Vormgeving

De algemene kenmerken waaraan een straatnaambord moet voldoen, staan in hoofdstuk 1 (kleur en lettertype) en hoofdstuk 2 (overige kenmerken). Aanvullend op deze algemene ontwerpregels gelden specifieke criteria voor:

• kleur;
• indeling;
• lettertype en kapitaalhoogte.

In verband met de opvallendheid worden blauwe borden met witte teksten, pijlen en biezen toegepast (zie figuur 13.1).

Een straatnaambord wordt centrisch ingedeeld tenzij dit door het aangeven van pijlrichtingen niet mogelijk is.

Als een straatnaam zo lang is dat vermelding op een regel problemen oplevert voor de lengte van het bord, dan kunnen afkortingen worden gebruikt voor delen van de straatnaam. Toepassing van meer dan twee afkortingen in een naam is ongewenst.
Als afkorten onvoldoende ruimtewinst oplevert, dan wordt de naam over twee regels verdeeld (zie figuur 13.2).
Het afbreken van namen moet zo veel mogelijk worden vermeden.

Teksten op straatnaamborden worden uitgevoerd in onderkasten behorend woordbeeld dat een positieve invloed heeft op de herkenbaarheid – en dus de leesbaarheid – van de straatnaam.
De opschriften worden uitgevoerd in lettertype RWS-Dd.

De benodigde kapitaalhoogte is afhankelijk van de toegestane rijsnelheid en de wegcategorie (zie tabel 13.1).