Systematiek bewegwijzering
Naast de bestaande utilitaire, interlokale fietsbewegwijzering die gericht is op het geleiden van het fietsverkeer via de kortste, meest geschikte route, kunnen ter bevordering van toerisme en recreatie toeristische fietsroutes worden uitgezet. Deze worden onderscheiden in voornamelijk lokale/regionale rondrijroutes en landelijke, doorgaande fietsroutes (zie tabel 9.2).
Daarnaast beschikken steeds meer regio’s over knooppuntnetwerken voor fietsers. Aan de hand hiervan kunnen fietsers hun eigen route samenstellen.
Daarnaast beschikken steeds meer regio’s over knooppuntnetwerken voor fietsers. Aan de hand hiervan kunnen fietsers hun eigen route samenstellen.
Tabel 9.2. Overzicht soorten fietsroute
Rondrijroutes voor fietsers | Landelijke fietsroutes (LF-routes) | Knooppuntnetwerken voor fietsers | |
---|---|---|---|
Kenmerken |
|
|
|
Gebruik |
|
|
|
Verantwoordelijke organisatie | Gemeente, regio of provincie. Ook particulier initiatief. | Fietsplatform (voert rijksbeleid uit; coördineert projecten). | Gemeente, regio of provincie. Ook particulier initiatief. |
Rondrijroutes
Rondrijroutes hebben als kenmerk dat ze gesloten zijn: men komt altijd weer terug op het vertrekpunt. Ze zijn doorgaans bedoeld voor het maken van dagtochten. De lengte varieert van 25 tot 50 kilometer. Enkele routes zijn langer dan 200 kilometer, deze routes zijn bedoeld voor meerdaagse tochten. Een rondrijroute kan een thematisch karakter hebben (bijvoorbeeld de Zuiderzeeroute).
Rondrijroutes worden in een richting (rechtsom) bewegwijzerd. Hiervoor worden zeshoekige routeborden gebruikt. In langere routes kunnen verkortingen worden aangebracht. In een aantal gevallen is ook de aanlooproute vanaf het treinstation naar de fietsroute bewegwijzerd. Verkortingen en aanlooproutes worden in principe in twee richtingen bewegwijzerd.
Landelijke fietsroutes
Landelijke fietsroutes (LF-routes) lopen niet rond, maar vormen min of meer gestrekte trajecten. Ze doorkruisen het hele land en zijn 100 kilometer tot meer dan 300 kilometer lang. Ze zijn bedoeld voor meerdaagse tochten, maar delen ervan kunnen ook worden gebruikt voor dagtochten. De LF-routes zijn onderling verbonden, waardoor een grootschalig, landelijk netwerk van fietsroutes is ontstaan. Enkele routes sluiten aan op soortgelijke netwerken in België en Duitsland.
Knooppuntnetwerken
Knooppuntnetwerken zijn specifiek gericht op de toeristisch-recreatieve ontwikkeling van een streek. Knooppuntnetwerken zijn bedoeld voor mensen die lokaal een rondje willen fietsen en voor fietsers die dagtochten willen maken. Essentieel is dat de gebruikers zelf hun route bepalen. Het netwerk bestaat uit fietspaden en autoluwe landelijke wegen met een ontsluitingsfunctie.
Aan elk knooppunt van fietsverbindingen die tot het netwerk behoren, is een nummer toegekend. Ter plaatse van een knooppunt bevindt zich een informatiepunt met de knooppuntenkaart van de omgeving. Ook wordt met bewegwijzering naar de omringende knooppunten verwezen. Op basis van deze gegevens kunnen fietsers ter plekke hun route bepalen. Ook is het mogelijk om, aan de hand van fietskaarten en brochures met route-informatie, vooraf al een route uit te stippelen.
Ieder knooppunt is voorzien van een voor die streek uniek, tweecijferig knooppuntnummer. Omdat in een aangrenzende streek hetzelfde nummer kan voorkomen, is het zaak de nummers zodanig toe te wijzen dat hierover bij gebruik van de netwerken geen verwarring kan ontstaan. De verwijzingen worden aangegeven op rechthoekige borden. Op elk knooppunt wordt verwezen naar de eerstvolgende knooppunten in alle richtingen. Tussen de knooppunten worden zogenoemde tracéborden geplaatst.
Vooral bij grotere plaatsen kan het nuttig zijn om verwijzingen aan te brengen tussen het stedelijke centrum en het knooppuntennetwerk. Het heeft echter de voorkeur om in het centrum een knooppunt te situeren waardoor deze verwijsborden overbodig worden.
Voorlopig zullen rondrijroutes en knooppuntnetwerken naast elkaar blijven bestaan. Omdat de laatste in wezen een aaneenschakeling zijn van rondrijroutes, kan op termijn worden overwogen de rondrijroutes te integreren in het knooppuntensysteem. Daarmee worden de hoeveelheid bewegwijzering en de diversiteit daarin beperkt.