Kenmerken van de carpooler
De publicatie ‘Sociaal-economische trends’ van het CBS [4] noemt een aantal kenmerken van carpoolers:
- Carpoolautobestuurders zijn voor het grootste deel forenzen (zij werken niet in hun woonplaats). De meeste van deze bestuurders en driekwart van de carpoolpassagiers werken 30 uur per week of meer.
- Carpoolautobestuurders en carpoolpassagiers wonen gemiddeld verder van hun werk dan autosolisten. Carpoolauto's leggen op een doordeweekse werkdag gemiddeld 31 kilometer af, voor solistenauto's is dit ongeveer 10 kilometer minder.
- Meer dan een vijfde van de carpoolpassagiers heeft geen rijbewijs.
- Ruim een kwart van de carpoolpassagiers heeft zelf geen auto ter beschikking of heeft geen rijbewijs en er is ook geen auto ter beschikking in het huishouden waartoe zij behoren. Ongeveer 26 procent van de passagiers heeft soms een auto ter beschikking doordat er een auto in het huishouden aanwezig is die door meer mensen gebruikt kan worden.
Verder kan op grond van onderzoek [5] een beeld worden geschetst van autosolisten die tot het meest kansrijke potentieel behoren:
- 40 procent is woonachtig in het westen van het land.
- 29 procent is woonachtig in stedelijk tot zeer verstedelijkt gebied. Meer dan de helft is woonachtig in matig tot niet-stedelijke gebieden buiten het westen van het land.
- Het grootste deel bestaat uit mannen van 35 tot 50 jaar oud. Het gaat meestal om personen die samen wonen. De personen zijn relatief hoog opgeleid (37 procent hoger beroepsonderwijs of universiteit).
- 40 procent loopt tijdens de reis vertraging op door files of andere opstoppingen.
Autosolisten noemen als voordelen van carpoolen dat het goedkoper is, je niet altijd zelf hoeft te rijden en dat huisgenoten vaker over de auto kunnen beschikken. De noodzaak om werktijden aan te passen, wordt door een groot deel van de autosolisten als een nadeel van carpoolen gezien. Een klein deel noemt bovendien het gebrek aan privacy. Andere aspecten zijn echter doorslaggevend bij de keuze om al dan niet echt te gaan carpoolen. Hierbij gaat het vooral om de mate waarin de werktijden moeten worden aangepast, de duur van de rit en of men de potentiële carpoolpartner kent dan wel hier een goed contact mee denkt te kunnen opbouwen. Opvallend is dat een besparing van de autokosten, wiens auto wordt gebruikt en de plaats waar de gezamenlijke rit begint, nauwelijks van invloed zijn op de bereidheid om te gaan carpoolen.
Genoemde kenmerken hebben betrekking op carpoolers in het algemeen en kunnen dus niet één op één worden vertaald naar (potentiële) gebruikers van carpoolpleinen. Toch kan indicatief het volgende worden opgemerkt:
- Carpoolpleinen hebben vooral een functie als schakel binnen woon-werkverplaatsingen over relatief langere afstanden.
- De overstap via het carpoolplein mag nauwelijks effect hebben op de totale duur van de rit. Dit betekent dat het carpoolplein op de route moet liggen.
- Meer dan een kwart van de carpoolpassagiers beschikt niet over een rijbewijs of auto. Wil een carpoolplein voor deze groep betekenis hebben dan moet het op loop- of fietsafstand van de woning liggen, beschikken over goede fietsenstallingen en/of goed met het openbaar vervoer bereikbaar zijn.
- Carpoolpleinen bieden zowel in het westen als in de rest van het land kansen.