(Brom)fietsers op voorrangskruispunten buiten de bebouwde kom
Binnen het totale fietsnetwerk zijn verschillende fietsvoorzieningen mogelijk. Naast fietspaden langs gebiedsontsluitingswegen, zijn buiten de bebouwde kom solitaire fietspaden, solitaire fiets-/bromfietspaden en fietswegen te onderscheiden (zie bijlage IV ‘Fietsvoorzieningen’).
Voorrangskruispunten tussen een solitair fietspad of solitair fiets-/bromfietspad met een erftoegangsweg type 2 kunnen ten gunste van de (brom)fiets geregeld worden (figuur 21). Bij een kruispunt tussen een erftoegangsweg type 1 en een solitair (brom)fietspad heeft het de voorkeur de voorrang ten gunste van het verkeer op de erftoegangsweg type 1 te regelen (figuur 22). Gelijkvloerse solitaire oversteekplaatsen voor fietsers en bromfietsers op gebiedsontsluitingswegen worden vanwege de verkeersveiligheid ontraden. De oversteekplaatsen moeten ter plaatse van een kruispunt of rotonde liggen.
Bij gebiedsontsluitingsweg-wegtype I (dubbelbaans) is een ongelijkvloerse oplossing noodzakelijk [12].
Bij gebiedsontsluitingsweg-wegtype I (dubbelbaans) is een ongelijkvloerse oplossing noodzakelijk [12].
[ link ]
Figuur 23. Voorrangskruispunt buiten de bebouwde kom tussen solitair (brom)fietspad (in voorrang) en erftoegangsweg (erftoegangsweg type 2)
[ link ]
Figuur 24. Voorrangskruispunt buiten de bebouwde kom tussen solitaire (brom)fietsroute (uit voorrang) en erftoegangsweg (erftoegangsweg type 1)
[ link ]
Figuur 25. Voorbeeld van een voorrangskruispunt buiten de bebouwde kom tussen solitaire fietsroute (uit voorrang) en gebiedsontsluitingsweg met een tussensteunpunt
Tabel 6-3. Basiskenmerken voorrangskruispunten met solitair fiets-/bromfietspad buiten de bebouwde kom
Basiskenmerk | Drietaks of viertaksvoorrangskruispunt met solitair fietspad of fiets-/bromfietspad | ||||
Aanrijrichting: vanuit ETW1 | Aanrijrichting: vanuit ETW2 | Aanrijrichting: vanuit solitair fietspad of solitair fiets-/bromfietspad | |||
A | onderscheid in verharding | in principe niet | in principe niet | altijd | |
B | rijrichtingscheiding | in principe niet | nooit | altijd 1) | |
C | lengtemarkering of trottoirbanden | altijd | nooit | altijd 1) | |
D | (openbare) verlichting | bij voorkeur wel | bij voorkeur wel | bij voorkeur wel | |
F | voetgangersoversteekplaats (VOP/zebra) | nooit | nooit | nooit | |
I | fietsvoorzieningen | in principe niet 2) | in principe niet 2) | altijd | |
T | voorzieningen openbaar vervoer | nooit | nooit | nooit | |
U | voorrangsregeling | altijd | altijd | altijd | |
V | voorzieningen VRI | nooit | nooit | nooit | |
W | richtingskeuze | in principe niet | in principe niet | nooit | |
X | snelheidsbeheersing | in principe niet | in principe niet | nooit 3) | altijd 3) |
Y | bewegwijzering | in principe niet | in principe niet | bij voorkeur wel | |
Z | doorzicht kruispunt | altijd | altijd | altijd | |
1) In de vorm van asmarkering 2) Indien aanwezig langs het wegvak, dan continueren op het kruispunt 3) Als fietspad in de voorrang dan geen snelheidsremming op fietspad; indien fietspad uit voorrang dan wel snelheidsremming op het fietspad. |
Als de snelheid op de erftoegangsweg hoog is, dan de fietsroute uit de voorrang laten. Indien de snelheid op de erftoegangsweg laag is, kan de fietsroute in de voorrang worden gezet.
Toelichting op basiskenmerken voorrangskruispunten solitair fietspad of fiets-/bromfietspad buiten de bebouwde kom
A | Bij een solitair fietspad in de voorrang, is de kleur van de fietsoversteek rood en daarmee onderscheidend. Bij een solitair pad uit de voorrang is de verharding ter hoogte van de fietsoversteek gelijk aan die van het wegvak dat wordt gekruist. |
B | Een rijrichtingscheiding in de vorm van een asmarkering is bij een solitair twee richtingenfietspad altijd aanwezig. Terughoudend omgaan met toepassing van fietspaaltjes en verkeersdruppels in het fietspad. |
C | Lengtemarkering is aanwezig als asmarkering (fietspad) en kantmarkering is mogelijk (op erftoegangsweg type 1). Trottoirbanden buiten de bebouwde kom worden niet of zeer zelden toegepast. |
D | Openbare verlichting is aanwezig op het voorrangskruispunt ten behoeve van de herkenbaarheid. Plaatsing van openbare verlichting is dit nuttig voor de sociale veiligheid en verkeersveiligheid. Ook inleidende verlichting op het wegvak kan tevens nuttig zijn. Afhankelijk van de functie van het fietspad/fiets-/bromfietspad (utilitair of recreatief) kan langs het gehele pad openbare verlichting aanwezig zijn. |
F | Buiten de bebouwde kom zijn geen voorzieningen aanwezig voor voetgangers; behoudens bij ov-haltes nabij een kruispunt (bijvoorbeeld met een fietsenstalling/carpoolterrein). De voorziening voor voetgangers (en daarmee ook voor fietsers) bestaat in dat geval bij voorkeur uit een ongelijkvloerse kruising met de gebiedsontsluitingsweg, zoals een tunneltje. |
I | Bij voorkeur kruisen (brom)fietsers bij een gebiedsontsluitingsweg ongelijkvloers via bijvoorbeeld een fietstunnel. Indien dit niet mogelijk is, dan kruisen zij bij een kruispunt en zijn aparte fietsoversteken aanwezig met een middeneiland waar (brom)fietsers zich kunnen opstellen, zeker als zij per rijrichting meer dan één rijstrook moeten oversteken [12]. Solitaire, gelijkvloerse oversteekplaatsen voor fietsers en bromfietsers worden vanwege de verkeersveiligheid afgeraden op wegvakken van gebiedsontsluitingswegen. De oversteekplaatsen moeten ter plaatse van een kruispunt liggen. Bij gebiedsontsluitingsweg-wegtype I (dubbelbaans) is een ongelijkvloerse oplossing noodzakelijk [12]. Bij een voorrangskruispunt tussen een erftoegangsweg type 1 of erftoegangsweg type 2 en een solitair fietspad of fiets-/ bromfietspad kan het (brom)fietspad in de voorrang worden gezet; de keuze is afhankelijk van de functie die het fietspad in het netwerk vervult en de intensiteiten op de erftoegangsweg. Basiskenmerken omtrent snelheidsbeheersing (X) en zicht (Z) verdienen daarbij extra aandacht. |
T | Voorzieningen voor het openbaar vervoer zijn op een solitair fietspad niet aanwezig. De voorrang tussen een solitair fietspad en een ov-baan is geregeld ten gunste van de ov-baan. |
U | De voorrang is geregeld via een RVV-voorrangsregeling (borden B01 t/m B07 en haaientanden). |
V | Op deze kruispunten zijn geen verkeerslichten geplaatst. Zie verder bij paragraaf 6.4 ‘Kruispunten met verkeerslichten’ voor dat type kruispunt. |
W | Richtingskeuze in de vorm van voorsorteervakken zal op het fietspad niet nodig zijn. |
X | Maatregelen ten behoeve van snelheidsreductie dienen altijd de verkeersveiligheid en/of de herkenbaarheid van het kruispunt. Als het solitaire fietspad in de voorrang zit, dan geen snelheidsreductie op het fietspad; indien het solitaire fietspad uit de voorrang is gehouden, dan wel snelheidsreductie op het fietspad. |
Y | Bewegwijzering vanuit het fietspad naar een bijzondere bestemming in het verblijfsgebied kan noodzakelijk zijn ten behoeve van toeristische fietsers. Bij doorgaande fietspaden is fietsbewegwijzering op het kruispunt nuttig voor het vermijden van – soms onveilig – zoekgedrag. |
Z | Het kruispunt dient goed te kunnen worden overzien zodat andere verkeersdeelnemers op tijd gezien worden. Afscherming van het kruispunt is daarmee niet gewenst. |