De pakketten stenen voor machinaal vlijen moeten op een bepaalde wijze worden samengesteld (zie figuur 59). De 8 à 10 lagen bestaan doorgaans elk uit 44 stenen. Voor machinaal vlijen worden pakketten met lagen stenen in elleboogverband aangevoerd. Keperverband wordt gerealiseerd door deze lagen stenen in elleboogverband onder 45° in de bestrating te plaatsen. Een laag stenen is bestemd voor een oppervlakte van 48 stenen in elleboogverband. De laag bevat 44 hele stenen en eventueel acht halve stenen. Ontbreken de halve stenen, dan worden de openingen ten behoeve van het transport opgevuld met bijvoorbeeld kunststof pijpen of houten balken.
Voordat machinaal vlijen in keperverband werd toegepast, was men niet gewend halve stenen te gebruiken; het was eenvoudig niet aan de orde. Toch blijkt dat het toepassen van halve stenen voordelen heeft, zoals:
Er zijn geen technische bezwaren tegen het toepassen van halve stenen in de bestrating, mits deze stenen goed zijn opgesloten. Bij het machinaal vlijen van straatstenen ontstaat een grotere dichtheid in het bestratingsoppervlak dan bij straten. Overwogen kan worden voor alles stenen met een zogenoemde splintervrije kop toe te passen (zie figuur 31).
De krimpfolie of de omsnoering om de pakketten dient zo lang mogelijk te worden gehandhaafd. Omdat kinderen vaak de stenen voor hun spel gebruiken, verdient het aanbeveling de tijd tussen de aanvoer en het verwerken van de stenen zo kort mogelijk te houden. Voor het dagelijks aanvoeren en verwerken zijn goede afspraken nodig tussen fabrikant, vervoerder en straatmakers.
Gezien de hoge produktiesnelheid van de bestratingsmachine zal het egaliseren van straatlagen hiermee gelijke tred moeten houden (zie figuur 62). Dit stelt zwaardere eisen aan het egaliseren dat meestal met de hand wordt uitgevoerd. Bezwaren ten aanzien van de arbeidsomstandigheden kunnen voor een belangrijk gedeelte worden voorkomen door het zand voor de straatlaag te vervangen door brekerzand of split. Deze materialen zijn weliswaar duurder dan straatzand, maar de extra kosten worden belangrijk gereduceerd door een kortere afwerktijd. Bovendien kan het brekerzand of split gemakkelijker worden afgerijd. Tijdens het trillen worden de stenen verder geschikt en worden oneffenheden weggewerkt.
Er kunnen drie typen machines voor machinaal vlijen worden onderscheiden:
- bestratingsmachines met een vacuümsysteem;
- bestratingsmachines met een tweezijdig klemsysteem;
- bestratingsmachines met een vierzijdig klemsysteem.
In het vervolg wordt eerst de werkmethode bij toepassing van machines met het vacuümsysteem vrij uitgebreid beschreven. Daarna volgen de werkmethoden bij de twee andere typen bestratingsmachines. Daarbij wordt aangegeven wat de verschillen zijn ten opzichte van het gebruik van machines met het vacuümsysteem.
[ link ] Figuur 63. Eenvoudige graafmachine, uitgerust met vacuümapparatuur
Bestratingsmachines met het vacuümsysteem (zie figuur 63)
Een ploeg straatmakers met een bestratingsmachine bestaat minimaal uit een machinist en één of twee vlijers, zo mogelijk aangevuld met een man die een laadschop bedient. Bij volledige inzet van de bestratingsmachine verricht de ploeg geen werkzaamheden met trottoirbanden, gootstenen, hoogtestenen of aan de straatlaag. Evenmin worden er afsluitende werkzaamheden uitgevoerd, zoals knippen, trillen en afzanden.
Wanneer de bestrating in het gebruikelijke keperverband wordt gevlijd, dienen de pakketten stenen zo te worden geplaatst dat de lagen stenen uitsluitend kunnen worden gelegd op de manier die in figuur 64 is weergegeven. In elke laag is een zogenoemd visgraatpatroon herkenbaar. Dit patroon moet haaks op de lengteas van de straat worden aangebracht. De legwijzen B en D zijn fout omdat zij kruip van de stenen tot gevolg hebben. Bij legwijze C is er geen goed verband met de bisschopsmutsen te maken. Alleen bij legwijze A treden de genoemde nadelen niet op.
Afhankelijk van de straatbreedte kan de minder goede legwijze C zich voordoen aan de ‘andere’ zijde van de straat (de zijde waar men niet begonnen is). Dit moet worden opgelost tezamen met nog eventuele andere maatprobleempjes.
In een stedelijke omgeving is het vaak niet mogelijk de pakketten zo neer te zetten dat de bestratingsmachine ze achter elkaar kan oppakken. Regelmatig aanvoeren met de laadschop is dan noodzakelijk.
Het vlijen van de stenen is een samenspel tussen de leden van de ploeg: de machinist van de bestratingsmachine, de vlijers bij de klem van de bestratingsmachine en de machinist van de laadschop.
De bestratingsmachine werkt vanaf de nieuwe bestrating. Met de zwenkarm kan de machine de lagen stenen over (een groot gedeelte van) de straatbreedte plaatsen. De laadschop, uitgerust met een palletvork, voert de pakketten stenen aan. Bij een dagelijkse aanvoer blijft de rijafstand voor de laadschop beperkt. De laadschop verplaatst de stenen over het laatste gedeelte van de nieuwe bestrating. Tijdens dit transport kan enige onvlakheid ontstaan in de nieuwe bestrating. Dit vormt geen bezwaar; de onvlakheid verdwijnt weer tijdens het trillen van de bestrating met een trilplaat.
Wanneer een pallet leeg raakt, wordt met de laadschop een volgend pallet met stenen ernaast geplaatst, zodat de bestratingsmachine niet wordt opgehouden. De lege pallets worden met de laadschop weggehaald en aan de kant van de straat gestapeld.
[ link ] Figuur 64. Slechts één legwijze is juist
De laadschop is voorts nodig voor het verplaatsen van de pallets met bisschopsmutsen en met halve stenen voor de inritten en parkeerhavens. Andere werkzaamheden voor de laadschop kunnen zijn: ophalen van achterblijvende pallets met stenen, transporteren van knip- en trilmachines, verwijderen en verzamelen van buizen of houten balken uit de pakketten stenen en plaatsen van verkeersborden.
[ link ] Figuur 65. Legvolgorde bij machinaal vlijen met het vacuümsysteem
Het vlijen van de lagen stenen vindt meestal plaats (vanuit de bestrating naar de straatlaag gezien) van rechts naar links. Men vlijt onder een hoek van 45°, waarbij de bestrating aan de rechterzijde een straatbreedte verder is gevorderd dan die aan de linkerzijde. Men begint dus de eerste laag te vlijen in de stompe hoek en men eindigt in de scherpe hoek. Aan de linkerzijde ontstaat de passing tegen de bisschopsmutsen (zie figuur 65).
[ link ] Figuur 66. De vacuümplaat wordt op een laag stenen geplaatst, waarna de klemmen (enige keren) aanslaan
De machinist van de bestratingsmachine plaatst de zuignappen van de vacuümplaat op een laag stenen (zie figuur 66). Met de vier mechanische klemmen aan de zijkanten van de plaat worden de stenen eerst tegen elkaar gedrukt door de klemmen enige keren aan te slaan. Vervolgens wordt de laag stenen opgepakt (zie figuur 67). De machinist zwenkt de laag stenen in een halve cirkel naar de straatlaag, waarbij hij goed let op de vlijers. Zij pakken vervolgens de klem vast en geleiden de laag stenen naar zijn plaats. Het vacuüm wordt opgeheven waardoor de laag stenen op zijn plaats wordt gezet. Hierna zwenkt de machine terug naar de voorraad stenen op de pallet (zie figuur 68).
[ link ] Figuur 67. Zwenken en klemmen omhoog brengen
[ link ] Figuur 68. Het uitzicht van de machinist op de vlijers is belemmerd
Wanneer aan een nieuwe strook wordt begonnen, pakt de vlijer een stalen plaatmal en legt deze op de hoek van de eerste laag van de pallet af te nemen stenen. Deze mal dekt vijf stenen af. De vier mechanische klemmen blijven de laag stenen echter tijdens het zwenken vasthouden, dit in tegenstelling tot de volgende charges. Vlak voor het einde van de vlucht worden de klemmen gelost. Daardoor vallen de vijf niet aangezogen stenen op de rand van de bestrating. Door het ontbreken van deze stenen sluit de eerste laag direct op de bisschopsmutsen aan (zie figuur 69). De laatste laag stenen van een strook is meestal een paslaag. De stenen die over zijn, komen terecht op de gootstenen en de bisschopsmutsen.
[ link ] Figuur 69. De eerste laag van een nieuwe strook; de plaatmal blijft liggen op de gootstenen
De werkzaamheden van de vlijers kunnen als volgt worden omschreven. Zij beginnen hun werk met het vlijen van de gootstenen. Daarna worden, kort vóór het machinaal vlijen, langs de goot de bisschopsmutsen aangebracht. Hiertoe staat de vlijers een pallet met bisschopsmutsen aan de zijkant van de bestrating ter beschikking.
Gaten in de bestrating door het ontbreken van halve stenen worden direct na het plaatsen van een laag stenen opgevuld met hele stenen. Dit vergt meestal enige inspanning omdat de stenen tijdens het transport en het plaatsen enigszins verschuiven. De vlijers moeten de nodige ruimte maken door te wrikken met een steen.
Verder controleren de vlijers geregeld of de lijnen in de bestrating voldoende recht lopen. Zonodig wordt er gecorrigeerd.
[ link ] Figuur 70. Er wordt over de put gevlijd. De plaatmal ligt nog op de gootstenen
Straatkolken en controleputten vormen in beginsel geen belemmering voor het machinaal vlijen. De lagen stenen worden over de kolken en putten heen gelegd (zie figuur 70). Daardoor worden de haaksheid van de lagen en het legpatroon zo min mogelijk verstoord. Wanneer de kolk of put is gepasseerd, worden de overtollige stenen weggehaald en wordt de bestrating met passtenen afgewerkt (zie figuren 71 en 72).
[ link ] Figuur 71. De overtollige stenen worden verwijderd
[ link ] Figuur 72. De sluitlaag wordt over de gootstenen geplaatst
Parkeerkommen worden meestal gestraat in elleboogverband. De werkwijze is vergelijkbaar met die voor een keperverband. De markering in de vorm van witte stenen wordt pas later aangebracht (zie figuur 73). Na het vlijen volgt het trillen, waarbij eventuele onvlakheden worden weggewerkt.
[ link ] Figuur 73. Na het vlijen wordt de belijning van witte stenen aangebracht
Bestratingsmachines met een tweezijdig klemsysteem(zie figuur 74)
De bestratingsmachine met een tweezijdig klemsysteem is van de drie typen machines de goedkoopste in aanschaf. Het grote verschil met de om haar as draaiende vacuümmachine is dat de tweezijdige klemmachine niet kan zwenken; ze moet zelf de stenen ophalen. De machine rijdt heen en weer tussen de voorraad stenen en de plaats waar de bestrating wordt aangebracht. De pakketten stenen dienen te zijn opgevuld met halve stenen; het slechts tweezijdig klemmen vereist dit. De pallets stenen kunnen van tevoren worden neergezet langs het zandbed. Men loopt dan wel het risico dat het verband van de lagen stenen voortijdig wordt verstoord door bijvoorbeeld spelende kinderen.
[ link ] Figuur 74. Bestratingsmachine met vaste arm, uitgerust met een tweezijdig klemsysteem
Met behulp van een laadschop kunnen de stenen naar de bestratingsmachine worden verplaatst. Dit is gunstig voor de snelheid van werken. De pakketten moeten zo worden neergezet dat de bestratingsmachine recht voor de pakketten kan gaan staan om er een laag stenen van af te nemen (zie figuur 75). Per keer pakt de machine een laag met een oppervlakte gelijk aan die van 48 stenen.
[ link ] Figuur 75. De machine wordt recht voor het pakket gemanoeuvreerd en pakt dan een laag stenen
[ link ] Figuur 76. Legvolgorde bij straatwerk dat wordt aangebracht met een tweezijdig klemsysteem
Nadat de gootlaag is gesteld, begint men in de scherpe hoek van de bestrating. Men eindigt in de stompe hoek (zie figuur 76). Aan het begin van de strook vlijt men na de bisschopsmutsen een driehoek van veertien hele en vier halve stenen (zie figuur 77).
[ link ] Figuur 77. Begin van een nieuwe strook met veertien hele en vier halve stenen
De bestratingsmachine rijdt nu met een laag stenen naar de rand van de bestrating, plaatst deze laag haaks op de reeds gelegde strook en laat de stenen vervolgens zakken. De vlijer stuurt de laag stenen met de hand over het laatste gedeelte (zie figuren 78 en 79).
[ link ] Figuur 79. De machinist helpt bij het plaatsen; de lichte achterasbesturing maakt hem dat mogelijk.
Aan het einde van een strook kan geen volledige laag worden geplaatst. Men kan de benodigde stenen in een kruiwagen aanvoeren en die gelijktijdig vlijen met de gootstenen en de bisschopsmutsen. Een betere methode is om een volledige laag stenen te plaatsen met de bestratingsmachine. Hiertoe moet de machine niet haaks op de strook aanrijden, maar evenwijdig aan de strook (zie figuur 80). Tijdens het plaatsen wordt de laag met de hand gedraaid. De stenen die over zijn, worden opzij gelegd, waarna het verband kan worden afgemaakt.
[ link ] Figuur 80. Evenwijdig aan de strook aanrijden en met de hand de laag stenen in de klem draaien
In de praktijk blijkt dat de machine de stenen snel en met een grote nauwkeurigheid kan ophalen en plaatsen. De produktie van de machine wordt voor een belangrijk gedeelte bepaald door de af te leggen rijafstand en het al of niet snel kunnen pakken van een laag stenen. Deze twee punten zijn in hoge mate afhankelijk van de organisatie van het straatwerk. De oorzaak van een tegenvallende produktie moet daarom veelal worden gezocht in de begeleiding van het straatwerk.
[ link ] Figuur 81. De stand van de stenen corrigeren door de laag in twee richtingen aan te slaan
Bij het plaatsen kunnen de stenen enigszins scheef in het werk belanden (zie figuur 81). Deze stenen worden dan met een zware hamer (met lange steel) omlaag getikt. Met dezelfde hamer wordt de laag stenen in twee richtingen opgesloten. Dit moet zodanig gebeuren dat de lijnen in het straatwerk strak blijven. Dit moet regelmatig worden gecontroleerd (zie figuur 82).
[ link ] Figuur 82. Met een draad controleren of de lijnen in de bestrating recht lopen
Kolken en putten in het straatwerk geven een verstoring in het vlijwerk. Een praktische oplossing is zich in eerste instantie niets aan te trekken van zulke obstakels. De stenen worden over de kolk of put heen gevlijd. De meeste stenen liggen dan goed. Het overschot aan stenen wordt met de hand verwijderd. Vervolgens wordt eerst doorgegaan met het vlijen van de stenen totdat het verband rondom de kolk of put volledig is. Om daarna snel over een vrije rijweg voor de bestratingsmachine te kunnen beschikken, wordt het vlijen van de stenen onderbroken; de vlijers maken eerst de bestrating rond de put af (zie figuur 83). Iets verdiept liggende controleputten kunnen worden afgedekt met enkele trottoirtegels. Daarna kan de bestratingsmachine onbelemmerd verder rijden.
[ link ] Figuur 83. Met een tegel afgedekte straatkolk, waaromheen de bestrating is aangeheeld
Bestratingsmachines met een vierzijdig klemsysteem
Bestratingsmachines met een vierzijdig klemsysteem bestaan evenals de vacuümmachines uit een graafmachine die is uitgerust met een bestratingsklem, gekoppeld aan de giek (zie figuur 84).
[ link ] Figuur 84. Graafmachine, uitgerust met een vierzijdig klemsysteem
In de pakketten mogen de halve stenen ontbreken. De gaten in de bestrating moeten dan worden opgevuld. Per keer pakt de machine een laag met een oppervlakte van circa 1,1 m2. Afhankelijk van het formaat van de stenen telt zo’n laag 44 à 48 stenen.
Een nieuwe strook begint met het handmatig vlijen van tien hele stenen (zie figuur 85). Hiermee verkrijgt men de aanzet voor de eerste laag machinaal te vlijen stenen. De vier halve stenen in de driehoek mogen nog niet worden gelegd. Hoewel de driehoeken langs de kant steeds met de hand moeten worden gevlijd, kunnen de vlijers met het handwerk de machine voorblijven.
[ link ] Figuur 85. Begin van een nieuwe bestratingsstrook met tien hele stenen
Het is aan te raden de driehoeken te vlijen voordat ze helemaal door pakketten of bisschopsmutsen zijn ingesloten. Men voorkomt hiermee dat er voor deze stenen onvoldoende ruimte is. Na het aanbrengen van de eerste laag plaatst men de volgende lagen stenen van rechts naar links. In stadsstraten werkt men (veelal) in de breedte. Door het verschuiven en het toevoegen van stenen is op deze wijze een goed gesloten wegdek in keperverband te realiseren (zie figuur 86).
[ link ] Figuur 86. Na het plaatsen van een laag stenen wordt er één steen verschoven en worden er vier stenen toegevoegd
Machinaal vlijen met een zwenkarm Bij de bestratingsmachine met een vierzijdig klemsysteem zijn twee werkwijzen mogelijk:
- de machine werkt vanuit de zijkant van de straat (zie figuur 87);
- de machine werkt vanaf de zojuist gereedgekomen bestrating (zie figuur 88).
Wanneer vanuit de zijkant van de straat wordt gewerkt, gaat men voor het maken van de opzet uit van de langste te formeren rechtstand. Naast deze rechtstand worden de pallets met stenen geplaatst. De machine, die naast de weg staat, pakt een laag stenen op en legt deze in het werk. Hierbij heeft de machinist vanuit zijn cabine vrij uitzicht op de vlijers bij de legplaats. Als de klem met de laag stenen bij de legplaats is aangekomen, draait de vlijer de klem in de juiste stand. De machinist laat vervolgens de laag stenen op de vooraf onder profiel gebrachte straatlaag neer. In figuur 87 is de volgorde van het leggen aangegeven.
[ link ] Figuur 87. Machine werkt vanuit de zijkant van de straat
Ook wanneer vanaf de zojuist gereedgekomen bestrating wordt gewerkt, gaat men uit van de langste rechtstand en staan de pakketten met stenen naast het te maken werk. Het is noodzakelijk de stenen aan te voeren voordat de straatlaag wordt geëgaliseerd. De machine staat op de nieuwe bestrating ongeveer een meter vanaf de kantopsluiting. De machinist heeft ook hier vrij uitzicht op de vlijers aan de klem. Figuur 88 toont de volgorde van het leggen.
[ link ] Figuur 88. Machine werkt vanaf de gereedgekomen bestrating
Soms is het door de plaatselijke omstandigheden onmogelijk de stenen naast de te bestraten weg op te stellen. De pakketten worden dan achter de machine neergezet (zie figuur 89). De machine draait steeds met de klem naar rechts. Hierbij heeft de machinist echter geen vrij uitzicht op de vlijers omdat de kraanarm het gezichtsveld belemmert. Uit veiligheidsoverwegingen is dit dus een minder gewenste werkmethode. De tegengestelde draairichting vergt echter een langere weg en dus meer tijd.
[ link ] Figuur 89. De pakketten stenen staan achter de machine; een continue aanvoer moet verzekerd zijn
Als straten of terreinen niet in één arbeidsgang kunnen worden gevlijd, wordt het werk verdeeld in banen. Wanneer er een baan bestrating gereed is, keert men terug naar het beginpunt om, aansluitend op de gerealiseerde baan, een volgende te leggen (zie figuur 90). De pakketten met stenen worden op de reeds aangebrachte en afgewerkte bestrating opgesteld.
[ link ] Figuur 90. Brede straten of terreinen worden in banen gevlijd