Valbeveiliging

Bij hoogteverschillen zijn veiligheidsmaatregelen nodig om te voorkomen dat mensen vallen. Kleine hoogteverschillen (stoeprand, enkele traptreden) hoeven niet met fysieke afscherming te worden beveiligd. Wel moeten zij duidelijk herkenbaar zijn door voldoende kleurcontrast (zie ook subparagraaf 2.2.8). Bij een klein hoogteverschil volstaat een opstaande rand als valbeveiliging. Bij een grotere hoogteoverbrugging is minimaal een valbeveiliging met een leuning nodig.

Tabel 6. Richtlijnen voor valbeveiliging

Type gebied	Richtlijnen
Verblijfsgebied	Bij hoogteverschil langs looproute ≤ 0,25 m is de hoogte van de valbeveiliging ≥ 50 mm Bij hoogteverschil langs looproute > 0,25 m wordt een valbeveiliging van 0,85-0,95 m hoog aangebracht Openingen in afschermingen zijn maximaal 0,10 ml

Bij voetpaden die langs het water lopen, is het aanbrengen van een valbeveiliging noodzakelijk. Vooral wanneer het voetpad loodrecht op het water staat, zoals bij T-splitsingen. Een opstaande rand is vereist, maar om ongelukken te voorkomen dient bij voorkeur een reling met contrasterende kleuren te worden aangebracht.

[ link ]

Figuur 6. Maatvoering valbeveiliging bij een klein hoogteverschil (tot 0,25 m)

Interesse?

Valbeveiliging