Heeft u vragen? U kunt ons ook bellen op tel: 0318-695315

Basiskenmerken kruispunten en rotondes
Deze tekst is gepubliceerd op 30-03-15

Kruispunten zonder voorrangsregeling buiten de bebouwde kom

Kruispunten waar aan bestuurders van rechts voorrang verleend moet worden, zijn kruispunten zonder voorrangsregeling.
Kruispunten zonder voorrangsregeling buiten de bebouwde kom komen komen alleen voor in 60 km/h-zones of op locaties waar 30 km/h geldt. De maximumsnelheid is laag zodat de voorrang niet expliciet ten gunste van een van de erftoegangswegen geregeld behoeft te worden. Binnen de wegcategorie erftoegangswegen buiten de bebouwde kom zijn er twee verschijningsvormen: ETW1 en ETW2, waarbij de auto- en fietsintensiteiten, het openbaar vervoer en de wegbreedte bepalend zijn voor het wel of niet toepassen van lengtemarkering.
ETW1 heeft wel markering, ETW2 niet.
[ link ]

Figuur 20. Kruispunt zonder voorrangsregeling buiten de bebouwde kom (erftoegangsweg type 1 (ETW1) met erftoegangsweg type 2 (ETW2) [2])

Tabel 6-1. Basiskenmerken kruispunten zonder voorrangsregeling buiten de bebouwde kom
Basiskenmerk Drietaks- of viertakskruispunt zonder voorrangsregeling buiten de bebouwde kom
Aanrijrichting: vanuit ETW1 Aanrijrichting: vanuit ETW2
A onderscheid in verharding nooit nooit
B rijrichtingscheiding nooit nooit
C lengtemarkering of trottoirbanden altijd nooit
D (openbare) verlichting in principe niet in principe niet
F voetgangersoversteek plaats (VOP/zebra) nooit nooit
I fietsvoorzieningen in principe niet nooit
T voorzieningen openbaar vervoer in principe niet nooit
U voorrangsregeling in principe niet nooit
V voorzieningen VRI nooit nooit
W richtingskeuze nooit nooit
X snelheidsbeheersing bij voorkeur wel bij voorkeur wel
Y bewegwijzering in principe niet in principe niet
Z doorzicht kruispunt altijd altijd
Toelichting op basiskenmerken kruispunten zonder voorrangsregeling buiten de bebouwde kom
A Op een kruispunt zonder voorrangsregeling is geen onderscheid in type verharding. Ruim voor het kruispunt dient het type verharding op de kruisende takken gelijkgetrokken te worden indien de toeleidende wegen een verschillende verharding hebben.
B Een rijrichtingscheiding is niet aanwezig. Op de toeleidende wegen is geen rijrichtingscheiding aanwezig [2] zodat dit ook op het kruispunt zelf niet aanwezig is.
C Kantmarkering wordt alleen aangebracht op een erftoegangsweg (erftoegangsweg type 1) buiten de bebouwde kom, maar wordt ter hoogte van het kruispunt onderbroken en loopt in de bocht niet door [11]. Indien een kruispuntplateau als snelheidsremmer gerealiseerd wordt, stopt/start de markering bij de drempelmarkering. Bij een erftoegangsweg type 2 komt geen lengtemarkering voor.
D Buiten de bebouwde kom is openbare verlichting in principe niet aanwezig op een kruispunt tussen twee erftoegangswegen. Daarbij speelt de overweging dat het voor het landschap en fauna niet gewenst is en er vaak geen elektriciteitskabel aanwezig is. Bij een drietakskruispunt is het zinvol om wel verlichting of een schrikhek te plaatsen zodat het kruispunt door verkeer op de zijtak vroegtijdig wordt onderkend en dat duidelijk is dat er links- of rechtsaf geslagen dient te worden.
F Iedere weg binnen een verblijfsgebied buiten de bebouwde kom heeft een verblijfsfunctie. De weg is waar nodig met zijn omgeving aangepast. Voetgangers mogen overal lopen en oversteken. Hiervoor zijn geen voorzieningen vereist.
I Fietsvoorzieningen bij kruispunten zonder voorrangsregeling zijn niet aanwezig. Indien toch fietsstroken langs een erftoegangsweg aanwezig zijn, dan zijn deze ter hoogte van het kruispunt afwezig (markering fietsstrook wordt over een bepaalde lengte onderbroken). Bij fietspaden langs een erftoegangsweg buigen deze niet uit en is de voorrang niet expliciet geregeld [11]. Solitaire fietspaden zijn hierop een uitzondering en worden behandeld in paragraaf 6.2.1.
T Openbaar vervoer rijdt bij voorkeur over gebiedsontsluitingswegen. Binnen een verblijfsgebied zijn daarom voorzieningen voor openbaar vervoer niet nodig. Indien een bus toch via erftoegangswegen rijdt, dan halteert de bus op de rijbaan.
U De voorrang is niet geregeld en er is er geen RVV-voorrangsregeling (borden en haaientanden) aanwezig behalve bij ETW1 bij uitzondering.
V Op kruispunten zonder voorrangsregeling zijn geen verkeerslichten geplaatst. Zie verder bij paragraaf 6.4 ‘kruispunten met verkeerslichten’ voor dat type kruispunt.
W Vanwege de beperkte hoeveelheid verkeer op erftoegangswegen is het op kruispunten niet gewenst om voorsorteervakken te hebben.
Dat zou tevens leiden tot rijrichtingscheiding (basiskenmerk B rijrichtingscheiding) en witte markering (basiskenmerk C lengtemarkering), deze zijn beide ook niet gewenst.
X De ontwerpsnelheid van de wegvakken is 60 km/h. Bij lange rechtstanden kan snelheidsreductieop het wegvak of op het kruispunt noodzakelijk blijken. Maatregelen ten behoeve van snelheidsreductie dienen altijd de verkeersveiligheid en/of de herkenbaarheid van het kruispunt.
Maatregelen zijn bijvoorbeeld een kruispuntplateau of verkleining van het kruisingsvlak. Bij een drietakskruispunt kunnen maatregelen voor snelheidsreductie op de doorgaande tak worden genomen.
Y Bewegwijzering is in verblijfsgebieden in principe niet noodzakelijk. Alleen bij bijzondere bestemmingen of ten behoeve van fietsroutes is bewegwijzering wel nuttig.
Z Het kruispunt dient goed te kunnen worden overzien, zodat andere verkeersdeelnemers op tijd gezien worden. Afscherming van het viertakskruispunt is daarmee niet gewenst. Bij een drietakskruispunt is afscherming van doorzicht voor weggebruikers op de ‘zijweg’ wel noodzakelijk; dit kan via een schrikhek en/of groenvoorzieningen gerealiseerd worden.