Stollingsgesteenten
Stollingsgesteenten zijn eenvoudig gezegd ontstaan door afkoeling en stolling van magma. Dit kan zowel in als op de aardkorst plaatsvinden. Magma is het vloeibare gesteente dat zich in of onder een vulkaan bevindt. Het verschil met lava is dat lava aan de oppervlakte aanwezig is, terwijl het magma ondergronds is. Afhankelijk van de wijze van stolling wordt stollingsgesteente onderscheiden in dieptegesteente, ganggesteente en uitvloeiingsgesteente (zie figuur 2).
[ link ]
Figuur 2. Opbouw aardkorst
Dieptegesteenten
Dieptegesteenten ontstaan wanneer magma, geleidelijk en onder grote druk, in de aardkorst afkoelt. Dit resulteert in grofkorrelig gesteente met duidelijk waarneembare kristallen. Uiterlijk en samenstelling van dieptegesteenten zijn regelmatig, maar stenen onderling kunnen sterk in uiterlijk verschillen. Ze zijn zeer hard en moeilijk te bewerken, maar wel hoogglanzend te polijsten. De dan ontstane glans is weerbestendig. Deze gesteenten, met vindplaatsen over de hele wereld, komen voor in meerdere kleuren. De kleur is afhankelijk van de verontreiniging. Dieptegesteenten kunnen aan de oppervlakte komen door verheffing van de aardkorst en daarop volgende erosie van aanwezige sedimenten. Tot deze groep behoort onder meer graniet.
Uitvloeiingsgesteenten
Als vloeibaar gesteente uit de aardkorst treedt en daarna snel afkoelt, zoals lava bij een vulkaanuitbarsting, is sprake van uitvloeiingsgesteenten. Deze steensoorten bevatten geen of bijna geen kristallen. Wel kunnen (op grote schaal) luchtbelinsluitingen voorkomen.
De structuur is anders dan die van de dieptegesteenten, omdat de kristallisatie in twee fasen is verlopen. De eerste kristallisatie vindt plaats in de kern van de vulkaan door gedeeltelijke afkoeling en de tweede fase tijdens en na de eruptie. Sommige gesteenten zijn poreus, zoals trachiet. Andere, zoals basalt, zijn juist heel dicht en te vergelijken met sommige dieptegesteenten. Uitvloeiingsgesteenten zijn meestal gelijkmatig van uiterlijk en samenstelling.
Ganggesteenten
Deze gesteenten zijn een tussenvorm van diepte- en uitvloeiingsgesteenten. Ze ontstaan als magma stolt in spleten of breuklagen in de aardkorst. Ganggesteenten kunnen worden beschouwd stollingsgesteenten in de uitbraakgang, dus onder de oppervlakte van een eruptie. Tot deze groep behoort bijvoorbeeld porfier.