Voorwegwijzers
Informatie
Op voorwegwijzers staat informatie over de keuzemogelijkheden op een kruispunt en de globale vormgeving van dit kruispunt.
Tabel 4.3. Toelaatbare hoeveelheid informatie per wegcategorie
Wegcategorie | Soort weg | Maximaal aantal te vermelden bestemmingen per voorwegwijzer |
---|---|---|
Regionale stroomweg | Provinciale autosnelweg v max = 120 km/h of 100 km/h | 6 op voorwegwijzers 8 op wegwijzers aan een portaal |
Regionale stroomweg | Autoweg met gelijkvloerse en/of ongelijkvloerse kruispunten v max = 100 km/h | 4 |
Autoweg met gelijkvloerse kruispunten v max = 100 km/h | 4 | |
De in cursief aangegeven weg vormt een zogenaamde tussencategorie. Dit betreft wegen die tijdelijk zijn ondergebracht in een hogere hoofdcategorie in afwachting van de ombouw (afbouw) naar de juiste categorie. De bewegwijzering wordt uitgevoerd conform de bij de hogere hoofdcategorie behorende uitgangspunten. Pas nadat de weg is afgebouwd naar de juiste hoofdcategorie wordt de uitvoering van de bewegwijzering daarmee in overeenstemming gebracht. |
Tabel 4.3 bevat voor regionale stroomwegen een overzicht van het maximaal aantal bestemmingen dat per voorwegwijzer kan worden vermeld. De maximale hoeveelheid te vermelden bestemmingen langs autowegen bedraagt vier omdat het snelheidsgedrag weliswaar vergelijkbaar is met dat van autosnelwegen, maar de kapitaalhoogte op de voorwegwijzers en het aantal voorwegwijzers aanzienlijk kleiner is.
Bij overschrijding van de maximaal toelaatbare hoeveelheid informatie wordt de eerste voorwegwijzer herhaald.
Vormgeving
De voorwegwijzers bestaan uit een rechthoekige informatiedrager.
Plaats
Over de plaats van voorwegwijzers kan het volgende worden opgemerkt:
- Voorwegwijzers worden in de berm of boven de rijbaan aangebracht op een bepaalde afstand tot het kruispunt.
- Voorwegwijzers worden zodanig geplaatst dat de weggebruiker voldoende tijd heeft om een eventuele noodzakelijke manoeuvre tijdig uit te voeren.
Bij kruispunten in regionale stroomwegen bedraagt de stramienmaat 300 meter.
In tabel 4.4 staat hoeveel voorwegwijzers worden geplaatst en op welke afstand tot het nulpunt.
Tabel 4.4. Plaatsing en aantal voorwegwijzers bij regionale stroomwegen
Wegcategorie | Bepaling aantal voorwegwijzers | Afstand tot actiepunt |
---|---|---|
Regionale stroomweg met ongelijkvloerse aansluitingen | Twee voorwegwijzers:
| Op 600 m en 300 m voor het nulpunt |
Regionale stroomweg gelijkvloerse aansluitingen | ≤ vier bestemmingen: minimaal twee voorwegwijzers: een voor de combinatie van de doorgaande en de rechts afslaande richting en een voor de links afslaande richting > vier bestemmingen: drie voorwegwijzers: voor elke richting een | Op 600 m en 300 m voor het nulpunt en zo nodig op 900 m voor het nulpunt |
In paragraaf 4.7.2 staan plaatsingsvoorbeelden van voorwegwijzers.