Opperen
Er bestaan belangrijke verschillen in arbeidsomstandigheden bij de volgende vier oppermethoden voor straatwerk:
- volledig met behulp van de kruiwagen;
- een deel van de stenen op de eerste weghelft gooien en het overige deel aanvoeren met de kruiwagen;
- met de laadschop naar het zandbed;
- met de laadschop over het nieuwe straatwerk.
Afhankelijk van de toegepaste methode, vergt het opperen tussen vrijwel 0 en 0,09 manuren per vierkante meter straatwerk.
Als de voorraad stenen niet langs het zandbed is opgesteld en als er geen andere transportmiddelen beschikbaar zijn, worden alle stenen aangevoerd met de kruiwagen. Zo’n situatie kan voorkomen wanneer de leverancier de stenen aflevert buiten werktijd. Gemiddeld worden per keer dertig betonstraatstenen met de kruiwagen getransporteerd. Wanneer er gemiddeld 35 m moet worden gekruid, vergt deze arbeid 0,09 manuren per vierkante meter straatwerk. Bij deze wijze van werken gaat er dagelijks meer dan dertig ton aan gewicht door de handen van de opperman. Ter verbetering van de arbeidsomstandigheden dient het te verplaatsen gewicht te worden verminderd.
[ link ]
Figuur 18. Opperen met de kruiwagen: zwaar werk
Bij de aanvoer voor handmatig vlijen worden de stenen bestemd voor de eerste weghelft gegooid, en die voor de tweede weghelft gekruid vanaf de zijkant van het zandbed naar de rand van de nieuwe bestrating. Voor straatwerk waarbij de staande of geknielde werkhouding wordt aangenomen, en voor handmatig vlijen is een dergelijke aanvoer voldoende. Wanneer bij het straten van nieuw werk de staande werkhouding wordt aangenomen, schikt de opperman de stenen nog eens op de rand van de bestrating. Uit arbeidsongeschiktheidscijfers blijkt dat het bij deze werkwijze dagelijks te verplaatsen gewicht aan betonstraatstenen te groot is voor een mens. De diverse mechanische hulpmiddelen die beschikbaar zijn, worden nog veel te weinig toegepast.
[ link ]
Figuur 19. Opperen kan het best met de laadschop gebeuren
Bij het aanvoeren met de laadschop worden de stenen nabij de nieuwe bestrating gelost; de stenen worden met een laadschop opgenomen en in het zandbed gereden. Het spreiden van de stenen geschiedt onder leiding van de voorman van de straatploeg. Een voorwaarde is dat de straatlaag voor de nieuwe bestrating op hoogte ligt en dat de trottoirbanden zijn gesteld. Tijdens de tijdstudie bleek dat relatief weinig stenen handmatig behoeven te worden verplaatst. De arbeidsbelasting is gering. Uit het oogpunt van de arbeidsomstandigheden is dit dan ook een aan te bevelen manier van werken.
Als de stenen op pallets staan en er een laadschop beschikbaar is, kunnen de stenen over het nieuwe straatwerk worden aangevoerd.
Bij machinaal vlijen is verder transport niet nodig. Bij straten en handmatig vlijen moeten de losse stenen tot op de rand van het straatwerk worden gebracht. Voor de opperman betekent dit het verplaatsen van vele tonnen aan stenen per dag.
Conclusie
Bij handmatig opperen zijn de te verplaatsen gewichten erg hoog; de beschikbare machinale hulpmiddelen worden nog veel te weinig toegepast.