Heeft u vragen? U kunt ons ook bellen op tel: 0318-695315

Handboek natuursteenbestrating
Deze tekst is gepubliceerd op 19-10-15

Onderfundering

De onderfundering is de constructielaag die tussen de fundering en het maaiveld of de cunetbodem ligt. In Nederland wordt deze laag meestal zandbed genoemd. Ook grondverbeteringen vallen onder de term onderfundering.
In gebieden met een slechte grondslag kan de laag uit licht ophoogmateriaal bestaan. Onderfunderingen worden toegepast om de volgende redenen:
  • als ophoging om de weg boven het maaiveld te brengen;
  • om ongewenste vorst- en dooi-effecten te voorkomen;
  • als grondverbetering of vervanging van de plaatselijk ongeschikte grond;
  • als werkvloer voor aanvoer, aanbrengen en opbouw van de rest van de verhardingsconstructie;
  • verdere spreiding van de belasting over de ondergrond.
De onderfundering is doorgaans ongebonden. Ook wordt vaak materiaal gebruikt dat uit de wegconstructie zelf komt of dat in een be­paalde streek eenvoudig voorhanden is. De dikte van de onderfundering is meestal afhankelijk van de draagkracht van de ondergrond en in mindere mate van de bovenbelasting. Laagdiktes variëren tussen 0,2 m en 0,6 m.
Om voldoende weerstand tegen permanente vervorming te bewerkstelligen, worden eisen gesteld aan de verdichtingsgraad (zie hoofdstuk 4).
Bij hergebruik van lokaal, kwalitatief minderwaardig materiaal wordt de onderfundering soms gestabiliseerd door toevoeging van cement of kalk. Stabilisaties zijn niet aan te bevelen en soms niet toegestaan in gebieden waar gasleidingen en andere kabels en leidingen aanwezig zijn.