierde sectie is een bestekswijziging doorgevoerd. Aan het begin van de vierde sectie is door middel van een dubbele bocht de straat 3 meter naar rechts verplaatst. De bisschopsmutsen konden in deze bochten niet worden toegepast. De eerste laag van iedere strook kon daardoor niet tegen de bisschopsmutsen worden getrokken. De nieuwe strook stenen moest op het oog zo goed mogelijk tegen de voorgaande strook worden geplaatst.

  • Overgang elleboogverband naar keperverband
    De overgang van elleboogverband naar keperverband wordt gemaakt door te beginnen met een strook bisschopsmutsen. Handmatig wordt tegen de bisschopsmutsen aangevlijd. Het gewenste keperverband ontstaat dan vrij gemakkelijk. Bij machinaal vlijen gaat dit minder gemakkelijk. Bij de overgang van de derde naar de vierde sectie is weliswaar de rij bisschopsmutsen dwars over de straat aangebracht, maar dat had nauwelijks effect, omdat met de bestratingsmachine vanuit de rechtergoot moet worden gewerkt. In dit geval werd de aanzet van het keperverband nog extra belemmerd door de twee bochten ten gevolge van de bestekswijzigingen. Normaal kan zonder knipwerk de overgang worden gemaakt. Bij sectie IV is nagenoeg de hele overgang geknipt.

  • Controleputten
    In de eerste drie secties komen geen straatkolken of controleputten voor. Ook andere putten ontbreken. Door de bestekswijziging kwamen er bijna vier controleputten in sectie IV terecht. Naast het extra knipwerk langs de randen van deze controleputten gaven deze werkzaamheden een belangrijke verstoring in de verdeling van de werkzaamheden onder de ploegleden (zie figuren 33 en 34).
    [ link ]

    Figuur 33. Over controleputten wordt gewoon gestraat

    [ link ]

    Figuur 34. Dezelfde controleput na het nodige knipwerk

  • Te late levering brekerzand
    Gebruikelijk is dat een baanmaker aan het eind van de dag een belangrijke gedeelte straatlaag gereed heeft voor de productie van de volgende dag. Bij de start van sectie IV was deze straatlaag niet gereed door gebrek aan brekerzand. Vlak voor de nieuwe productietijd werd dit zand aangevoerd. Dit aanvoeren en globaal uitvlakken door derden moet gereed zijn voordat de baanmaker kan beginnen met hoogtestenen en het afrijen. Bestratingsmachine en vlijer hebben op dit gereedmaken meer dan een uur moeten wachten.

  • Plaats kruin in de weg
    In de eerste drie secties van het proefvak ligt de kruin in het midden van de straat. Dit was ook de bedoeling geweest bij de 3 meter verschoven vierde sectie. Tijdens de maatvoering van de hoogtestenen bleek echter dat er fouten waren gemaakt bij de maatvoering van het straatwerk van de aansluitende parkeerterreinen. Dit leidde tot de nodige discussie onder de ploegleden. De ploeg wilde zelf geen beslissing nemen waarop de voorman (laadschopmachinist) de opzichter er bij ging halen. Deze stemde in met een verschuiving van de plaats van de kruin in de weg.