Voegtypen en voegmaterialen
Een veegvaste voegvulling tussen de verhardingselementen biedt grote voordelen bij machinale reiniging (vegen en zuigen) van natuursteenverhardingen, wat zijn weerslag zal hebben in de exploitatiekosten. De afweging of een veegvaste voegvulling gewenst is, moet worden gemaakt tijdens de ontwerpfase. Achteraf aanpassen van de voegwijdte voor het aanbrengen van een veegvaste voegvulling is immers niet mogelijk.
De voegvulling moet op het juiste moment worden aangebracht. Er zijn voegvullingproducten die in verband met weersinvloeden niet in een koude, natte periode mogen worden gebruikt. Cementgebonden producten kunnen het best in het voorjaar of het najaar worden aangebracht.
Tussen de natuursteenelementen kunnen, afhankelijk van de toegepaste verhardingsconstructie, verschillende voegtypen en voegmaterialen worden toegepast. Tabel 6 in subparagraaf 3.5.4 geeft een overzicht van de mogelijke oplossingen.
Bij cementgebonden producten bestaat kans op sluiervorming op de natuursteen. Om die te voorkomen, moet de verharding kort na het aanbrengen van de voegvulling goed worden schoongemaakt. Bij een epoxygebonden voeg blijft na aanleg een vetachtige film achter op de natuursteen, die zorgt voor een ‘wet look’. Hierdoor bestaat in de aanvangssituatie een wat grotere kans op ongelukken door mindere stroefheid en slipweerstand. Deze film verdwijnt na een aantal maanden onder invloed van zon en regen. Bij toepassing van LD-mix wordt veel water gebruikt voor de verdichting. Hierdoor blijft er smetwater achter op de ingevoegde bestrating. Door gebruik van de verharding zal de ontstane sluier door smetwater binnen enkele weken verdwijnen. Locaties met minder intensief gebruik kunnen met water en borstel alsnog worden gereinigd.
Onkruidvorming treedt niet of nauwelijks op bij een gebonden voeg, maar bij een ongebonden voeg is het nodig op weinig belopen en bereden gedeeltes een aantal malen per jaar het onkruid te verwijderen.