Principe van bewegwijzeren

Toeristische bewegwijzering heeft primair tot doel de weggebruiker te geleiden naar het object of gebied (zie ook paragraaf 1.5.10). De routekeuze wordt zodanig bewegwijzerd dat de weggebruiker de meest geschikte en/of een toeristisch attractieve route kiest. Het verkeer wordt zo veel mogelijk geleid en krijgt ook oriëntatiemogelijkheden aangeboden.

Dit betekent dat een goede toeristische bewegwijzering:

• weggebruikers adequaat informeert over toeristische objecten en gebieden;
• potentieel risicovol zoekgedrag van weggebruikers voorkomt;
• de rijtaak van weggebruikers die willen parkeren nabij toeristisch-economische objecten vereenvoudigt;
• bestemmingen op uniforme (herkenbare) wijze aanduidt;
• aansluit bij internationaal geaccepteerde en toegepaste systemen;
• voorkomt dat een wildgroei aan verwijzingen optreedt.

In de praktijk komen twee soorten objectverwijzingen voor:

• bewegwijzering naar toeristische objecten;
• bewegwijzering naar overige maatschappelijke lokale objecten.

De systemen worden in een verschillende kleurencombinatie uitgevoerd.