Heeft u vragen? U kunt ons ook bellen op tel: 0318-695315

Richtlijn voor het markeren van onverlichte obstakels
Deze tekst is gepubliceerd op 05-10-11

Markering

Onverlichte obstakels op of langs de rijbaan moeten worden gemarkeerd. Dit kan op twee manieren:
  1. door het markeren van het obstakel met retroreflecterende markeringsstrepen;
  2. door het markeren van de omgeving van het obstakel volgens de richtlijnen voor maatregelen bij werken in uitvoering [4].
Markering van het obstakel
De methode waarbij het obstakel zelf wordt gemarkeerd, is vooral geschikt voor vastomlijnde objecten, zoals containers en cabines. Voor het markeren gelden de volgende eisen:
  1. De obstakels worden voorzien van minimaal twee markeringsstrepen op elk zijvlak en elk kopstuk (zie figuur 4);
  2. De markeringsstrepen worden aangebracht aan de uiterste buitenzijden van het obstakel. De afstand tussen het hoogste punt van de markering en de rijbaan waarop het obstakel zich bevindt, bedraagt maximaal 1,55 m;
  3. De markering wordt in beginsel verticaal aangebracht; alleen als dat praktisch niet uitvoerbaar is, kan de markering na overleg met de wegbeheerder horizontaal worden aangebracht;
  4. De markering bestaat uit retroreflecterend materiaal van ten minste high intensity grade klasse II (volgens NEN 3381 [18]) in de kleuren rood en wit;
  5. De markering bestaat uit een vlak van 141 mm breed en 705 mm lang. Hierop zijn diagonale strepen (rood en wit) aangebracht. Aan de kopeinden (evenals op de zijvlakken) van het obstakel worden de markeringsstrepen zodanig aangebracht dat de rode vlakken:
      -in de aanrijrichting aan de linkerzijde van rechtsboven naar linksonder gericht zijn;
      -in de aanrijrichting aan de rechterzijde van linksboven naar rechtsonder gericht zijn.
[ link ]

Figuur 4. Een juiste markering van de zijvlakken en kopstukken van een object

[ link ]

Figuur 5.Maatvoering van de diagonaal aan te brengen rode en witte vlakken

Markering van de omgeving
De tweede methode komt doorgaans in aanmerking waar het minder duidelijk omlijnde obstakels betreft, zoals opgeslagen bouwmateriaal, een verzameling hekken, los bouwafval of een werkvak. In een dergelijk geval dient het obstakel te worden gemarkeerd overeenkomstig de diverse bebakeningsrichtlijnen [4].
Aandachtspunten
Op containers en soortgelijke objecten die zich op of langs de rijbaan bevinden, moeten duidelijk leesbaar de naam en het telefoonnummer van de verhuurder zijn aangebracht, zodat deze altijd kan worden getraceerd.
Een gemakkelijke en veel toegepaste manier om objecten te markeren is het beplakken met retroreflecterende folie. Wanneer het te markeren object echter geen egaal oppervlak heeft (bepaalde bouwmaterialen, bouwafval, roestige containers en dergelijke) is deze methode niet geschikt. In zo'n geval worden platen of panelen met daarop de markering op het obstakel geschroefd of wordt anderszins gehandeld in de geest van de richtlijnen voor maatregelen bij werken in uitvoering [4].

Figuur 6. Containers moeten voorzien zijn van de naam en het telefoonnummer van de verhuurder