Snelfietsroutes
1. Inleiding
In Nederland worden door diverse overheden initiatieven ontwikkeld snelfietsroutes aan te leggen. Een snelfietsroute onderscheidt zich van een gewone fietsroute omdat deze comfortabeler is uitgevoerd. Een flink aantal van deze fietsroutes is reeds gerealiseerd en er zijn nog projecten in ontwikkeling.
In Nederland worden door diverse overheden initiatieven ontwikkeld snelfietsroutes aan te leggen. Een snelfietsroute onderscheidt zich van een gewone fietsroute omdat deze comfortabeler is uitgevoerd. Een flink aantal van deze fietsroutes is reeds gerealiseerd en er zijn nog projecten in ontwikkeling.
In 2015 is naar aanleiding van een case in de Stadsregio Arnhem-Nijmegen nagedacht over de gewenste lay-out van de fietswegwijzers. Bij deze case waren betrokken: medewerkers van de toenmalige stadsregio Arnhem-Nijmegen (tegenwoordig Provincie Gld), Provincie Gelderland, adviesbureau InfraRoad, Ministerie van Infrastructuur en Milieu (programma Fileproof), CROW, NBd, Dit heeft geresulteerd in een standaard ontwerp voor snelfietsroutes, gebaseerd op de reguliere kleurstelling voor fietsbewegwijzering (zie hierna onder 2 en 3).
Gezien de te verwachten ontwikkelingen ten aanzien van snelfietsroutes, is door het Landelijk Platform Bewegwijzering in de vergadering van 7 oktober 2015 aan de Expertgroep gevraagd een voorstel te doen voor een landelijk te gebruiken nummeringssystematiek (zie hierna onder 4, 5 en 6).
In deze notitie wordt naast het terugblikken op en het weergeven van algemene informatie het inhoudelijke resultaat gepresenteerd van de bespreking in het Expertoverleg van woensdag 13 juli 2016. Concreet wordt een aantal opties om te komen tot een nummeringssystematiek voor Snelfietsroutes aan het Platform Bewegwijzering toegelicht en wordt een aanbeveling gedaan voor een naar mening van de Expertgroep meest voor de hand liggende inpassing van een snelfiets routenummersysteem binnen de bestaande richtlijn.
2. Vormgeving wegwijzers snelfietsroutes
In Nederland worden door diverse overheden snelfietsroutes aangelegd. Zoals het RijnWaalpad in Gelderland en de Beneden-Merwederoute in Zuid-Holland.
In beginsel onderscheidt een snelfietsroute zich van een gewone fietsroute omdat deze comfortabeler is uitgevoerd. Dit komt tot uiting in bijvoorbeeld het strekken van routes, de verhardingskeuze (rood gekleurd) asfalt, specifieke verlichting, voorrangsregeling en, indien mogelijk, het ontbreken van verkeerslichten. Hierdoor kan een rit per fiets sneller afgelegd worden, waardoor de fiets in veel gevallen een aantrekkelijker alternatief wordt voor de auto.
Met bovengenoemde eigenschappen, en zeker als men een pictogram ter identificatie van de snelfietsroute op strategische plekken aanbrengt op het asfalt, ziet men duidelijk dat men zich op een “Snelfietsroute” begeeft. Hiermee blijft het wel een utilitair fietspad.
Om die snelfietsroutes van passende bewegwijzering te voorzien is er in diverse verbanden nagedacht over de gewenste lay-out van de fietswegwijzers. Uiteindelijk is door het Landelijk Platform Bewegwijzering het standpunt ingenomen dat op dit soort verbeterde fietsverbindingen gebruik dient te worden gemaakt van de landelijk gebruikte kleurstelling en vormgeving van bewegwijzering voor fietsers, zoals vastgelegd in de CROW-richtlijn 322 voor Bewegwijzering.
De bewegwijzering op utilitaire fietsroutes/-paden wordt bij wet verzorgd door de NBd. De NBd hanteert voor het opstellen van bewegwijzeringsplannen ondermeer de CROW-richtlijn 322 voor Bewegwijzering. In deze richtlijn is bepaald dat fietsbewegwijzering de kleurstelling ‘rood-op-wit’ en voor alternatieve (toeristisch mooiere) routes ‘groen-op-wit cursief’ heeft; een en ander overeenkomstig het RVV, bijlage 1, hoofdstuk K. Afwijkende kleurstelling wordt (door de NBd) niet toegepast.
De lay-out van de bewegwijzering van snelfietsroutes is inmiddels bepaald. Voorbeelden zijn hieronder toegevoegd; dit wordt vastgelegd in deze richtlijn. Fietshandwijzers of fietsstapelborden, met routenummer tussen haakjes als je naar een snelfietsroute verwezen wordt (maar er nog niet op rijdt), en met een spoeltje als je op de route zelf rijdt.
De keuze tussen een fietshandwijzer of fietsstapelbord wordt door de NBd gemaakt op basis van de verkeerssituatie ter plaatse.
Het is mogelijk op een langere recht doorgaande route één of meer fietswegwijzers te plaatsen ter (her-)bevestiging van de route die wordt gevolgd.
Bovengenoemde fietswegwijzers kunnen door de wegbeheerder zelf worden geplaatst en beheerd; het ontwerp van de borden in het kader van het bewegwijzeringsplan behoren tot de wettelijke taak van de NBd. Ter ondersteuning van de route kan de wegbeheerder ervoor kiezen om aanvullende op de bewegwijzering route-plattegronden te ontwerpen, te plaatsen en te beheren. De lay-out van deze route-plattegronden kan passen bij de huisstijl van de betreffende overheid of het project waaronder de betreffende snelfietsroute is gerealiseerd. Dit is derhalve geen bewegwijzering in de zin van de wegenverkeerswet, artikel 16, derde lid, en de bedoelde verkeerstekens die zijn opgenomen in bijlage I, hoofdstuk K, van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990.
3. Huidige snelfietsroutes en ontwikkelingen
[ link ] startte in 2006 als één van de veertig projecten van het FileProof-programma van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat, om de files op korte termijn aan te pakken. Doel is om automobilisten die op fietsbare afstand (tot 15 km) wonen te stimuleren de fiets naar het werk te pakken. ‘Fiets filevrij!’ doet dit door grensoverschrijdende samenwerking (meerdere wegbeheerders) op de routes, pro-actief procesmanagement en een stevige inzet op communicatiegebied.
[ link ] startte in 2006 als één van de veertig projecten van het FileProof-programma van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat, om de files op korte termijn aan te pakken. Doel is om automobilisten die op fietsbare afstand (tot 15 km) wonen te stimuleren de fiets naar het werk te pakken. ‘Fiets filevrij!’ doet dit door grensoverschrijdende samenwerking (meerdere wegbeheerders) op de routes, pro-actief procesmanagement en een stevige inzet op communicatiegebied.
[ link ]
De Provincie Gelderland en de betrokken gemeenten werken samen aan het realiseren van een hoogwaardige fietsverbinding in het gebied tussen Nijmegen en Beuningen. De snelfietsroute sluit uitstekend aan op de grote werklocaties in Nijmegen zoals Winkelsteeg, Heyendaal en het centrum van Nijmegen.
De Provincie Gelderland en de betrokken gemeenten werken samen aan het realiseren van een hoogwaardige fietsverbinding in het gebied tussen Nijmegen en Beuningen. De snelfietsroute sluit uitstekend aan op de grote werklocaties in Nijmegen zoals Winkelsteeg, Heyendaal en het centrum van Nijmegen.
[ link ] is de eerste route in de regio die gereed is. Op 3 juli 2015 werd de snelfietsroute feestelijk geopend.
Non-stop de files voorbij fietsen op weg naar uw werk? Dat kan! Over de hoogwaardige snelfietsroute tussen Arnhem en Nijmegen: het RijnWaalpad. In 40 minuten fietst u van de Rijnkade in Arnhem naar de Waalkade in Nijmegen. U fietst veilig de files voorbij, over een aantrekkelijke route met strak asfalt en vaak met voorrang op auto's.
4. Aandachtspunten snelfietsroutenummering
Hieronder wordt een aantal aandachtspunten benoemd waaraan een systeem van snelfietsroutenummering moet voldoen, alsmede een aantal opties aangegeven voor de systeemkeuze. Aandachtspunten
- Het toekennen van een routenummer aan een snelfietsroute is gewenst om de verschillende routes van elkaar te kunnen onderscheiden en deze adequaat te kunnen bewegwijzeren;
- Vooralsnog hebben de routes een lengte van de fietsbare afstand (tot 15 km). Elektrisch fietsen vergroot de actieradius, waardoor snelfietroutes een grotere lengte kunnen krijgen;
- Keuze voor fietsroutenummers moet toekomstvast zijn. Zo dienen er voldoende nummers beschikbaar te zijn om afzonderlijke fietsroutes een zoveel mogelijk uniek nummer te geven;
- Bij het toekennen van snelfietsroutenummer wordt bij voorkeur gebruik gemaakt van de nummers en de verdeling daarvan over Nederland zoals weergegeven in de landelijke routenummersystematiek;
- Keuze voor een systeem moet breed worden gedragen.
De mogelijkheden voor een systeemkeuze die zijn besproken door de Expertgroep zijn:
- Systeem routenummering van snelfietsroutes gebaseerd op koppeling aan landelijk gebruikte routenummers; A- of N-wegen
- Systeem routenummering van snelfietsroutes volgens de systematiek van S- of R-routes
- Systeem routenummering van snelfietsroutes gebaseerd op combinatie van a. en b.
- Systeem routenummering van snelfietsroutes gekoppeld aan postcodegebieden
- Systeem routenummering van snelfietsroutes niet gekoppeld aan wegnummers
- Systeem routenummering van snelfietsroutes landelijk gewoon doornummeren
- Geen routenummering van snelfietsroutenummer toepassen maar een uniform pictogram in spoel zonder onderscheidend routenummer
- Geen snelfietsroutenummer en geen pictogram toekennen.
Kijken we naar de bestaande systematiek uit 1982, dan moet geconstateerd worden dat deze maar beperkt mogelijkheden biedt om tot een routenummering te komen voor Snelfietsroutes losstaande van de uniek uitgegeven bestaande routenummering.
Na uitvoerig overleg heeft de Expertgroep geconcludeerd en wordt geadviseerd aan het Platform Bewegwijzering: dat de optie C het meest recht doet aan de wens om te komen tot een landelijk dekkend en herkenbaar systeem van snelfietsroutenummering, met dien verstande dat snelfietsroutes altijd een 3-cijferig nummer zullen voeren. Dit advies wordt hieronder nader toegelicht.
Toelichting:
Optie C: Systeem routenummering van snelfietsroutes gebaseerd op koppeling aan landelijk gebruikte routenummers; A- of N-wegen alsmede volgens de systematiek van S- of R-routes.
Optie C: Systeem routenummering van snelfietsroutes gebaseerd op koppeling aan landelijk gebruikte routenummers; A- of N-wegen alsmede volgens de systematiek van S- of R-routes.
De nummers 1 t/m 99, zijn voorbehouden aan autosnelwegen. Indien snelfietsroutes worden gerelateerd aan een weg uit deze nummerreeks, dan wordt het nummer altijd opgehoogd met 100 voor de bepaling van het toe te kennen snelfietsroutenummer. Deze nummers kunnen landelijk meerdere keren voorkomen, hetgeen wordt vermeld in het Landelijk Snelfietsroute Overzicht.
De nummers 100 t/m 150 worden gebruikt om onderscheid te maken in een opgehoogd A-wegummer en bestaande N-wegnummer of als er geen relatie is te leggen tussen een te nummeren snelfietsroute en een andere weg. In dat geval wordt de meest onderscheidende keuze gemaakt. Deze nummers kunnen landelijk meerdere keren voorkomen hetgeen wordt vermeld in het Landelijk Snelfietsroute Overzicht.
De nummers 150 t/m 999 kunnen worden toegepast voor de snelfietsroutes langs of in de buurt van andere wegen. Deze nummers kunnen regionaal meerdere keren voorkomen hetgeen wordt vermeld in het Landelijk Snelfietsroute Overzicht.
Nummerseries:
Binnen de nummerseries is de volgende landelijke indeling aangehouden:
- de nummers 1 t/m 99 (+100) landelijk toepasbaar
- de nummers 100 t/m 150 landelijk toepasbaar
- de nummers 151 t/m 250 voor Noord-Holland, Zuid-Holland en Utrecht
- de nummers 251 t/m 300 voor Zeeland, Noord-Brabant en Limburg
- de nummers 301 t/m 350 voor Overijssel, Gelderland en Flevoland
- de nummers 351 t/m 400 voor Groningen, Friesland en Drenthe
Binnen deze series is per provincie gestreefd naar een zo logisch mogelijke indeling (clustering).
Voor de hoge (administratieve) nummers wordt dezelfde systematiek gehanteerd:
- de nummers 401 t/m 550 voor Noord-Holland, Zuid-Holland en Utrecht
- de nummers 551 t/m 700 voor Zeeland, Noord-Brabant en Limburg
- de nummers 701 t/m 850 voor Overijssel, Gelderland en Flevoland
- de nummers 851 t/m 999 voor Groningen, Friesland en Drenthe.
- Snelfietsroutes krijgen de F-prefix en worden op de bewegwijzering vermeld;
- Snelfietsroutenummers bestaan uit 4 karakters: één letter, drie cijfers geprojecteerd in een spoel;
- De dichtstbij zijnde A- of N-weg is in beginsel het nummer van de snelfietsroute. De keuze voor een nummer wordt voor vaststelling van het routenummer door de aanvrager afgestemd met de NBd; Voobeelden 1):
- Als er een snelfietsroutes op enige afstand parallel gelegen is aan de N***, dan krijgt dat snelfietspad het routenummer F*** (óók al is het geen direct zijdelings langs de N*** gelegen fietspad) - Als er een snelfietsroutes op enige afstand parallel gelegen is aan de A**, dan krijgt deze Snelfietsroutes het routenummer F1**. - Eén of twee ‘voorloopnullen’ (bijvoorbeeld: “F002” // A2 of “F013” // A13) in een snelfietsroutenummer komen in lijn met de voorgestelde systematiek derhalve niet voor.
- Maatgevend voor het routenummer binnen de bebouwde kom is het routenummer van de weg die ligt buiten de bebouwde kom en welke in beginsel of bij benadering de verbinding vormt tussen twee kernen; Voorbeeld: langs de A2, de F102 (Maastricht-Geleen) en F102 (Utrecht-Breukelen);
- Als separate snelfietsroutes in de bovengenoemde situatie aan elkaar groeien blijft hetzelfde routenummer gehanteerd, maar met een te wijzigen start en eindpunt;
- Als er langs een A- of N-weg meer dan één route ligt, al of niet (deels) over het zelfde tracé, moet een onderscheid in de verschillende routes worden aangebracht. Dat kan door het toevoegen van een windrichting. Voorbeeld: F102 (Maastricht-Geleen) (N) en F102 Utrecht-Breukelen (W);
- Provinciegrensoverschrijdende snelfietsroutes verspringen bij de grens niet meer van nummer, maar hebben één doorgaand nummer. Daarbij is geaccepteerd dat in dergelijke gevallen een route genummerd kan zijn met een nummer uit een nummerblok van een aangrenzende regio;
- Routenummerbeheer is een taak die is ondergebracht bij de NBd, hierdoor wordt eenduidigheid bij de uitgifte bevorderd en worden onnodige dubbelingen bij de uitgifte voorkómen;
- Snelfietsroutenummers worden vastgelegd in een Landelijk Snelfietsroute Overzicht.
- In het routenummersysteem wordt ten minste het snelfietsroutenummer, het begin en eindpunt van de snelfietsroute alsmede de windrichting ten opzichte van de gerelateerde A-/N-weg vermeld alsmede, indien van toepassing, de lokale benaming van de snelfietsroute;
- Het aanvragen en reserveren van snelfietsroutenummer bij de NBd kan uitsluitend gebeuren door wegbeheerders;
- In het routesysteem wordt het verloop van de route niet beschreven; dit is een taak van de wegbeheerder;
- Als wegbeheerder routes veranderen kan dit gevolgen hebben voor het begin of eindpunt; bij wegbeheerdersgrensoverschrijdende routes dient dit te worden afgestemd met de wegbeheerder in de aangrenzende regio;
- In beginsel zijn er 899 unieke snelfietsroutenummer beschikbaar;
- Er is hiermee een dermate fijnmazig netwerk van genummerde snelfietsroutes mogelijk, dat hiermee voor de langere termijn geen belemmeringen zijn te verwachten bij de uitgifte van snelfietsroutenummers;
- F-routes zijn een nieuw fenomeen en vragen om een inpassing en mogelijk een iets andere zienswijze van de routesystematiek zoals deze is vastgelegd in de notitie Landelijke Routenummersystematiek uit de jaren 1982;
- De tekst van het routenummersysteem uit 1982 behoeft hierom aanpassing. Aan het Platform Bewegwijzering wordt gevraagd hier opdracht voor te geven.
[ link ]
F344 Deel Apeldoorn-Deventer, noord1)Optioneel toevoegen: Lokale naam van de Snelfietsroute
[ link ]
F112 deel Arnhem-Zevenaar, zuid 11)