Heeft u vragen? U kunt ons ook bellen op tel: 0318-695315

Handboek natuursteenbestrating
Deze tekst is gepubliceerd op 19-10-15

Metamorfe gesteenten

Metamorfe gesteenten, ook wel omzettingsgesteenten genoemd, ontstaan door omzetting van stollings- of afzettingsgesteenten. Door enorme epirogenetische bewegingen in de aardkorst ontstaan bijvoorbeeld bergketens en zeetroggen. Tijdens de vorming hiervan kunnen eerder gevormde stollings- of sedimentgesteenten worden blootgesteld aan extreme druk, chemische reacties en/of hoge temperaturen. Daardoor ondergaan de gesteenten een metamorfose of gedaanteverwisseling. Hierbij veranderen behalve het uiterlijk ook de eigenschappen van de steen. Enkele voorbeelden: kalksteen wordt marmer, kleisteen wordt leisteen, zandsteen wordt kwartsiet en graniet wordt gneis.
Marmer is een door druk en temperatuur omgekristalliseerd primair gesteente (kalksteen). De kleur ontstaat door verontreiniging, wat bijvoorbeeld resulteert in zwarte aders door koolstof, groene aders door koper of rode aders door ijzer. Marmers zijn goed glanzend te polijsten. Van deze steensoorten zijn zeer veel varianten bekend. Marmer wordt gewonnen in groeven. De winning geschiedt meestal in dagbouw met als resultaat grote gaten in de grond. De groeven van een zelfde soort steen liggen meestal als een lint door een landstreek. Dit komt door de vervorming van de aardkorst en de daarop volgende lokale erosie, waarbij het gesteente aan de oppervlakte komt. Andere voorbeelden van metamorfe gesteenten zijn albast, gneis, kwartsiet, leisteen en speksteen.