Aanduiding parkeerplaatsen
Uit het RVV 1990 volgt dat er parkeergelegenheden mogen worden gecreëerd die bestemd zijn voor voertuigen die behoren tot de op het bord of een onderbord aangegeven voertuigcategorie of groep voertuigen. Op het onderbord moet een duidelijke omschrijving of herkenbare afbeelding van de betreffende voertuigcategorie of groep voertuigen staan. Dit maakt het mogelijk om parkeerplaatsen specifiek te bestemmen voor voertuigen die aan het opladen zijn. De plaatsing van een dergelijk verkeersbord en bijbehorend onderbord geschiedt op basis van een verkeersbesluit van de wegbeheerder.
In het RVV 1990 is ook bepaald dat bestuurders hun voertuig niet mogen parkeren op een parkeergelegenheid voor zover dit voertuig niet behoort tot op het bord of het onderbord aangegeven voertuigcategorie of groep voertuigen. Overtreding van deze bepaling is een strafbaar feit.
Het verkeersbord E8 ‘parkeergelegenheid alleen bestemd voor de voertuigcategorie of groep voertuigen die op het bord is aangegeven’ is een afgeleide van het verkeersbord E4. Bij het E8-bord is de voertuigcategorie op het parkeerbord zelf aangegeven. Echter, een E8-bord moet zijn vastgelegd in het RVV 1990 alvorens aan dit bord een parkeerverbod voor voertuigen uit een andere voertuigcategorie kan worden gekoppeld.
Tabel 40. Juridische aanduiding parkeerplaatsen voor elektrische voertuigen
Inrichting parkeerplaats | Toepassing verkeersbord * |
|
|