Heeft u vragen? U kunt ons ook bellen op tel: 0318-695315

Handboek natuursteenbestrating
Deze tekst is gepubliceerd op 27-10-15

IV.2.6 Keien van natuursteen

Algemeen
01 De levering van keien van natuursteen met een nominale dikte kleiner dan 120 mm mag niet bestaan uit uitsluitend kubusvormige keien met afmetingen binnen de minimum- respectievelijk maximumtolerantiegrenzen wat betreft de kopmaat, maar moet ook voor 15% tot 20% bestaan uit keien van een tussengrootte en met een trapeziumvormig kopvlak. Het is bovendien toegestaan om met een partij maximaal 5% procent aan keien mee te leveren met een overschrijding van de minimum- respectievelijk maximumtolerantiegrenzen van het kopvlak met ten hoogste 10 mm. Bij toepassing in een boogvormig straatverband moet voldoende spreiding in de afmetingen aanwezig zijn om het verband zonder te grote voegwijdte te kunnen aanbrengen.
02 De levering van keien met een nominale dikte van 120 mm en groter moet ten minste 10% keien met een totale lengte tot 300 mm bevatten, tenzij anders in het bestek is vermeld.
03 NEN EN 1342 maakt een onderverdeling op basis van een aantal standaardformaten en standaardbandbreedtes van keiformaten. De standaardformaten zijn in eerste instantie gebaseerd op de basisdikte behorend bij de betreffende soort keien. Tabel 35 geeft de typering van de keien weer.
Tabel 35. Typering keien
Standaarddikte, nominale dikteSoort kei
< 60 mmMozaïekkei
60 mm - 120 mmKleinplaveiselkei
> 120 mmNatuursteenkei voor ‘grootplaveisel’
Afmetingen en vlakheid
11 Keien van natuursteen met een nominale dikte van minder dan 60 mm en keien met een dikte groter dan 60 mm en kleiner dan 120 mm moeten kubusvormig zijn. Dit wil zeggen: de nominale lengte van kop- en zijvlak moet 1,0 maal de nominale dikte bedragen. Bij keien met een nominale dikte van 120 mm of groter mogen de nominale vlakmaten (afmetingen kop- zijvlakken) niet kleiner zijn dan 1,0 maal de nominale dikte en niet groter dan 1,5 maal de nominale dikte.
12 Afmetingen en maattoleranties moeten voldoen aan de eisen vermeld in NEN EN 1342. Voor de Nederlandse situatie worden de klassen zoals weergegeven in tabel 36 aanbevolen. Achter de klasse staat het bijbehorende tabelnummer van bijlage III. In sommige situaties moet eenvoudigweg aan de eisen uit de norm worden voldaan.
13 De toegestane maatafwijkingen aan kop- en zijvlakken mogen de waarden zoals vermeld in tabel 37 niet overschrijden.
14 Bij keien met een nominale dikte kleiner dan 120 mm mag het verschil tussen de oppervlakte van het bovenvlak (kopzijde) en de oppervlakte van de onderzijde niet meer dan 25% bedragen. Bij keien met een nominale dikte van 120 mm en groter mag het verschil tussen de oppervlakte van het bovenvlak (kopzijde) en de oppervlakte van de onderzijde niet meer dan 15 % bedragen.
Tabel 36. Eisen aan afmetingen keien
Maattolerantie voorAanbevolen klasseTabelnummer
Nominale afmetingen in het platte vlakeis19
Nominale dikte van bewerkte keiT220
Onregelmatigheden aan oppervlakeis21
Tabel 37. Eisen aan maattolerantie van dikte van keien
Maattolerantie voorToegestane maatafwijking
Nominale dikte kleiner dan 120 mm± 10 mm
Voor keien bedoeld om in rechte lagen aan te brengen± 5 mm
Vorst/dooibestendigheid en dooizoutbestendigheid
21 Keien van natuursteen moeten qua vorst/dooibestendigheid voldoen aan klasse F1 (zie tabel 17) (EN2).
22 De dooizoutbestendigheid moet worden bepaald conform de beproevingsmethode vermeld in NEN-EN 1338. Het gemiddelde massaverlies na uitvoering van de proef moet minder zijn dan 0,2 kg/m2; het massaverlies per proefstuk moet minder zijn dan 0,3 kg/m2. Deze eis is van toepassing voor keien van natuursteen volgens de prestatieklassen 1 en 2 (CROW).
Sterkte
31 De nominale waarde voor de druksterkte na uitvoeren van het onderzoek naar materiaalbestendigheid tegen vorst/dooiwisselingen moet voldoen aan de waarden vermeld in tabel 38 (EN2).
Tabel 38. Minimale druksterkte en richtwaarde voor de dichtheid van keien
Gesteente/gesteentegroepMinimale druksterkte (MPa)Richtwaarde dichtheid (geen eis) (kg/m
3
)
Graniet, granodioriet, syeniet1602600 - 2800
Dioriet, gabbro1702700 - 3000
Rhyoliet, rhyodasiet, trachiet, Phonoliet, mikrodioriet, andesiet 1602500 - 2850
Basalt, melafier2002850 - 3050
Basaltlava802400 - 2850
Diabaas1802750 - 2950
Kalksteen, dolomiet802650 - 2850
Grauwacke, kwartsiet, gangkwarts, kwartsitische zandsteen1202600 - 2750
Gneis, granuliet, amfiboliet, serpentiniet1602650 - 3100
Slijtvastheid
41 De slijtvastheid van keien van natuursteen moet worden bepaald met de Wide Wheel Abrasion Test (NEN-EN 1342 Annex B). De gemeten voegbreedte mag voor de gewenste prestatieklasse per individueel proefstuk de waarde genoemd in tabel 33 niet overschrijden. De eisen zijn gelijk aan de eisen die aan betonstraatstenen worden gesteld (NEN-EN 1338). Aanbevolen wordt om klasse 3 met markering H te hanteren.
Stroefheid
51 Afhankelijk van de locatie, verkeersbelasting, verkeerssnelheid en toepassing moet een keuze worden gemaakt met betrekking tot de vereiste polijstweerstand van het te selecteren natuursteenmateriaal (zie tabel 39). Voor normale toepassingen wordt klasse PSV50 aanbevolen. Voor bijzondere toepassingen kan een polijst­weerstand groter dan 53 vereist zijn.
52 De stroefheid van een natuursteenelement, uitgedrukt in USRV of SRT, moet ten minste 35 bedragen. Aanbevolen wordt om een SRT-waarde groter dan 45 te eisen, met name bij toepassing van grotere elementen (EN1).
Tabel 39. Eisen polijstweerstand keien
KlassePolijstweerstand
PSV
50
PSV > 50
PSV
44
PSV > 44
PSV nader te vermeldenPSV < 44
Uiterlijk
61 Referentiemonsters moeten representatief zijn voor de te leveren partij keien van natuursteen. Er dienen ten minste vijf materiaalmonsters te worden verstrekt, zijnde grensmonsters wat betreft kleurschakering, oppervlakbewerkingen en structuurkarakteristieken. Bij gemêleerde of gemengde materialen is het raadzaam een groter aantal referentiekeien te nemen. Met name bij gemêleerde en/of gemengde natuursteenmaterialen dient het aantal referentiemonsters voldoende groot te zijn, opdat de weergave en de spreiding van kleuren representatief zijn voor de gehele kleurschakering in de partij (EN2).
62 Het oppervlak van de gezaagde en bewerkte kei van natuursteen moet homogeen van kleur, textuur en structuur zijn. De natuursteen moet wat betreft kleur, textuur, structuur en bewerking(en) overeenkomen met de gewaarmerkte representatieve (grens)monsters. De natuursteen moet ‘gezond’ en gaaf zijn en vrij van in- en uitwendige onbestendige aders en scheuren, holtes en gaten en (vreemde) bestanddelen die de duurzaamheid nadelig kunnen beïnvloeden (EN2).