Halteplaats bus in een largas-kruispunt
In figuur 5.11 is een halteplaats weergegeven met als uitgangspunt een largas-situatie. Kerende auto's maken een linksafslaande beweging op de hoofdrijbaan, diezelfde doorgang wordt gebruikt door de overstekende auto's op de zijweg. De hoofdroute zit in de voorrang, inclusief de busroute. In de bochten is een verbreding tot 5,0 meter toegepast.
De bushalte is geschikt voor een bus met een lengte van 18 meter. Voor en achter de bus is op de halteplaats een ruimte van 2,5 meter gerealiseerd om het hoogteverschil van de voetgangersoversteekvoorziening naar de wenselijke 0,18 meter of meer te overwinnen.
De voetgangers steken de hoofdroute over via de halteplaatsen en de fietsers steken buitenom over. In de hoofdroute is een voorsorteerruimte gemaakt waardoor linksafslaande auto's (die voorrang moeten verlenen aan de bus en aan de tegenliggers) een eigen ruimte hebben waardoor ze de rechtdoorgaande auto's niet in de weg staan. De bussen rijden op de hoofdroute en maken geen afslaande beweging (dat kán ook niet met deze vormgeving en met bussen in de gebruikelijke maat). Vóór de kruising gaan de bussen naar een eigen strook aan de linkerkant van de rijrichting in de middenberm. De bussen rijden recht op de halteplaats toe. Voorbij de halte schuiven de bussen naar rechts, naar de normale plek van de rijstrook.
De bushalte is geschikt voor een bus met een lengte van 18 meter. Voor en achter de bus is op de halteplaats een ruimte van 2,5 meter gerealiseerd om het hoogteverschil van de voetgangersoversteekvoorziening naar de wenselijke 0,18 meter of meer te overwinnen.
De voetgangers steken de hoofdroute over via de halteplaatsen en de fietsers steken buitenom over. In de hoofdroute is een voorsorteerruimte gemaakt waardoor linksafslaande auto's (die voorrang moeten verlenen aan de bus en aan de tegenliggers) een eigen ruimte hebben waardoor ze de rechtdoorgaande auto's niet in de weg staan. De bussen rijden op de hoofdroute en maken geen afslaande beweging (dat kán ook niet met deze vormgeving en met bussen in de gebruikelijke maat). Vóór de kruising gaan de bussen naar een eigen strook aan de linkerkant van de rijrichting in de middenberm. De bussen rijden recht op de halteplaats toe. Voorbij de halte schuiven de bussen naar rechts, naar de normale plek van de rijstrook.
[ link ]
Figuur 5.11. Ontwerp halteplaats op largas-kruispunt
Het autoverkeer krijgt voorbij de kruising een soort invoegstrook, de busstrook loopt rechtdoor richting het normale autodeel. Na de kruising moeten de auto's invoegen. De keerbeweging van rijbaan naar rijbaan is niet alleen mogelijk voor personenauto's, maar ook voor alle normale vrachtauto's: de diameter van de ronddraai bedraagt 25 meter en de rijbaan is in en vlak na de bocht altijd ten minste 5 meter breed.
Het is uiteraard mogelijk om de keerbeweging verder van het kruispunt af te brengen dan in de ontwerpschets is weergegeven. Hierbij moet echter wel rekening worden gehouden met het volgende:
Het is uiteraard mogelijk om de keerbeweging verder van het kruispunt af te brengen dan in de ontwerpschets is weergegeven. Hierbij moet echter wel rekening worden gehouden met het volgende:
- De hoofdrijbaan nabij de kruising heeft een breedte van 47 meter nodig in plaats van 24 meter op een normaal wegvak. Deze ruimte is over een grote lengte als regel niet aanwezig;
- Overstekende fietsers moeten 20 meter opschuiven om de hoofdrijbaan te kunnen oversteken. Bij een verder weg gelegen keerbeweging voor auto's neemt de omrijafstand voor overstekende fietsers toe.
[ link ]
Figuur 5.12. Ontwerpschets variant I
[ link ]
Figuur 5.13. Ontwerpschets variant II